© iStock

Niets is wat het lijkt in Beersel

Lang voor het Suske-en-Wiske-album De Schat van Beersel uitkwam, was het bakstenen kasteel al een iconische plek. Al heeft de waterburcht ook bijgedragen tot een vertekend beeld van de middeleeuwen.

Er was nogal wat schoon volk aanwezig op die warme avond van 28 mei 1949! Op het binnenplein van het kasteel van Beersel hing er opwinding in de lucht. Een massa mensen was opgedaagd voor de première van Yolande van Beersel, een toneelstuk dat speciaal voor deze locatie werd geschreven. Voor de voorstelling begon, waren alle ogen op de kasteelmuren gericht. De aanblik was dan ook weergaloos: na een lang restauratieproces had de middeleeuwse burcht haar geweldig aanzien teruggevonden.

Het was een restauratie om u tegen te zeggen! Begin 20ste eeuw bleven er van de torens enkel brokken en gaten over. Nu stonden diezelfde torens weer hoog en trots rechtop, met daartussen typisch Vlaamse trapgevels. De struiken die vroeger tussen de bakstenen groeiden waren verwijderd en de rondgang had zijn pannendak terug. Door de opvoering van een reeks spektakelstukken weerklonk weer het geschreeuw van geharnaste ridders en het geweeklaag van treurende jonkvrouwen tussen de muren. Het succes van Yolande van Beersel ging immers nog enkele jaren door, met de opvoering van onder meer De gevangene van Beersel, Hamlet en, raar maar waar, Tijl Uilenspiegel in Beersel.

Voor heel wat landgenoten werd de trotse waterburcht al snel het symbool van de roemrijke middeleeuwen in ons land. Die nationale bekendheid leidde tot een van de bekendste avonturen van Suske & Wiske. Het album De schat van Beersel verscheen vanaf juli 1952 in afleveringen in het weekblad Kuifje. Het stoorde toen niemand dat het kasteel werd afgebeeld zoals het eruitzag in de 17de eeuw. Dat beeld kwam destijds immers het best overeen met het beeld dat we van de middeleeuwen hadden: een tijdperk van geweld en vreselijke martelpraktijken, maar ook met mooie prinsessen en hoofse liefde. Somber en spannend tegelijk.

Suske en Wiske

Voor de 75ste verjaardag van Suske en Wiske vorig jaar, ging Standaard Uitgeverij op zoek naar de 75 beste albums. Honderden striplezers stuurden hun top drie in en De schat van Beersel werd verkozen tot beste album.

Folteren in de keuken?

Al decennialang hebben de bezoekers van het kasteel recht op een portie horror. Om aan hun verwachtingen te beantwoorden krijgen ze vergeetputten te zien, maar ook een folterkamer met een ingebouwde gevangeniscel, ijzeren haken en een houten bok als marteltuig. Hoeveel schoolkinderen hebben een blijvende herinnering aan die ene kamer overgehouden? Jammer, want vergeetputten en folterkamers in een middeleeuwse burcht zijn eerder een product van onze hedendaagse fantasie dan een weergave van de historische werkelijkheid.

“Als je goed kijkt, merk je dat die zogenaamde folterkamer van Beersel niet klopt”, zegt kasteelgids André Laeremans met een knipoog. “Die ruimte vormde wellicht de keuken, want ze staat in directe verbinding met de pronkzaal en wordt verwarmd door een brede haard. En de haken hier dienden eerder om vlees op te hangen. Terwijl de kleine cel in de muur waarschijnlijk dienst deed als kast om specerijen veilig in op te bergen, want die waren toentertijd erg duur en kostbaar.”

Over de folterbok die vandaag nog te zien is, durft geen enkele historicus zijn hand in het vuur te steken dat hij hier zes eeuwen geleden ook al stond. Wat niet wil zeggen dat er in de middeleeuwen niet werd gemarteld. Alleen verliep dat martelen toen volgens welbepaalde regels en codes, in de gerechtshuizen in de stad, en niet in een verdedigingsburcht op de boerenbuiten.

