Het historische hart van Gent

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Gent is een compacte stad, met heel wat bezienswaardigheden op wandelafstand van elkaar. Wij nemen u mee op verkenning door het historische hart van de Arteveldestad.

De 60 000 inwoners die Gent in de 14de eeuw telt, staan heel erg op hun rechten: graven en vorsten mogen aan den lijve ondervinden dat de trotse en rebelse Gentenaars hun verworven privileges en vrijheden niet zonder slag of stoot afgeven.

Omdat Engeland tijdens de Honderdjarige Oorlog de invoer van grondstoffen voor de belangrijke textielnijverheid blokkeert, kiest Gent noodgedwongen de zijde van Engeland. Jacob van Artevelde, een rijke lakenhandelaar, neemt de leiding van het verzet tegen graaf Lodewijk van Nevers, vazal van de Franse koning.

In de 15de eeuw neemt Filips de Goede, hertog van Bourgondië, het graafschap Vlaanderen over. De Gentenaars verzetten zich met hand en tand tegen de pogingen om de macht van de steden te breken en een sterk centraal gezag in te voeren. Dit leidt uiteindelijk tot de slag bij Gavere waar het Gentse verzet bloedig wordt neergeslagen.

Doorheen de eeuwen blijven de Gentenaars hun reputatie van koppigaards en dwarsliggers trouw. Zelfs tegen hun eigen prinsenkind, Keizer Karel V, komen ze in opstand. Dat hadden ze beter niet gedaan want de Gentenaars worden publiekelijk vernederd en Klokke Roeland, het symbool van de Gentse zelfstandigheid, wordt uit het Belfort verwijderd. Ook economisch gaat het minder goed. De stad verliest haar doorgang naar de zee en de bevolking halveert.

Pas in de tweede helft van de 18de eeuw beleeft de stad een economische heropleving. Onder Hollands bewind krijgt Gent in 1816 een eigen universiteit en tien jaar later wordt het dankzij het kanaal Gent-Terneuzen opnieuw een zeehaven.

Het Gravensteen

We beginnen onze verkenning van Gent op ’s Gravengrond, het gebied dat eigendom was van de graaf en dus niet van de stad. Het Gravensteen roept bij de Gentenaars gemengde gevoelens op. Is het een prachtige versterkte vesting of eerder een symbool van onderdrukking?

Voor de bouw van een versterkte residentie kozen de graven van Vlaanderen een hoge zandduin tussen de Leie-armen. In de elfde eeuw verscheen daar ‘mottekasteel’ met opperhof en voorhof. Met een mottekasteel bevestigden de edelen, en dus ook de graaf van Vlaanderen, hun aanwezigheid in een bepaald gebied tegenover de vorst, de andere edelen en hun ondergeschikten.

Tonen wie de baas was, dat is wat Filips van den Elzas wilde toen hij de burcht in 1180 verbouwde tot een dwangburcht tegen de arrogantie van de Gentse patriciërs. Het leenhof van de Oudburg, de door graaf Filips ingestelde rechtbank, hield zitting in het Gravensteen, net zoals de overkoepelende hogere rechtbank, de Raad van Vlaanderen, die in 1407 naar Gent verhuisde. Voor de werking van beide gerechtshoven werden nieuwe gebouwen opgetrokken met rechtszalen, kerkers en zo meer.

In de 18de eeuw verkocht het hof het Gravensteen en werd het omgebouwd tot een industrieel complex met een metaalconstructie-atelier en katoenspinnerijen.

De herwaardering van het Gravensteen begon in de late 19de eeuw. Het rijk en de stad kopen het geheel in diverse stappen terug van particulieren. Het Gravensteen wordt gerestaureerd en groeit uit tot een van de drukst bezochte toeristische monumenten van Gent.

Via de movieguide (een interactieve computergestuurde gids) over Filips en Mathilde (neen, niet onze kroonprinsen, wel Filips van den Elzas en zijn tweede echtgenote Mathilde van Portugal) wordt u meegevoerd naar het verre verleden. Graalschrijver Chrétiens de Troyes en koopman Simon Saphir leiden u doorheen het kasteel. Naast een crypte, kerkers en historische ruimten, kunt u in het Gravensteen ook twee musea bezoeken: het gerechtsmuseum en het wapenmuseum.
Het gerechtsmuseum toont tal van dwang- en foltertuigen uit de periode dat de twee rechtbanken zetelden in het Gravensteen. In het wapenmuseum worden schitterende pistolen, kruisbogen, zwaarden, strijdknotsen, harnassen en maliënkolders getoond.

