Kerk van Sint-Anna-Pede © LANDER LOECKX

Het Pajottenland van Bruegel

Als een echte boer trok Pieter Bruegel de Oude vier eeuwen geleden door het Pajottenland om inspiratie op te doen. Maar wat blijft er in dit Bruegeljaar 2019 over van de landschappen en taferelen die hij konterfeitte?

Op één van de bekendste schilderijen van Pieter Bruegel komt een stoet blinde mannen in lompen voorbij gestrompeld. Je kan de armoede bijna ruiken. In hun haveloze gezichten priemen lege oogkassen, terwijl zich voor de ogen van de kijker het noodlot voltrekt: de blinden vallen en trekken mekaar onverbiddelijk mee in een modderige greppel. Bruegels Parabel der Blinden mag dan wel geïnspireerd zijn op een tekst uit de bijbel, het schilderij oogt niettemin levensecht. Vandaag zelfs meer dan ooit, want het kerkje op de achtergrond van het schilderij staat op nauwelijks enkele meter hiervandaan, en is onmiskenbaar hetzelfde gebleven. We bevinden ons in Sint-Anna-Pede, een dorp in Vlaams-Brabant, in de groene gordel rond Brussel.

Bruegel (1529-1569) wordt vooral aan Antwerpen gelinkt, maar de laatste acht jaren van zijn leven bracht hij wel degelijk in Brussel door. Hij deed niets liever dan rond te struinen op het platteland om inspiratie op te doen voor zijn doeken. In die tijd schilderde hij ook zijn meeste bekende fresco’s over het boerenleven en borstelde hij dorpsfeesten, boerenmensen en de wisseling van de seizoenen. Elk schilderij toont hoe scherp Bruegels blik was.

“Een bekende Franse oogarts heeft de figuren van de Parabel der Blinden ontleed en vastgesteld dat ze allen lijden aan goed herkenbare oogziekten”, vertelt gids Luc De Meulemeester. “Het geval wil dat zich dicht bij de kerk van Sint-Anna-Pede een bijhuis van het Marollenziekenhuis bevond. Hier kwamen de ongeneeslijke gevallen terecht, mogelijk ook blinden.” Is Bruegel hier ergens in de schaduw van een boom gaan zitten om te schetsen wat hij zag? Dat die blinden hier ooit rondliepen, valt onmogelijk te bewijzen, maar het is niet ondenkbaar. Daarom vormt het kerkje van Sint-Anna-Pede een uitstekend vertrekpunt voor de Bruegelwandeling, een bewegwijzerd parcours van 7 km (20 km met de fiets) door het Pajottenland. Langs het pad wachten elf reproducties op groot formaat van bekende werken van de Vlaamse schilder.

Knotwilgen, net als in de tijd van Bruegel, nog sterk aanwezig in het landschap.
Knotwilgen, net als in de tijd van Bruegel, nog sterk aanwezig in het landschap.© VISIT FLANDERS-LUC BOHEZ

Steile kliffen in Brabant?

Toch zal je hier niet de landschappen ontdekken zoals je die kent van de schilderijen. Bruegel wilde immers niet kost wat kost de werkelijkheid afbeelden. “Wat we zien zijn composities”, legt mijn gids uit. “Bruegel was één van de eersten die veel belang aan het landschap hechtte. Hij vermengt lokale elementen met landschappen die hij tijdens zijn Italiëreis heeft gezien of die hij zich gewoon verbeeldt. In zijn landschappen zien we niet alleen Brabantse akkers, maar ook water en bergen.” In Brabant was er nu eenmaal geen equivalent van de steile kliffen of de zeegezichten die we op zijn doeken zien. De verwijzingen naar het Pajottenland zijn vooral op de voorgrond van de schilderijen te zien: de boerenstulpjes, de kerken en molens, minitaferelen, mensen en planten.

