© CHARLES MAHAUX

Gevleugelde magie in de bergen van Michoacán

Elk jaar, in januari en februari, kan je in Mexico een grandioos avontuur beleven. Diep in de bergen van Michoacán spatten dan donkere trossen in de lucht uiteen tot duizenden monarchvlinders. Ze fladderen tussen de sparren en dansen in het licht.

Alles begint in Angangueo, een voormalig mijnstadje op 3.000 m hoogte in de Sierra Madre. Begin vorige eeuw ontdekten jagers dat tientallen miljoenen monarchvlinders in de oyamel naaldwouden overwinteren die tegen de hoge bergtoppen opklimmen. Meer was er niet nodig om tal van wetenschappers naar het gebied te lokken. Allemaal waren ze onder de indruk van deze fantastische trekvlinder die de circa 4.000 km van Canada naar Mexico aflegt. De Mexicaanse overheid was zich bewust van de uitzonderlijke ecologische waarde van dit overwinteringsgebied. In 1986 richtte ze een biosfeerreservaat op voor de monarchvlinder, dat sinds 2008 ook op de Unesco Werelderfgoedlijst staat.

Angangueo, laatste stop voor de butterfly sanctuary.
Angangueo, laatste stop voor de butterfly sanctuary.© GETTY IMAGES

Monarchvlinderreservaat

Wil je die vlinderpracht ook wel eens zien? Dat voorrecht moet je verdienen! De tocht erheen is lastig. Angangueo zelf ligt op 3.000 m hoogte, maar voor het Butterfly Sanctuary moet je nog hoger, tot op 3.500 m. Om de site te mogen bezoeken, moet je 35 pesos (ongeveer 2 euro) betalen. Je krijgt dan een gids toegewezen die je tot diep in het woud brengt, naar de plaats waar deze prachtige gevleugelde insecten zich ophouden. Verwacht niet te veel van je gids, de meesten weten weinig van de monarchvlinders af. Gelukkig staan er langs het pad interessante infoborden.

Het pad is steil en met stenen bezaaid. De hoogte beneemt de dagjesmensen de adem. Reken op een klim van bijna twee uur in het koele lommer van het woud. Loofbomen gaan stilaan over in oyamels, zoals de heilige zilversparren hier worden genoemd. Het is de specifieke geur van de sparrennaalden die de vlinders aantrekt. Een enkele vogel verstoort de stilte. Wanneer de gids plots naar een nóg donkerder geheel van gigantische sparren wijst, weet je eerst niet goed waar je naar moet kijken.

Het is wachten tot de zon hoog aan de hemel staat voor de vlinders uit hun lethargie ontwaken en haastig op zoek gaan naar een beetje vocht om hun dorst te lessen.

Je zoekt houvast aan het struikgewas en stapt nog dieper het woud in, tot waar de zon niet kan doordringen. Kijk je dan naar de boomkruinen, dan ontdek je massa’s vlinders die in een wirwar van vleugeltjes en lijfjes in trossen samenklitten, wellicht om beter tegen de wind en de koude opgewassen te zijn. De dichte oranjeachtige zwermen halen een diameter van wel 50 cm en hangen zachtjes te wiegen in de bries. Elders zijn de boomstammen bedekt met een dikke mantel vlinders.

Het is wachten tot de zon hoog aan de hemel staat voor de vlinders uit hun lethargie ontwaken en haastig op zoek gaan naar een beetje vocht om hun dorst te lessen. Eten doen de monarchvlinders tijdens hun winterslaap niet, maar om te overleven moeten ze wel geregeld drinken. Er blijken ook honderden vlinders op de grond te liggen. De scherpe kou is hen fataal geworden. Of zijn het misschien mannetjesvlinders die liggen te sterven omdat ze zich van hun voortplantingstaak hebben gekweten?

Vliegende wondertjes

’s Zomers kan je deze monarchvlinders makkelijk spotten op het Canadese platteland of in de Amerikaanse Midwest. De fraaie vlinders – oranjerood met zwarte stippen – fladderen dan zorgeloos van bloem naar bloem. Toch is hen geen lang leven beschoren: hooguit vier weken. Maar één generatie, die van eind augustus, die heel toepasselijk de Methuselah Generation wordt genoemd, lijkt genetisch geprogrammeerd om bijna zeven maanden te overleven.

