De Lakenhalle is een van de grootste niet-religeuze gotische gebouwen ter wereld. © MILO PROFI

Ieper, stad met negen levens

Na de Eerste Wereldoorlog stond van het middeleeuwse Ieper geen steen meer op elkaar. Verbazend hoe de heropgebouwde stad een eeuw later, net dankzij die oorlog, een toeristische hotspot is geworden.

Op de Grote Markt en in de Menenstraat waan je je moeiteloos in Groot-Brittannië. Voor de etalages – getooid met papieren klaprozen – praten middelbare scholieren luid door elkaar in de taal van Shakespeare. Verderop ligt de sobere Anglicaanse kapel. Het bord van het aanpalende restaurant belooft lekkere Fresh soup & toasties. “De Britten zijn in Ieper inderdaad een beetje thuis”, zegt stadsgids Patricia Leeuwerck-Ghekiere. “Ik weet niet of dat zo zal blijven na de Brexit, maar een bezoek aan de stad is een verplichte uitstap in de leerplannen van het Britse onderwijs”.

Ieper speelt immers een eersterangsrol in de Angelsaksische geschiedenis: de stad is zowat de Britse tegenhanger van Verdun. Tijdens de Eerste Wereldoorlog marcheerden troepen uit het hele Commonwealth door de straten van de stad, op weg naar de loopgraven in Vlaamse velden. Dat was de Duitsers niet ontgaan. Vanaf 1915 wordt de stad dan ook aanhoudend bestookt, doorploegd en tot stof herleid door Duitse kanonnen. De burgerbevolking wordt al snel naar veiliger oorden geëvacueerd. In 1918 ligt meer dan 90% van Ieper in puin.

Meteen na de oorlog rees de vraag: wat doen we met deze gigantische ruïne met hier en daar nog een muur die overeind is gebleven? De Britten vonden dat Ieper moest blijven zoals het was: een gemartelde stad, een symbool van de oorlogsbarbarij, ter herinnering aan de duizenden soldaten die hier, in dienst van His Majesty, gesneuveld waren. Maar daar wilden de inwoners niet van weten. Zij wilden hun stad haar luister teruggeven. Hun mening heeft het uiteindelijk gehaald: vanaf de jaren ’20 wordt de stad zo identiek mogelijk heropgebouwd.

Bruisende lakenproductie

Die heropbouw betekende niettemin een enorme opgave. Ieper was immers niet altijd een klein provinciestadje geweest. In de middeleeuwen gold het zelfs als een van de belangrijkste concurrenten van Brugge en Gent. “De stad werd rond 962 gesticht”, vertelt Patricia Leeuwerck-Ghekiere. “Via de Ieperlee en de IJzer had ze een rechtstreekse toegang tot de zee”. Deze voordelige ligging maakte van Ieper vanaf de 12de eeuw een bruisend centrum van de lakennijverheid. Een leger ervaren ambachtslieden toverde wol uit Engeland om tot kostbare lakenstof, die vervolgens naar de vier hoeken van de bekende wereld werden uitgevoerd.

“Het was laken van topkwaliteit en dat vond zijn weg naar Genua en Novgorod”. Ieder jaar werd er een maand lang een grote beurs gehouden die handelaars uit heel Europa aantrok. Om deze mensen en hun voorraad aan dure stoffen onder te brengen, lieten de stadsbestuurders een lakenhal langs de rivier bouwen. Met spectaculaire afmetingen – ruim 125 m lang – en daarbij een belfort van 70m hoog. De Lakenhalle is ook nu nog een van de grootste burgerlijke gebouwen in gotische stijl ter wereld.

Nep of echt?

De bombardementen van 14-18 hebben diezelfde Lakenhalle bijna met de grond gelijk gemaakt, maar vandaag staat het gebouw er weer in al zijn grandeur. Toch zijn de littekens van de oorlog niet helemaal verdwenen: de enkele gevelbeeldjes die werden gerecupereerd, vertonen nog sporen van obusinslagen. Maar om het verschil te zien tussen de originele muren en de gereconstrueerde delen, is een geoefend oog nodig.

Dat geldt ook voor de rest van de stad. Voor bezoekers ogen al die iconische gebouwen authentiek: het Groot Vleeshuis, het indrukwekkende Tempeliershuis, de vroegere kathedraal, de gildehuizen, de Vismarkt met de sobere stenen kramen, het Kasselrijhof met zijn medaillons die de zeven hoofdzonden voorstellen... In werkelijkheid tref je hier heel weinig muren aan die ouder zijn dan een eeuw. “Het is waar: alles is opnieuw opgebouwd, maar al dit erfgoed heeft wel zijn ziel bewaard”, meent onze stadsgids.

“Het oorspronkelijke stadszicht is bewaard gebleven. Dat verklaart de vele smalle huizen. Om Ieper zo getrouw mogelijk herop te bouwen heeft men met tal van authentieke documenten gewerkt. Twee fotografen, de broers Anthony, hadden gelukkig massa’s foto’s van de stad gemaakt, zowel voor als tijdens de oorlog”. Hier en daar veraden details niettemin dat het om een reconstructie gaat. Zoals het bouwjaar op de gevels. Of het roosvenster van de Sint-Maartenskerk, waarin het embleem van de Britse Royal Air Force is verwerkt. En natuurlijk ook de standbeelden van koning Albert I en zijn echtgenote, die nu over het Belfort waken.

Oase met uitzicht

Het best bewaarde deel van de stad is bizar genoeg de zone die de meeste kanonschoten te incasseren kreeg: de oude stadswallen van Ieper. Ze behoren tot de meest authentieke 17de-eeuwse bolwerken van ons land en werden ook al door Vauban gerenoveerd. Vandaag zijn ze omgetoverd tot een park van bijna 40 ha en zijn ze een geliefde wandelplek voor de Ieperlingen. Je bevindt je hier nog volop in de stad, maar de drukte ervan lijkt ver weg. De brede grachten en de beplanting bieden een oase van rust en tegelijk een mooi uitzicht op de stad, op een klein oorlogskerkhof en op de bekende Menenpoort. Hier schallen de klaroenen van de brandweer nog elke avond de Last Post als eerbetoon aan de gesneuvelde Britse soldaten. Toegegeven, in Ieper is 14-18 nooit ver weg, maar het zou jammer zijn de stad vast te pinnen op enkel haar oorlogstoerisme. Ze heeft nog tal van andere troeven en één ervan is die rustgevende wandeling over de stadswallen. Een aanrader in elk seizoen!

De stadswallen nodigen vandaag uit voor een wandeling in het groen.
De stadswallen nodigen vandaag uit voor een wandeling in het groen.© G.F.

Praktisch

  • Toerisme Ieper Lakenhalle Grote Markt 34, 8900 Ieper toerismeieper.be
  • De raadzaal van het Stadhuis is elke voormiddag toegankelijk, behalve op dinsdag en zondag.
  • De volgende Kattenstoet is gepland op 9 mei 2021.

Partner Content