De herinneringen van peter (5)

Hoe lang gaat het nog duren voor Théophile herenigd wordt met zijn gezin? Begin 1915 wordt duidelijk dat die oorlog nog jaren kan duren. Vanuit het grotendeels door de Duitsers bezette België stuurt Louise foto’s naar haar man in het neutrale Harderwijk.

De herinneringen van peter (5)

In Willebroek zijn in het begin van de oorlog honderden huizen platgelegd voor het strategisch uitzicht vanuit het Fort van Breendonk, maar het huis van Théophile en zijn gezin stond blijkbaar niet in de weg en bleef ongeschonden. Louise en haar dochters Celine en Blondine zijn de eerste oorlogsmaanden goed doorgekomen en ze zijn goed omringd, zo blijkt uit de foto’s die Théophile toegestuurd krijgt. Eentje waarop Celine en Blondine blij poseren met een nieuwe pop, nog in de doos. De meisjes staan naast hun moeder voor hun huis, in een rijtje met allemaal vrouwen: buurvrouwen en een nichtje. Zowel Louise als Théophile kwamen uit een groot nest en de talrijke familiefoto’s met zussen, broers, neefjes en nichtjes doen vermoeden dat ze een goede band hadden en elkaar steunden.

Dat is overigens duidelijk te zien op een foto van Louise met haar twee dochters én een van de jongere zussen van Théophile. De hand van Mans (eigenlijk Clementina) ligt op de schouder van haar schoonzus, die op haar beurt de hand van haar oudste dochtertje vastheeft.


De foto’s moeten lichtpuntjes geweest zijn in het saaie bestaan van Théophile, inmiddels ondergebracht in barak 12 van het Belgenkamp. Dat Belgenkamp breidt uit in de eerste helft van 1915. Met de bouw van een kerkbarak, was- en badvoorzieningen, een ziekenzaal ontstaat stilaan een houten dorp. Vooral als er later ook nog een bibliotheek, werkmagazijnen, schoollokalen, een postkantoor, winkels, een theater en zelfs een restaurant bijkomen. Dat klinkt wel riant, maar dat was het enkel voor de meer gefortuneerde soldaten. De doorsnee soldaat heeft het niet breed.

Hoe diens dag er uitziet? In het al vroeger geciteerde boek Gehalveerde mensen staat deze dagindeling:
5.30 reveille (in de herfst en winter wat later)
6.00 koffie-uitdeling
7.00 eerste aapèl
8.30 appèl voor diverse werkzaamheden (zoals aardappelen schillen)
9.00 ziekenrapport
10.00 aanvoer van brandstof, brood en levensmiddelen
12.00 soep eten
13.30 aanvoer van vlees en aardappelen, aanvang van kleinere werkzaamheden onder bewaking buiten het kampterrein
15.30 aanvoer van brood
16.30 tweede appèl, daarna middageten
21.00 taptoe, sluiting van de kantines
21.30 licht uit

Deze eentonige routine wordt soms onderbroken voor een wandeling met zo’n vijfhonderd man achter een eigen fanfare of door baden, als je slaapbarak aan de beurt is. Dat komt neer op ongeveer één bad om de tien dagen: niet genoeg om ziektes op afstand te houden, zo blijkt al gauw. Ziekten als schurft, reuma, bronchitis, longontstekling, tbc, tyfus en cholera teisteren de geïnterneerden en daarnaast hebben ze last van ongedierte. Vlooien en luizen blijven een plaag en kunnen nooit afdoende bestreden worden, ook niet door het af en toe in brand steken van de strozakken waarop de soldaten slapen. En dan is er ook nog een rattenplaag. De jacht op ratten wordt voor de soldaten al vlug een tijdverdrijf, vooral omdat ze per dode rat 2,5 cent opstrijken. Een welkome aanvulling op de soldij van 10 cent per dag (een officier krijgt 25 cent). Een glas bier kost 5 tot 10 cent, een pakje tabak van 100 g 8 cent.

Langzaamaan worden initiatieven opgestart die de verveling moeten tegengaan. Op 7 maart 1915 wordt een school opgericht waar de vele analfabeten onder de soldaten kunnen leren lezen en schrijven, later komen er ook werkbarakken waar een stiel kan worden aangeleerd. Er zijn voetbalwedstrijden, een toneelkring, filmvoorstellingen,... Maar het blijft een leven achter prikkeldraad en het gemis van vrouw en kinderen blijft een probleem.
Lees volgende aflevering: De herinneringen van peter (6)








Partner Content