In de oude herberg huist nu een museum waar de slaapkamer van Wellington zorgvuldig bewaard is gebleven. © FOTO'S FRÉDÉRIC RAEVENS

Waarom Waterloo beroemd werd

De slag bij Waterloo, vond niet plaats in Waterloo, maar enkele kilometers verderop, in Mont-Saint-Jean. Dat Waterloo toch wereldberoemd werd, heeft het te danken aan generaal Wellington, die er twee nachten doorbracht.

Soms is er niet veel nodig om de geschiedenis van een stad om te gooien. Waterloo is wereldwijd bekend, bezorgde Abba eeuwige roem en gaf zijn naam aan een van de belangrijkste stations van Londen. En dat alles dankzij een eenvoudige en weinig aantrekkelijke slaapkamer. Een vertrek met rode, verweerde vloertegels, een vouwtafeltje, een ondiep bed en een gecapitonneerde zetel als enig comfort. Helemaal niets bijzonders en toch ziet deze kamer al meer dan 200 jaar tienduizenden gefascineerde en soms ontroerde bezoekers voorbijkomen.

Om te begrijpen hoe het zover is kunnen komen, moeten we terug naar het jaar 1814. Waterloo is dan een onooglijk dorp, met huizen aan weerszijden van de Chemin des Wallons, de belangrijkste verbindingsweg tussen Namen en Brussel. Toch is het dorp bekend omwille van zijn groot aantal herbergen. Het ligt aan de rand van het Zoniënwoud, dat toen veel uitgestrekter was dan nu. Voor reizigers was Waterloo een min of meer verplichte halte, voor ze zich aan hun tocht door het eindeloze bosmassief waagden.

Het gebied trekt de aandacht van een briljante Engelse generaal, Sir Arthur Wellington, die hier op een dag voorbijkomt. Iets ten zuiden van Waterloo raakt hij niet uitgekeken op het kleine gehucht Mont-Saint-Jean, dat zich door zijn ligging uitstekend zou kunnen lenen voor een veldslag. Als ik ooit strijd moet leveren, dan zou ik hier wel eens een overwinning kunnen behalen, denkt de Britse strateeg.

Krijt op de muur

Tot zijn en ieders verbazing doet die kans zich amper een jaar later voor. In 1815 ontsnapt Napoleon uit zijn ballingsoord op het eiland Elba. Hij probeert zijn troon te heroveren en aarzelt niet om al zijn troeven uit te spelen in een blitzoffensief tegen een coalitie van Europese legers. Hij wil Brussel innemen en moet hiervoor langs de Chemin des Wallons. In het begin lijkt de zege binnen. De coalitietroepen worden verrast, verliezen vele confrontaties en trekken zich terug.

Op 17 juni weerklinkt het geluid van duizenden Duitse, Hollandse en Britse soldaten op de kasseien van Waterloo. In de verte dondert een kanon. De regimenten die naar het front vertrekken, zien karren met gewonde soldaten terugkomen. Het nieuws doet de ronde dat de geallieerden een veldslag in Genappe verloren hebben en zich terugplooien op enkele kilometers ten zuiden van Waterloo. “We zijn erg ongerust”, schrijft Pierre-Joseph Teller, een jonge dorpsbewoner. “Papa is bang dat dit leger tot in Waterloo wordt teruggedreven. Dan zitten wij hier midden in de gevechten.” Maar zo ver zal het nooit komen, al durft niemand daar op dat moment op te wedden.

Niemand, behalve misschien de hertog van Wellington. Terwijl hij het toekomstige slagveld rond Mont-Saint-Jean inspecteert, zijn intendanten in Waterloo op zoek naar logies voor de officieren. “Natuurlijk kiezen ze voor de legeraanvoerder het mooiste kasteel of het mooiste huis uit”, vertelt Philippe de Callataÿ, conservator van het Wellington Museum en een van dé kenners van de slag bij Waterloo. De grootste herberg van Waterloo behoort op dat moment toe aan de weduwe Bodenghien. Op de muur schrijven de intendanten met krijt ‘Wellington’. Zo weet de herbergierster meteen hoe haar illustere gast heet. De generaal komt pas op het einde van de namiddag toe. Hij is slechtgezind en blijft de rest van de dag op zijn kamer om zijn bevelen uit te schrijven. Op de vloertegeltjes wordt een tafeltje open gevouwen, praktisch en toch stevig. In de straten buiten heerst een drukte van belang, terwijl de avond valt.