Eenmaal de herfst in ’t land worden deze monarchvlinders namelijk gealarmeerd door de almaar kortere dagen en koudere nachten. Ze proppen zich dan vol met nectar om zoveel mogelijk energie op te doen voor de grote trek naar het zuiden. Gedreven door een buitengewoon instinct zetten ze koers richting Mexico, zonder dat andere soortgenoten hen de weg wijzen. Tijdens de trek oriënteren ze zich aan de hand van de stand van de zon. ’s Nachts verzamelen ze in rustzones, die al decennia lang dezelfde zijn. Onderweg nemen ze af en toe de tijd om van bloem naar bloem te fladderen en zich te goed te doen aan de nectar. Ze moeten namelijk een enorme hoeveelheid energie bijeen zien te sprokkelen, niet alleen om te vliegen, maar ook om te overwinteren, want tijdens hun verblijf in Mexico eten ze niet.

Trossen monarchvlinders bedekken de naaldbomen.
Trossen monarchvlinders bedekken de naaldbomen.© CHARLES MAHAUX

Na een tocht van twee maanden bereiken de monarchvlinders in de loop van oktober Michoacán. Vanaf half februari, wanneer de temperatuur begint te stijgen, zoeken ze lager in de bergen de koelte en de vochtigheid op. Begin maart start dan de paringsdans, een feeëriek spektakel dat maar een paar dagen duurt. Miljoenen vlinders slaan hun vleugels uit en dwarrelen verliefd om elkaar heen in het woud. Een bontgekleurd vlindertapijt bedekt de bodem en uitgeputte vlinders strijken spontaan op het hoofd van de toeristen neer, die met verstomming zijn geslagen door dit uitzonderlijke schouwspel. De mannetjesvlinders sterven ter plekke, uitgeput door de taak die ze net hebben volbracht. De vrouwtjes gaan opnieuw op pad, maar ook zij sterven tijdens hun tocht, zij het pas nadat ze eitjes hebben gelegd. Vaak is het de derde, soms zelfs de vierde generatie die opnieuw Canada bereikt. Eén enkele generatie brengt haar hele leven in de noordelijke contreien door. En het is de laatste generatie van de cyclus, de vlinders die in augustus worden geboren, die opnieuw koers zet naar Mexico.

Gevleugelde magie in de bergen van Michoacán
© CHARLES MAHAUX

Naar het butterfly sanctuary

Dit voormalige mijnstadje werd uit de grond gestampt toen gouden zilverzoekers hier eind 18de eeuw goudaders ontdekten. Vooral Spanjaarden, maar ook Fransen en Amerikanen gingen in Angangueo aan de slag: ze groeven tunnels en brachten tientallen wagons met stenen naar de oppervlakte. Tot in de vorige eeuw een twintigtal mijnwerkers het leven liet bij een explosie. De tunnels gingen dicht en het stadje dommelde in, tot wetenschappers en nadien ook nieuwsgierige toeristen het tot de ideale uitvalsbasis verklaarden om de Butterfly Sanctuaries te bezoeken. Op de muren van een steegje herinneren fresco’s evenwel nog altijd aan het mijnverleden van Angangueo.

Gevleugelde magie in de bergen van Michoacán
© CHARLES MAHAUX

Praktisch

Erheen. Angangueo ligt op amper 200 km van de hoofdstad Mexico-stad. Neem in de terminal Poniente een bus naar Zitacuaro. In Zitacuaro neem je dan de bus naar Angangueo. Vraag aan de chauffeur om je voor je hotel af te zetten. Totale kostprijs: ?20. De beste periode om de vlinders te bewonderen is van januari tot half maart.

Logies. Alle hotels liggen beneden in het dorp, langs de hoofdstraat, op 500 m van het centrale plein. Allemaal hebben ze eenvoudige, maar prettige kamers (vanaf ?35 voor een tweepersoonskamer).

Excursie. De kleine toeristische dienst tegenover de kerk Inmaculada Concepción in Angangueo organiseert excursies naar een van de twee sites die toegankelijk zijn voor bezoekers: het Butterfly Sanctuary van El Rosario en dat van Sierra Chincua. Wie liever niet te voet naar boven klimt, kan een paard huren.

Partner Content