Praktisch: Gravensteen, Sint-Veerleplein, 9000 Gent, www.gent.be/gravensteen, open van 1/04 tot 30/9 van 9 tot 18 uur, van 1/10 tot 31/03 van 9 tot 17 uur, toegangsprijs: ? 8 (inclusief movieguide), 55+ en 19 tot 26 jaar: ? 6, )19 jaar gratis.

(*) Meester Frieda Degraeve is de hoofdpersoon in de spannende triller ‘De schedelkraker’ van Marthe Maeren. Meer hierover leest u hier.

Het Patershol

Op het Sint-Veerleplein, tegenover het Gravensteen vindt u de monumentale toegangspoort van de Oude Vismijn. Neptunus houdt er de Schelde (een man) en de Leie (een vrouw) in het oog. Eind dit jaar zou het volledig gerenoveerde complex opnieuw toegankelijk zijn.

Van het Sint-Veerleplein trekken we richting Patershol. Een authentieke middeleeuwse wijk, waar magistratuur en gegoede burgerij hun intrek namen toen het Gravensteen als rechtbank fungeerde. Toen de burcht een industrieel complex werd, werd het Patershol een arbeiderswijk. Voor een appel en een ei kon u hier dertig jaar geleden een huisje kopen, nu is het één van de meest gegeerde buurten van de stad én de place to be voor wie van lekker eten en drinken houdt.

In het ‘Kinderen Alijnshospitaal’, een godshuis uit 1363 en het enige bewaarde godshuis in Gent is tegenwoordig het museum voor volkscultuur, Huis van Alijn gevestigd. Op verrassende wijze maakt u hier kennis met de cultuur en het dagelijkse leven in Gent in de 20ste eeuw. Liefde, pijn, geloof, passie, inventiviteit en ontspanning worden in beeld gebracht via ingezamelde oude privéfilmpjes van Gentenaars en talrijke curiosa.

Praktisch: Het Huis van Alijn, Kraanlei 65, 9000 Gent, http://www.huisvanalijn.be/, open dinsdag – zaterdag van 11 tot 17 uur, op zondag van 10 tot 17 uur.; toegangsprijs: ? 5, 55+: ? 3,75, 19 – 26 jaar: ? 1, -19 jaar gratis.

Op de Kraanlei zijn nog twee andere opmerkelijke huisjes te bewonderen, die dateren uit de 17de eeuw. Het huisnummer 79 toont de 6 werken van barmhartigheid. Historici zijn het er over eens dat het zevende werk, met name de doden begraven, ontbreekt omdat het te somber was. Huisnummer 81 verbeeldt de vijf zintuigen en bovenaan geloof, hoop en liefde.

Op naar de Vrijdagmarkt

Vlakbij het Huis van Alijn staat het Groot Kanon, een smeedijzeren gevaarte van 12 500 kg dat nooit één kogel geschoten heeft. In de volksmond wordt het kanon de Dulle Griet genoemd. Omdat het al te vaak als vuilnisbak werd gebruikt, is de loop enkele jaren geleden definitief dichtgemaakt. Het vlakbij gelegen café De Dulle Griet gaat er part op meer dan 250 soorten bier aan te bieden.

Op de Vrijdagmarkt, waar nu het standbeeld van Jacob van Artevelde prijkt die trots in de richting van Engeland wijst, speelde zich de voorbije eeuwen het grootste deel van het openbare politieke en sociale leven af. Hier werden vorsten plechtig ontvangen, feest gevierd en vetes beslecht. In het 15de eeuwse Toreken, ooit het gildehuis van de huidenvetters, is tegenwoordig het Poëziecentrum ondergebracht.

Vanaf de Vrijdagmarkt gaan we richting Sint-Jacobs, het epicentrum van de jaarlijkse Gentse Feesten. De Sint-Jacobskerk is een bezoek meer dan waard. De twee torens die de toegang tot de kerk flankeren, dateren nog uit de romaanse periode (12de eeuw), maar sindsdien kende de driebeukige kerk vele verwoestingen, uitbreidingen en verbouwingen. In de kerk kunt u heel wat waardevolle schilderijen en kerkschatten bewonderen.

