Welk water bij welk gerecht?

Waarom drinkt u beter geen plat water bij de maaltijd? Waarom wel water met een sterke mineralensmaak bij vis? Hoe serveert u water aan een feesttafel? Mogen er ijsblokjes in en mag u eraan ruiken? Waterspecialist Peter De Vos legt het ons uit...

In de zestien jaar dat hij in Antwerpen zijn Waterwinkel runt, is Peter De Vos een echte watersommelier geworden. Dat is trouwens ook de titel van het zakboekje dat hij heeft samengesteld (*). In zijn zaak biedt hij een vijftigtal merken bron- en mineraalwater uit de hele wereld , met uiteenlopende prijzen.

“Het is de prijs van de flessen die de prijs van het water bepaalt”, zegt Peter De Vos. “Toen ik begon, waren de flessen in blauwe en felle kleuren zeer trendy, maar later begon elk merk die te maken. Vandaag kiezen de luxemerken voor strakke, rechte flessen zonder hals in zwart of metaaltinten, ontworpen door een Calvin Klein of een Pininfarina, de designer van Ferrari.”

Onze waterman heeft zich ook gespecialiseerd in het zoeken naar de beste harmonie tussen het gerecht en het type bron- en mineraalwater. Zijn conclusies zijn nogal verrassend. Bijvoorbeeld dat je bij een maaltijd het best geen plat water drinkt. “Doe de test maar eens bij jezelf: plat water gaat de maag snel vullen. Dat gevuldemaaggevoel is trouwens een van de redenen waarom we veel plat water moeten drinken als we willen afslanken. Is het plat water heel koud, dan kan het zelfs als een baksteen op je maag gaan liggen. Bij een maaltijd is dat niet interessant en zeker niet voor een feestelijk etentje. Plat water drink je de hele dag door tussen de maaltijden, maar niet bij de maaltijd zelf.”

Van aperitief tot nagerecht

U geeft een etentje met alles erop en eraan en u wilt van het aperitief tot het dessert het juiste water serveren. Wat raadt onze watersommelier dan aan?

Als aperitief is schuimwater ideaal. Dat is koolzuurhoudend water waaraan sap van muscaatdruiven is toegevoegd. Het opent de eetlust en is zoet van zichzelf zonder toegevoegde suiker. Merken: Souverain Renard en World Domaine.

Bij het voorgerecht: kies voor één glas (niet meer) sterkbruisend water (Perrier, Spa Rood, Taunus Quelle...). Een geweldige prikkel om de maag in werking te stellen zonder ze te vullen.

Bij het hoofdgerecht: ideaal is zachtbruisend water zoals Bru, Voss, San Pellegrino, zachte Acqua Sorgente Fresca, Spa Groen, Llanllyr, Apollinaris of Elzenham. De smaak van het water blijft liefst zo neutraal mogelijk zodat hij niet gaat concurreren met het gerecht. Een uitzondering vormen visgerechten en gerechten met fluweelzachte sauzen (roomsaus, waterzooi...). Hier kunt u een tegengewicht brengen met een sterkgemineraliseerd tafelwater als Badoit, Stiftsquelle of Tönissteiner.

Bij het dessert is plat bron- of mineraalwater (Evian, Vittel, Contrex, Spa Blauw...) aangewezen. Het zal de laatste gaatjes vullen. Beschouw het als een afzakkertje!

Kunt of wilt u maar één type serveren bij de hele maaltijd, dan kiest u het best voor water mét bruis. Hebben de gerechten een zeer uitgesproken of pikante smaak, dan mag dat sterke bruis zijn. Voor alle andere gerechten is een zachte bruis meer aangewezen.

10 vuistregels van de wateretiquette

Het juiste watertype kiezen is één zaak, het water op een correcte én stijlvolle manier serveren is een andere. Jawel, er bestaat zoiets als water- etiquette en dit zijn de regels!

1 Open de fles bron- of mineraalwater aan tafel en niet in de keuken. Goed water verdient evenveel respect als wijn!

2 Dekt u de tafel met glazen voor wijn én water, dan plaatst u het waterglas rechts van het wijnglas of de wijnglazen.

3 Serveer sterkbruisend water bij voorkeur in een tulpvormig glas of een champagneglas met een naar boven toe vernauwde rand. Daarin blijft de pareling het langst zichtbaar.

4 Voor zachtbruisend water is een ballonglas een goede keuze, omdat dit glas de zachte bubbels goed tot hun recht laat komen. Voor plat water kan elke glasvorm dienen.

5 Serveer water niet te koud. Mineraalwater komt in de meeste gevallen bij een temperatuur tussen 6° en 12°C uit de bron of uit de grond. Zacht- of sterkbruisend water serveert u daarom het best op deze temperatuur. Laat de flessen koelen in de groentebak van de koelkast (of in een echte wijnkelder). In het glas krijgt het water dan snel een temperatuur tussen 6 en 12°C.

6 Plat water vraagt een hogere temperatuur, tussen 12° en 18°C. Op die manier gaat het minder als een baksteen op uw maag liggen.

7 Doe liever geen ijsblokjes in het glas of in de karaf. Het ijs is vrijwel altijd gemaakt van leidingwater en zal dus de smaak van het bron- of mineraalwater beïnvloeden. Bovendien wordt het water dan meestal te koud.

8 Wilt u toch ijsblokjes geven, maak ze dan van hetzelfde bron- en mineraalwater als datgene dat u wilt serveren.

9 Om dezelfde reden (beïnvloeding van de smaak) is een partje citroen in het water een misser.

10 Ook water kan slecht zijn. Het kan bijvoorbeeld een onaangename geur hebben die er niet hoort te zijn. Daarom is het zeker niet onbeleefd aan tafel eerst aan het water te ruiken. U kunt de geopende fles trouwens eerst (laten) voorproeven op precies dezelfde manier zoals u dat met wijn zou doen (eerst ruiken, dan in mond laten walsen en vervolgens doorslikken).

(*) Watersommelier van Peter De Vos wordt uitgegeven in eigen beheer (? 6,50 incl. verzendkosten). Info: tel. 03 281 18 81 en www.waterwinkel.com. Het geeft o.m. wateradvies bij tientallen gerechten.

Partner Content