Rechtstreeks vanuit Senegal!

Op 10 maart vertrokken 30 lezers van Plus Magazine naar Senegal, het meest nabije land van zwart Afrika. Eén van hen, Joske Rogier, houdt er voor ons een dagboek bij en zendt ons heel regelmatig tekst en foto’s door, die we graag met u delen.

Woensdag 10 maart 2010

Senegal – Hotel keur Saloum in Toubacouta – Het is ondertussen zowaar al donderdagnamiddag en buiten is het broeierig warm. Bij ons vertrekt in Brussel gisteren was dat wel even anders! Toen was het nog ijzig koud.

We landden in Dakar, een drukke stad waar auto’s, minibusjes in alle maten en soorten en af en toe een kar getrokken door een paard of ezel kriskras door elkaar rijden.

Met de bus gaat het richting Toubacouta. Maar helaas zit de vernieuwde rijbaan stampvol. De files op de Brusselse ring hebben niets te betekenen bij de drukte die we hier beleven. Jonge mensen, maar ook kinderen lopen langsheen de massa’s auto’s om hun waren te verkopen: eten en drinken, nootjes, brillen, onderbroeken, zakdoeken...

Zoals in de sprookjes: gekust worden door een echte prinses!

Nadien komt ook haar familie er bij zitten, dochters en kleinkinderen. Mannen vallen er hier niet te bespeuren!

Wij krijgen een rondleiding door het dorp. Verschillende, traditioneel gevlochten hutten staan geschraagd rond een pleintje en daarrond staan afsluitingen van gevlochten takken. Kleine bankjes en boomstronken dienen als zitplaats in de schaduw... Kippen en kuikentjes scharrelen er rond op zoek naar iets eetbaars.

Een tradiotionele hut. Een klasje in het schoolhebouw.

In het schoolgebouwtje, bestaande uit twee klasjes, gebouwd met Zwitsers geld zitten jongens en meisjes van alle leeftijden door elkaar. Hun kleren zijn veel minder fris dan die van de kleuterjes van Toubacouta. Maar leergierig en nieuwsgierig zijn ze zeker! Enkele meisjes geven ons hun naam en het adres van de school met de vraag te schrijven... en foto’s op te sturen! Eentje vraagt om werk voor haar te zoeken... Zij is 10 jaar.

Op de plaatselijke markt, die amper een 8-tal kraampjes telt, verkopen de vrouwen sieraden en kleine ambachtelijke spullen. De kleine kinderen begluren ons al spelend tussen de kraampjes.

’s Middags eten we vis, geroosterd op de barbecue. Tafels en banken staan op een groot terras met uitzicht over de rivier.

Na de middag kunnen we kiezen tussen zwemmen, gaan vissen of een wandeling naar een ecologisch project. Ik kies voor dit laatste maar dat beklaag ik me al gauw. Bij een temperatuar van om en bij de 45°C is gaan wandelen echt waanzin! Uiteindelijk ben ik, met nog enkele anderen, teruggekeerd op een karretje getrokken door twee ezels. Een groep moedigen heeft de wandeling uitgelopen.

Even buiten het dorp, in de richting van het haventje, staan houten droogrekken naast elkaar. Stapels vis (een soort haring) bestrooid met een laag zout, liggen er te drogen. Op deze manier behandeld, is de vis verschillende maanden houdbaar. In de haven zelf liggen een groot aantal vissersboten.

Ter plaatse worden oude fietsonderdelen in elkaar gestoken, een antieke Singer naaimachine hersteld of voor wie wil, wordt zelfs ter plekke een nieuw kleed gemaakt. Kilo’s noten van diverse soorten worden per zak verkocht.

Paarden en geiten worden verderop te koop aangeboden op een plein niet ver van de ‘heilige’ boom. Boven een vuur hangt de helft van een geslachte geit te braden. En in afwachting worden kruiden en stukjes vet gebakken... Een bonte mengeling van geuren, geluiden en beweging overspoelt ons.

Een rode franjeaap

Op de middag is het altijd erg warm. Voor de meesten van ons het moment om een dutje te doen of een verkoelende duik te nemen in het zwembad. Ik kies voor dit laatste en het doet me echt ongelooflijk deugd.

De moedigste zijn vanavond nog even gaan wandelen en hebben dan toch nog enkele apen en verschillende vogels gezien.

s’Avonds is het hier altijd heerlijk. De temperatuur is nu perfect! Mijn avond eindigt met een heerlijk glaasje aan de bar.

Maandag 15 maart 2010

Wij hebben het al helemaal onder de knie: vertrek om 8.30 u voor de rest van de dag. Frigoboxen met drank en ons middageten gaan mee in de twee prauwen. Wij varen richting Atlantische oceaan. Voor de anderhalf uur durende tocht werden er kussentjes in de prauwen gelegd. Het is heerlijk varen. De temperatuur is goed en iedereen glimt van de zonnecréme...

Op kleine zandbanken in de rivier zien wij visarenden, pelikanen, reigers en verschillende kleine vogels.

Wij varen nog eens voorbij het dorp Sippo en ‘La Terasse’ waar wij enkele dagen geleden waren.

Het vissersdorp dat wij vandaag bezoeken is Djinack. Het is het laatste dorp voor de grens met Gambia die nauwelijks 2km verderop ligt. De boten liggen nog niet goed vast of er komt al een hele bende kleine kinderen aangelopen.

Op het strand zijn enkele mannen een nieuwe prauw aan het maken uit Sandelhout. Hen fotograferen mag niet.

In Djinack wonen 509 mensen, allemaal moslims. Het dorp leeft van de visvangst. De mannen gaan vissen. De vrouwen zorgen voor het fileren van de vissen en de kleine visvangst.

Wij worden ontvangen door de Immam en de dorpsoverste. De wandeling gaat van de bestaande moskee naar een nieuwe die nog in opbouw is. Iets later komen de oudere kinderen uit de school en gaan wij die bezoeken. Het klasje is gebouwd in traditionele stijl met een dak van stro. Het is er fris en licht. Op een tafeltje liggen Franse leesboeken. Er zijn 4 leerjaren.

De ganse tijd lopen de kinderen ons achterna, vragen pennen, ballen, snoepjes. De Imman en de Chef doen in feite hetzelfde... Maar zij vragen bijdragen voor de bouw van de moskee, de school, en nadien ook voor het pas gebouwde dispensarium. In het dispensarium werkt een man die eerste hulp kan toedienen, maar hij heeft eigenlijk geen materiaal. Zijn inkomsten bestaan uit de geschenken die hij af en toe krijgt. Het grootste gezondheidsprobleem hier is malaria.

Dit dorp krijgt veel steun van een Luxemburgs echtpaar en dat staat duidelijk vermeld bij de ingang van het dorp. Toch benadrukt de gids nog even dat dit dorp leeft van de visvangst en... de giften van toeristen. Thérese, onze reisbegeleidster, doet het nodige in naam van de hele groep.

Na het bezoek aan Djincak varen wij naar de overkant van de rivier. Voor vanmiddag hebben wij alle eten mee. In afwachting neem ik een duik in het water.

De rest van de groep ligt, of hangt te zonnen en te luieren, is gaan wandelen of nog even naar het dorp op zoek naar de ‘laatste’ geschenkjes voor thuis. Onderhandelen met een Senegalees is een deel van het plezier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content