Sint-Baafskathedraal en Belfort

We zetten onze wandeling verder in de richting van het imposante Gentse stadhuis. Rechts valt meteen de vlammende gotiek van begin 16de eeuw op, links de veel soberdere Italiaanse renaissance. Ook binnenin wordt het stadhuis gekenmerkt door diverse stijlen: de Arsenaalzaal heeft een houten gewelf, in de Trouwzaal zijn de graven van Vlaanderen vereeuwigd in zes brandglasramen en in de Troonzaal is de statige troon te zien waarop Jozef II werd ingehuldigd. Het stadhuis is echter enkel te bezoeken met gids.

Tegenover het stadhuis ligt het Sint-Jorishof, het oudste hotel van West-Europa, waar in 1477 Maria van Bourgondië logeerde.

Van het stadhuis wandelen we verder naar het Sint-Baafsplein, het hart van de stad. Ooit was de Sint-Baafskathedraal niet meer dan een kleine parochiekerk. Van de oorspronkelijke kapel die in 942 gewijd werd blijft echter niets meer over. De oudste restanten nu zijn twee Romaanse beuken in de crypte die dateren uit 1150.

Wanneer Keizer Karel in 1540 de vlakbij gelegen Sint-Baafsabdij laat afbreken om er het Spanjaardkasteel op te trekken, vinden de monniken en hun relikwieën in de kerk een onderkomen. Door de oprichting van het bisdom Gent in 1561 wordt de kerk automatisch een kathedraal. Binnen moet u zeker de prachtige Rubens gaan bekijken én vanzelfsprekend ook De aanbidding van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck uit 1432. Dit unieke meesterwerk overleefde de Beeldenstorm, viel onder Napoleon in Franse handen en werd tijdens WOII door nazi-Duitsland opgeëist. Intussen hangt het toch al meer dan 50 jaar opnieuw in de Sint-Baafskathedraal, zij het nog steeds met een reproductie van het paneel van de ‘Rechtvaardige Rechters’ dat in 1934 werd ontvreemd en ondanks intensief speurwerk nooit werd teruggevonden.

Tegenover de kathedraal rijst het Belfort op. Bovenop de statige wachttoren waakt de draak over de inwoners van de stad. Eeuwenlang werden in deze toren de stedelijke privileges bewaard die de stad in 1180 ontving. Sinds 1999 staat het Belfort op de wereldranglijst van het beschermd cultureel erfgoed van de UNESCO.

Tegen het Belfort aangebouwd staat de Lakenhalle uit 1425. Hier vindt u de Dienst voor Toerisme.

Op de hoek van de Lakenhalle bevindt zich een oude cipierswoning. Op de voorgevel prijkt de Mammelokker, die verwijst naar de legende van de tot de hongerdood veroordeelde Cimon. Hij werd gered door zijn dochter die hem dagelijks aan haar borst (mamme) liet zuigen (lokken).

De beroemdste klok van het belfort is Klokke Roeland, die in 1325 in de toren werd opgehangen. De klok werd in de 17e eeuw omgesmolten tot een carillon, dat later werd uitgebreid met drie grote klokken, de Triumphanten. De grootste van deze drie, ook Roeland genoemd, kreeg nadat ze scheuren vertoonde een ereplaatsje buiten op het Emile Braunplein.

Ook op het Emile Braunplein staat de Bron der Geknielden, door de Gentenaars een beetje oneerbiedig ‘de pisserkes’ genoemd. Dit zwart marmeren meesterwerk van George Minne toont vijf jongemannen die geknield in het water staren.

De universiteit

Om in de sporen van meester Frieda Degraeve (*) te blijven, maken we een ommetje via de Mageleinstraat in de richting van de universiteit.

Het Jezuïetencollege in de Voldersstraat werd rond 1660 gebouwd en werd later vernoemd naar een voormalig burgemeester van Gent, Emile Braun. In dit college gingen na de oprichting van de universiteit in 1817 de eerste lessen door. De universiteit liet jet college recent restaureren en op 10 juni jongstleden werd de gerenoveerde Emile Braunschool plechtig ingehuldigd. Via twee stukken nieuwbouw sluit het gebouw nu aan op de aanpalende gebouwen van de faculteit rechtsgeleerdheid.

Iets verderop vormen acht Korinthische zuilen bekroond met een driehoekig fronton de statige toegang naar de Aula van de Universiteit Gent. In 2000 inspireerden deze zuilen kunstenaar Jan Fabre tot een installatie die op veel kritiek stuitte: hij bekleedde de kolommen met verse ham. De ham blééf helaas niet vers en moest vroeger dan gepland verwijderd worden.

