Weefgetouwen in actie in Komen

Ooit was Komen het wereldcentrum van de lintweverij. Het Museum van de Lintweverij brengt deze geschiedenis in beeld.

Komen ligt in een Waalse enclave tussen Vlaanderen en Frankrijk geprangd. In de 14de eeuw was het al een centrum van de lakenindustrie, die zich langs beide zijden van de Leie had gevestigd. Maar door het verdrag van Utrecht in 1713 werd de stad opgedeeld in een Frans gedeelte en een gedeelte dat de Nederlanden toebehoorde. Dat bracht de Ieperse fabrikant Philippe Hovyn op ideeën. Hij richtte hier een lintweverij op, want zo moest hij geen invoerrechten betalen om in Frankrijk zijn waren aan de man te brengen. Dat concurrentiële voordeel legde Komen geen windeieren. In 1900 waren er in de streek 15 fabrieken actief, met 3500 weefgetouwen die 400 miljoen meter lint per jaar produceerden.

Weven met de stoommachine

Remi Broucke, de conservator van het museum en zelf oud-werknemer in een lintweverij leidt ons rond. Niet zonder trots toont hij ons de meer dan twintig werkende weefgetouwen uit diverse periodes. “Hier zie je een standweefgetouw, dat type bestaat al meer dan 4000 jaar. De Egyptenaren gebruikten het al. We hebben hier overigens ook een reconstructie van een weefgetouw uit het ijzertijdperk dat in Lapland is gevonden!”

Tussen 1719 en 1850 werkten de lintwevers van Komen thuis. Na 1850 verscheen de stoommachine en werden de weefgetouwen gegroepeerd in de fabriek. De stoommachine dreef alle weefgetouwen aan. “Die techniek is nog lang gebleven”, herinnert Remi Broucke zich. “Ik heb er nog tot in de jaren zestig mee gewerkt.”

Een grogrammeerbaar weefgetouw

Weefgetouwen in actie in Komen

Geen twee weefgetouwen zijn dezelfde. We zien een exemplaar dat draden van jute maakt en andere die ronde en platte veters vervaardigen. “De toestellen werden gaandeweg geperfectioneerd, zodat er steeds meer linten op één weefgetouw konden worden gemaakt”, weet onze gids. Centraal in het museum staat het pronkstuk, een indrukwekkend jacquardweefgetouw dat uit Saint-Etienne werd overgebracht. Jacquard was de uitvinder van het programmeerbare weefgetouw. Hij ontwierp een systeem van ponskaarten waarmee weefgetouwen een bepaald patroon kunnen weven. “Hier ziet u een zogenaamde piano”, zegt Remi Broucke. “Daar worden de gaten in de kaarten gemaakt, die daarna aan elkaar zullen worden geplakt en in het weefgetouw aangebracht. Op de plaatsen waar een gat zit worden de stangen doorgelaten, de andere worden tegengehouden. Zo kan men linten met ingewikkelde tekeningen produceren, met teksten en figuren.”

We staan nu voor een weefgetouw dat afkomstig is uit Duitsland. “In 1914 werd Komen door de Duitsers bezet en in 1917 bombardeerden de Engelsen de stad volledig plat. Na de oorlog moest alles heropgebouwd worden. Hun oorlogsschuld losten de Duitsers o.a. met weefgetouwen af.”

De gouden tijd

Met de jaren zijn deze toestellen natuurlijk danig aangepast. “Nu zie je hier gebogen schietspoelen, een techniek waardoor meer linten per weefgetouw konden worden geweven. Ik heb het geluk gehad, de gouden jaren nog te mogen meemaken. Wij waren met 25 lintwevers voor 100 machines, iedere wever had dus 4 machines onder zijn hoede. Vandaag zijn er nog wel wat lintweverijen in de buurt, maar het proces is bijna volledig machinaal geworden. Er wordt steeds meer geproduceerd met steeds minder personeel.”

Praktisch

Museum van de Lintweverij, Kunstenstraat 50, Komen (Musée de la Rubanerie, Rue des Arts, Comines).

Open van dinsdag tot vrijdag (9.30 – 11.30 uur en 13.30 -16.30 uur).

Toegang: ? 2, geleid bezoek zaterdag en zondagmorgen op aanvraag.

Info: www.villedecomines-warneton.be (tourisme/musées) en tel. 056 55 56 00

Partner Content