Niets is wat het lijkt in Beersel
© FRÉDÉRIC RAEVENS

Miljoenen bakstenen

Want dat was exact de taak die de Beerselse waterburcht had: een middeleeuws slot met een verdedigende rol, dat teruggaat tot de 14de eeuw. Samen met Gaasbeek, Meise en andere burchten maakte Beersel deel uit van de fortengordel rond Brussel, die diende om de stad en de grenzen van het hertogdom Brabant te beschermen, maar ook om opstanden in Brussel neer te slaan. De inwoners van die middeleeuwse stad waren immers allesbehalve volgzaam en passief. Ze hadden een eigen leger – een burgermilitie – en aarzelden niet om in opstand te komen tegen de hertog of de graaf, of om politieke meningsverschillen uit te vechten.

De verwoesting van het kasteel in 1489 was trouwens te wijten aan diezelfde Brusselaars. In die periode probeerde Maximiliaan van Habsburg de macht te verwerven over de Bourgondische Nederlanden, tot groot ongenoegen van veel Vlaamse steden. Hendrik III van Witthem, de toenmalige heer van Beersel, koos de kant van Maximiliaan, maar de Brusselaars niet. Geholpen door een sterk detachement van de Franse artillerie slaat Brussel het beleg voor het kasteel.

Vergeet die vergeetput

Dat er zich in de meeste burchten, inclucief die van Beersel, vergeetputten bevonden, wordt vandaag door historici van de hand gewezen. De diepe putten waren in de eerste plaats bedoeld om levensmiddelen op te slaan voor een langdurig beleg. Bovendien had men in de middeleeuwen weinig interesse voor gevangenen: overwonnen soldaten werden gewoon afgemaakt. Enkel belangrijke mensen werden opgesloten, om hen dan te kunnen ruilen voor een grote som losgeld. Daarom ook werden ze relatief goed behandeld en liet men ze zeker niet wegkwijnen in een diepe put.

Uniek en erg zeldzaam in Europa is het feit dat Beersel van meet af aan bijna uitsluitend in baksteen is opgetrokken. “Enkel de meest kwetsbare delen, zoals raamomlijstingen en schietgaten waren van natuursteen”, zegt André Laeremans. “Verder niets dan bakstenen, de hele dikte van de muur. En gezien het om verdedigingsmuren ging, zijn dat er dus aardig wat.

Ze waren dan ook perfect bestand tegen een traditioneel beleg, maar niet tegen kanonschoten.” De Franse kanonnen hadden bijgevolg geen moeite met het kasteel. De bewoners die het beleg overleefden, werden opgehangen aan de galgen die voor die gelegenheid op de Brusselse Grote Markt werden opgesteld.

Die ene tegenslag kon echter niet beletten dat Maximiliaan de Bourgondische Nederlanden in zijn macht kreeg. Zodra hij stevig in het zadel zat, beloonde hij de trouw van Hendrik III van Witthem door hem tot ridder van het Gulden Vlies te slaan. De familie Witthem werd snel nog rijker en machtiger en liet het kasteel van Beersel weer opbouwen op kosten van de Brusselaars.

Niets is wat het lijkt in Beersel
© FRÉDÉRIC RAEVENS

Een nieuwe look

In de 17de eeuw kwam het kasteel door huwelijk in handen van de familie d’Arenberg. De nieuwe eigenaars gaven het gebouw een andere, minder krijgshaftige look, en lieten de typische trapgevels, puntdaken en tal van ramen toevoegen. “Vergeet dus het beeld van de middeleeuwse jonkvrouw die in haar toren zit te borduren op een vensterbank van natuursteen, op zoek naar buitenlicht”, lacht onze gids. “De buitenramen die je vandaag ziet, dateren van een latere datum en vervingen wellicht de schietgaten die weinig licht doorlieten.”

Ontgoocheld dat in dit artikel zo veel middeleeuwse clichés sneuvelen? Dit doet niets af van het feit dat het kasteel van Beersel, in haar huidige versie, een unieke plek blijft om te bezoeken. Een plek die geschiedenis ademt, een plek met een authentieke ziel, die door de eeuwen heen onaangetast is gebleven. In 2021 starten nieuwe opgravingswerken en wordt de restauratie van het kasteelinterieur aangevat. Tijdens die werkzaamheden blijft het gebouw gelukkig open voor bezoekers. En wie weet leiden ze tot interessante ontdekkingen, zoals het graf van Hendrik I van Witthem, waarvan men vermoedt dat hij begraven ligt in de kapel van het kasteel. Waar die kapel zich bevindt, werd echter nog niet achterhaald.

Praktisch

Kasteel van Beersel, Lotsestraat, 1650 Beersel, visitbeersel.be

Check de toegangsregels op de website voor je het kasteel bezoekt.

Partner Content