Het Pand

We lopen de Voldersstraat verder door tot aan Onderbergen waar in het nummer 5 Het Pand gevestigd is. De naam ‘Het Pand’ verwijst naar het gerestaureerde klooster van de dominicanen. In de 13de eeuw kreeg de dominicanenorde door toedoen van de graven van Vlaanderen het Utenhovehospitaal toegewezen. In 1240 startten de dominicanen met de bouw van de Sint-Michielskerk. In de eerste helft van de 14de eeuw lieten de paters de Leievleugel van Het Pand optrekken. De pandgangen die de binnentuin omsluiten en de bibliotheekvleugel dateert uit de 15de eeuw. Tijdens de beeldenstorm sloegen de paters op de vlucht, maar toen de rust was weergekeerd, kwamen ook de paters terug. In 1796 sloot het klooster en Het Pand zou later ingedeeld worden in een 200-tal kamerwoningen. Wat eens een prestigieus klooster was, gleed af tot een verkrotte woonkazerne. Na WOII werd het gebouw onbewoonbaar verklaard. In 1963 kocht de Gentse universiteit het pand en na ingrijpende restauratiewerken wordt het nu gebruikt als congrescentrum en zijn er enkele merkwaardige collecties in ondergebracht. Er worden ook regelmatig tijdelijke tentoonstellingen gehouden.

De Sint-Michielskerk moest oorspronkelijk een toren van 138 meter krijgen, maar die werd nooit afgewerkt. Officieel uit veiligheidsoverwegingen maar in werkelijkheid eerder uit gebrek aan financiële middelen.

Via de Sint-Michielsbrug komen we op de Korenlei. Samen met de aan de overkant van de Leie gelegen Graslei vormde deze vanaf de 11de eeuw de eerste handelshaven van Gent. De gebouwen bezitten er een tijdloze schoonheid.

Onze wandeling gaat verder door de Jan Breydelstraat. Halverwege vormt het kleine Appelbrugparkje één van de vele verborgen pareltjes in de binnenstad.

(*) Meester Frieda Degraeve is de hoofdpersoon in de spannende triller ‘De schedelkraker’ van Marthe Maeren. Meer hierover leest u hier.

Design

Recht tegenover het parkje is het Design museum Gent gevestigd in Hotel de Coninck. Dit gebouw is een typisch voorbeeld van de Vlaamse burgerlijke bouwkunst uit de 18de eeuw. In mei 1992 werd het nieuwe gedeelte geopend. Naar de binnenkoer toe werd een 18de eeuwse gevel volledig gereconstrueerd. Op de binnenkoer moet u zeker eens naar de metershoge vaas van de Italiaanse ontwerper Andrea Branzi gaan kijken.

Het Design museum Gent bezit één van de mooiste art-nouveaucollecties van het land.

Praktisch: Design museum gent, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent, http://www.designmuseumgent.be/, open dinsdag tot zondag van 10 tot 18 uur, toegangsprijs: ? 5; 55+ ? 3,75; 19 tot 26: ? 1, -19 jaar gratis.

Van hier is het nog slechts enkele meters wandelen om terug bij de oude vismijn en het Gravensteen te komen.

Wegwijs in Gent

  • Bezienswaardigheden staan in Gent bijzonder goed aangegeven met overzichtelijke wegwijzers op 114 plaatsen in de stad.
  • Wie van plan is enkele musea te bezoeken, kan best een Museumpas aanschaffen. Een Museumpas kost ? 20 en is 3 dagen geldig vanaf een eigenhandig in te vullen datum op de achterzijde van de pas. De pas geeft toegang tot 14 musea en monumenten in Gent + gratis openbaar vervoer met tram en bus in de Gentse stadszone.
  • De Koninklijke Gidsenbond van Gent en Oost-Vlaanderen heeft tal van zeer boeiende wandelingen uitgestippeld door Gent. Van mei tot oktober kunt u gewoon aansluiten bij hun wandelingen, die vertrekken aan het infokantoor.
  • De Dienst Toerisme van de stad Gent is gevestigd in de Raadskelder van het Belfort op de Botermarkt 17A, 9000 Gent, tel. 09 266 56 60. Het kantoor is van 15 maart tot 14 oktober dagelijks open van 9.30 tot 18.30 uur, van 15 oktober tot 14 maart van 9.30 tot 16.30 uur. Meer info op http://www.visitgent.be/. Hier ontvangt u met de glimlach een stadsplan waarop alle bezienswaardigheden van deze wandeling duidelijk aangegeven zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content