Fruit plukken voor beginners: 7 tips

Het is herfst en heel veel fruit is nu plukrijp. Of niet? Doorgewinterde tuinliefhebbers kennen het klappen van de zweep, maar wie zich nu pas op het plukken gooit in pluktuinen of de eigen tuin, maakt soms beginnersfouten. Met deze zeven tips overkomt je dat niet.

1. Pluk het steeltje mee

Vooral bij pruimen heb je de neiging om gewoon te trekken, maar zo heb je het steeltje niet mee. Omdat fruit zonder steel sneller bederft, doe je er dus beter aan om voorzichtig het steeltje mee te plukken. Bij appelen en peren is het steeltje ook een handige indicator. Als het vrij makkelijk loslaat, is het fruit plukrijp.

2. Niet schudden

In de boekjes is fruit plukken simpel: je schudt eens goed met de boom en al wat rijp is, valt. Fout: als je met de boom schudt om hoog hangend fruit te bemachtigen, levert dat vooral gekneusde exemplaren op. Maak liever gebruik van een fruitplukker met zakje en eventueel ook mesje én een telescopische steel.

Fruit plukken voor beginners: 7 tips

3. Pluk op tijd

Wil je het geplukte fruit meteen opeten of bewaren voor later? Weet dan dat plukrijp niet altijd hetzelfde is als eetrijp. Vooral als je het langer wil bewaren, pluk je fruit liefst net voor er eetrijp worden en laat het narijpen.

4. Opletten voor vocht

Pluk best als het fruit droog is, anders wordt het risico op rot en schimmel veel groter. ‘Harige’ vruchten als perziken zijn extra gevoelig voor vocht, omdat ze minder snel opdrogen.

5. Kies keurig

Kies enkel ongeschonden fruit om langer te bewaren en haal er wekelijks de aangetaste exemplaren van tussen. Gekneusd fruit maak je best meteen schoon om er jam, moes of een andere bereiding van te maken die je dan in diepvries of ingemaakt kan bewaren.

6. Pluk methodisch

Simpel ezelsbruggetje: van onder naar boven en van binnen naar buiten plukken geeft het beste resultaat. Waarom? Omdat je de best bereikbare vruchten zo plukt voor ze kunnen vallen bij pogingen om moeilijker hangende boomgenoten te plukken.

7. Goed stockeren

Bewaar fruit niet te vochtig, maar ook niet te droog, best in een donkere, koele ruimte met voldoende ventilatie. Zorg dat de vruchten elkaar niet aanraken, zodat schimmel, rot of beestjes moeilijker overlopen.

Partner Content