Van dat Bruegelse Pajottenland blijven trouwens maar kleine sporen over. Je kan beter over indrukken spreken, want dat boerenland is ook nog eens duchtig aangevreten door de oprukkende grootstad. Vrijwel alle boerderijen zijn hier verbouwd tot (te?) nette luxewoningen. En wanneer het wandelpad Anderlecht aandoet, wordt het uitzicht zelfs ontsierd door lelijke torenflats.

Hier en daar blijft er gelukkig nog een holle weg over, samen met de eenden die in de Pede badderen, en enkele glooiende weiden met oude hoevetjes. Ze gaan de dialoog aan met de Bruegelreproducties die langs het wandelparcours zijn opgesteld. Door hun groot formaat vallen ze op in het landschap. “Dat is juist zo geweldig aan Bruegel: zijn schilderijen nodigen echt uit om in het tafereel te stappen. Overal ontdek je kleine details. Zijn oog voor detail heeft hij wellicht van Pieter Coecke, die hem heeft opgeleid. Bruegel was getrouwd met de dochter van Coecke en heeft waarschijnlijk ook gewerkt voor haar atelier, dat gespecialiseerd was in miniaturen.”

Lambiek op de bruiloft

In een bocht van een landweggetje duikt opeens een kleine schuur op. “Het zou kunnen dat het bekende tafereel van de Boerenbruiloft zich hier in deze schuur heeft afgespeeld”, zegt Luc De Meulemeester. Waar of niet? Ook hierover valt niets met zekerheid te zeggen, al verwijst de naam van de weg – Kroonweg – naar het kroontje van de bruid. “Sommige beweren zelfs dat de drank die op het schilderij in de kruiken wordt gegoten, geuze is.” Maar Geuzebier werd pas later uitgevonden, in de 19de eeuw. Lambiekbier was in Bruegels tijd hier wel al de streekdrank.

Wanneer we door het mooie Itterbeek lopen, komen we voorbij brouwerij Timmermans, om verder te wandelen naar het lager gelegen Pededal en beken omzoomd met knotwilgen. Wil je trouwens weten waarom wilgen vroeger geknot werden, dan moet je naar de reproductie van het schilderij De Sombere Dag kijken, één van Bruegels meest gekwelde landschappen. Je ziet er hoe boeren wilgen snoeien om er takkenbossen van te maken. Het knotten van de bomen was een makkelijke manier om aan brandhout te komen. De bomen maakten immers elk jaar nieuwe takken en stonden vlakbij de huizen. Koppie, koppie, onze voorouders!

Parabel der blinden, met het kerkje op de achtergrond.
Parabel der blinden, met het kerkje op de achtergrond.© BELGAIMAGE

Bruegel, een partycrasher

Om de boerentaferelen uit te beelden, dook Bruegel onuitgenodigd op feesten op, als een partycrasher avant la lettre. In zijn Schilder-Boeck uit 1604 schrijft Karel van Mander (omgezet in hedendaags Nederlands): “Brueghel ging dikwijls bij de boeren, ter kermis en ter bruiloft, verkleed in boerenkleren. Hij gaf giften als de anderen, voorwendend van de familie of het volk van de bruid of bruidegom te zijn. Hier had Brueghel zijn vermaak om de aard van de boeren in eten, drinken, dansen, springen, vrijen en andere zaken te zien, wat hij dan zeer kluchtig en aardig wist na te bootsen met verf”.

Praktisch

De Bruegelwandeling is er in 7 km en 11 reproducties voor wandelaars, en in 20 km en 19 reproducties voor fietsers. De bewegwijzerde route vertrekt aan de kerk van Sint-Anna-Pede, Herdebeekstraat 176, 1701 Itterbeek. Wandeling met gids op aanvraag. De folder met route-beschrijving kan je downloaden via www.toerismedilbeek.be

De blik van Bruegel: een reconstructie van het landschap, heet de tweede wandeling, die van 7/4 tot 31/10 de kerk van Sint-Anna-Pede met de molen van Sint-Gertrudis-Pede verbindt, met langs de route 12 hedendaagse kunstinstallaties.

www.toerisme-pajottenland.be, www.bruegel2019.be

Partner Content