Nieuw onderzoek Lam Gods toont aan dat aandeel Hubert Van Eyck groter was dan gedacht

Nieuw onderzoek bij de restauratie van het onderste register van het Lam Gods heeft aan het licht gebracht dat Hubert Van Eyck veel meer heeft geschilderd dan aanvankelijk gedacht. Zijn broer Jan bracht na 1426 belangrijke compositiewijzigingen en overschilderingen aan, zo blijkt uit interdisciplinair onderzoek door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) en de Universiteit Antwerpen (UA).

In 2012 startte de eerste fase van de restauratie van het Lam Gods. Nu is de tweede fase afgerond en is het volledige onderste register van het veelluik gerestaureerd. Daarbij werd beslist om terug te gaan naar het originele 15e eeuwse schilderij en de veelal 16e eeuwse overschilderingen weg te halen.

In 1823 werd onder een overschildering op de lijst van het Lam Gods een vers gevonden met cruciale informatie over het ontstaan van het meesterwerk. De Latijnse tekst meldt dat Hubert Van Eyck het werk startte en dat zijn broer Jan het werk voltooide in 1432. Zo gaf het vers de voorbije twee eeuwen aanleiding tot talrijke hypotheses over het ontstaan van het Lam Gods en de precieze inbreng van beide Van Eycks.

Maar het vers, een zogenaamd kwatrijn, blijkt nu met zekerheid origineel te zijn. Van Hubert weten onderzoekers dat hij in 1426 overleed, allicht tijdens de creatie van het Lam Gods. Maar er is geen enkel ander schilderij van hem gekend en zijn precieze inbreng in het Lam Gods bleef een groot mysterie. Nieuws scans van de panelen toonden aan dat Hubert Van Eyck delen van het Lam Gods schilderde. Dit wordt voor het eerst betoogd op basis van stijlstudie én wetenschappelijke gegevens.

Zijn bijdrage bleef niet beperkt tot de planning en het ontwerp, zoals vaker werd geopperd. “Op het centrale paneel met de Aanbidding werd een vrij ver uitgewerkte onderliggende schildering gevonden die we dankzij het kwatrijn kunnen toeschrijven aan Hubert Van Eyck”, zegt onderzoekster Griet Steyaert. “Hij schilderde de luchtpartij, een heuvellandschap met minder gebouwen, steden aan de horizon en een weiland. In die eerste schildering komen ook al het altaar met het Lam en Engelen voor en enkele van de centrale figuren. In het grasland vóór het altaar was een natuurlijke bron geschilderd. In een tweede fase, allicht geschilderd na de dood van Hubert in 1426, herkennen we de hand van Jan Van Eyck.” Jan voltooide en overschilderde daarmee voor een groot stuk het werk van zijn broer, maar liet enkele stukken ongemoeid. “Zo is het centrale motief van de natuurlijke bron overschilderd met de monumentale fontein die we nu zien.”

Van Hubert Van Eyck zijn geen andere werken gekend, maar de nieuwe onderzoeksresultaten kunnen aanleiding geven tot de zoektocht naar andere schilderijen van hem.

Daarnaast werd ook een derde schilder ontdekt. “Vermoedelijk gaat het om werken aan het einde van de 15e eeuw, maar zeker voor de overschilderingen in de 16de eeuw. Mogelijk was het werk beschadigd of wou men barsten en craquelures herstellen.”

Koen Janssens van de UA onderzocht het werk met nieuwe scan-technieken. Hij kon onder meer door de samenstelling van verfdeeltjes aantonen welke verflagen met zekerheid uit de 15e eeuw komen en welke later zijn. Dit werpt volgens hem ook een nieuw licht naar datering van andere schilderijen en meesters.

In een derde en laatste fase wordt het bovenste register gerestaureerd. Die fase wordt in 2022 aangevat en zal vermoedelijk in 2025 klaar zijn.

Partner Content