Heeft de generaal eigenlijk wel geslapen? Feit is dat hij de ochtend van 18 juni rond twee uur opstaat. Hij schrijft nog enkele brieven en rijdt dan te paard de geschiedenis tegemoet. De herberg loopt leeg, maar slechts voor korte tijd. ’s Nachts heeft Wellington aan zijn persoonlijke kok gevraagd Brussel te verlaten en naar Waterloo te komen. Hij wil ’s avonds warm eten en lijkt dus zeker te zijn van de goede afloop van de veldslag. Terwijl in de verte de kanonnen lichamen uiteen rijten, verkent de chef-kok de keuken van de herberg. Buiten vult het dorp zich met gewonden, stervenden en deserteurs. De horizon hult zich in het duister door de rook van de veldslag. Op het einde van de namiddag worden enkele hooggeplaatste gewonden voor verzorging de herberg binnengebracht. Onder hen onder meer de prins van Oranje.

Nu ligt de herberg van Bodenghien in het hart van Waterloo, maar in 1815 lag hij aan de rand van het immense Zoniënwoud.
Nu ligt de herberg van Bodenghien in het hart van Waterloo, maar in 1815 lag hij aan de rand van het immense Zoniënwoud.© FOTO’S FRÉDÉRIC RAEVENS

Bittere overwinnaar

Het is al nacht wanneer Wellington in zijn logies aankomt. Hij is de overwinnaar, maar bitter gestemd. Zijn leger heeft enorme verliezen geleden. Alexander Gordon, zijn persoonlijke adjudant, ligt op sterven in een aangrenzende kamer. Hij moest op het slagveld worden geamputeerd en nu woekert er gangreen door zijn lichaam. Er is niets meer aan te doen. In de schuren en de gelagzaal van de herberg liggen uitgeputte soldaten met koortsige ogen. Ze zijn met niet veel om de overwinning te vieren.

De hertog van Wellington stuurt zijn avondeten weg en valt in een droomloze slaap. In de vroege ochtend kan hij zijn tranen niet bedwingen wanneer hij de dood van Gordon verneemt. “Godzijdank weet ik niet hoe het is om een veldslag te verliezen, maar er niets pijnlijker dan er een te winnen, terwijl je zoveel vrienden verliest”, fluistert hij met bevende stem. Hij schrijft een verslag van de overwinning voor de koningen van de geallieerde troepen, met bovenaan de datum en de plaats waar hij zijn verslag opstelt: Waterloo, 19 juni 1815. Het dorp gaat de geschiedenis in als het eindpunt van Napoleons avontuur. Het zal voor eeuwig de Slag bij Waterloo blijven, al heeft de veldslag in werkelijkheid in Mont-Saint-Jean plaats gehad. Enkele uren later trekken de geallieerde legers weg. Ze laten talloze gewonden en stervenden achter.

Een neus voor zaken

Het duurt maar enkele dagen voor de eerste nieuwsgierigen op de plek van de veldslag opduiken. De weken die volgen komen almaar meer Engelsen op bedevaart en krijgt de legende stilaan vorm. De inwoners bieden de bezoekers voorwerpen te koop aan die ze op het slagveld hebben weggehaald. Daar is zo veel achtergebleven dat de lokale boeren er hun graan mee kunnen maaien. De bewoners houden ook de krijtinscripties op de huizen intact. Er ontwikkelt zich een oorlogstoerisme lang voor deze term het leven zag. De herberg van Bodenghien verandert zelfs van naam: ‘In het hoofdkwartier van de hertog van Wellington’. Het onthaal en de prijs van een kop koffie evenaren die van een terras op de Parijse Champs-Elysées vandaag. De gasten kunnen de slaapkamer van de generaal bezoeken. Macaber genoeg wordt ook het bed van Gordon zorgvuldig bewaard en getoond. De weduwe Bodenghien had kennelijk een neus voor zaken.

Na haar dood blijven de bezoekers komen. In 1955 wordt het gebouw door de gemeente Waterloo ingericht als Wellington Museum. Nog steeds stromen de toeristen toe. De generaal heeft hier maar twee nachten doorgebracht, maar die nachten werden een mijlpaal in de geschiedenis.

In en om waterloo

Het Wellington Museum beperkt zich niet tot de twee slaapkamers. Het toont tal van historische voorwerpen en documenten over de veldslag, al snakt de opstelling naar modernisering. De tijdelijke tentoonstellingen zijn altijd de moeite waard. In de winkel van het museum vind je boeken over de geschiedenis van deze plek en van de veldslag.

Chaussée de Bruxelles 147, 1410 Waterloo. www.museewellington.be

Partner Content