De geheimen van de Zweedse keuken

We gaan op zoek naar de geheimen van de Zweedse keuken met 4 topklassiekers. Scandinavische gerechten die ook bij ons zeker in de smaak vallen. Smaklig måltid!

Köttbullar

Uit te spreken als tcheutboelar, is dit het meest typische gerecht. Elke Zweedse familie heeft haar eigen manier om deze vleesballetjes op grootmoeders wijze te bereiden (maar elke oma is dan ook uniek!). U hebt wat geduld en een portie liefde nodig... of een bezoekje aan een bepaalde keten van kitmeubelen...

Voor een vijtigtal balletjes:

2 fijngesnipperde uien, 30 g boter, 1 grote aardappel geplet tot puree, 500 g gehakt rundsvlees, 1 koffielepel zout, 25 cl room, 3 eetlepels paneermeel, 1 ei, 1 koffielepel gehakte peterselie, 2 eetlepels gezouten boter, 2 eetlepels olijfolie, 20 cl bouillon, 1 eetlepel maïzena, 1 eetlepel sojasaus, Jamaicapeper naar smaak.

Bereiding:

1. Laat het paneermeel weken in de slagroom.

2. Stoof de uien op een laag vuurtje in de boter tot ze doorzichtig worden. Meng de uien, de geplette aardappel, het vlees, wat zout en de (slag)room met paneermeel, het ei en de peterselie in een slakom tot u een mooi homogene massa bekomt. Rol er dan balletjes van met een diameter van 2 tot 3 cm.

3. Verhit 2 koffielepels boter en 2 koffie-lepels olijfolie (de rest houdt u nog even apart) in een pan op een hoog vuur. Bak daarna de balletjes gedurende een tiental minuten aan op een matig vuur. Leg ze in een schotel en zet ze in de oven (100°C).

4. Meng in de pan waarin de balletjes werden gebakken, een eetlepel maïzena en de resterende hoeveelheid olie en boter. Deglaceer met een lepel (slag)room, sojasaus en Jamaicapeper.

5. Bedruip de balletjes met de saus en dien het geheel op met aardappelpuree en bosbessenconfituur.

Gravlax

Verse zalm, gemarineerd met kruiden en dille en opgediend met een lichtgesuikerde mosterdsaus. Veel werk vergt gravlax niet. Bovendien kunt u het gerust 48 uur op voorhand klaarmaken en dan volstaan enkele minuutjes extra de dag erna. Oorspronkelijk werden de gekruide visfilets tussen twee stukken schors geplaatst en onder een stapel stenen ingegraven in de bevroren grond (gravlax is de samenvoeging van gravad en lax, wat letterlijk ingegraven vis betekent).

Bereiding:

1. Meng in een kom het zeezout, de suiker, de nootmuskaat en de witte peper. Knip de dille fijn en voeg hem toe.

2. Haal de graat uit de zalm, was en dep hem droog. Leg een groot blad aluminiumfolie in een diepe schotel. Een derde van de marinade komt onderaan, daarop gaat een zalmfilet met de kant van het vel in de marinade. Een tweede deel van de marinade gaat erbovenop, daarop de tweede filet en de rest van de marinade.

3. Besprenkel de vis met de aquavit.

4. Sluit de aluminiumfolie goed af en leg er een gewicht op (bijvoorbeeld een plank met een groot conservenblik)

5. Plaats de schotel in de koelkast gedurende 48 uur en giet ’s ochtends en ’s avonds het vocht dat eruit is gelopen, weg. Draai de filets en zet ze opnieuw koud.

6. Na 48 uur de zalm uit de koelkast halen, hem bestrijken met de marinade (niet afspoelen!) en in fijne sneetjes snijden.

7. Wilt u er een vinaigrette bij, dan kunt u nog 100 g bruine mosterd met 2 eetlepels mosterd van Dijon mengen, 40 g poedersuiker en 3 eetlepels azijn. Voeg daaraan 3 eetlepels olie toe, zoals voor een mayonaise, en wat dille.

Voor 4 personen:

2 bosjes dille, 3 koffielepels grof zeezout, 2 koffielepels suiker, 2 mespuntjes nootmuskaat, 1 eetlepel witte peper (in bolletjes), 5 cl aquavit, 2 zalmfilets van elk 400g met vel.

Jansonss frestelse

Jansonns bekoring luidt de vertaling van dit gerecht dat refereert naar de fijnproever-operazanger Pelle Jansson (1844-1889). In Zweden is dit overheerlijke gerecht vooral op de kersttafel te vinden, maar daar hoeven wij ons gelukkig niet aan te houden!

Voor 4 personen:

8 middelgrote aardappelen, 1 grote ui, boter, 250 g gemarineerde ansjovis, zout, witte peper, 40 cl (slag)room, paneermeel.

Bereiding:

1. Schil de aardappelen en de ui en snijd ze in fijne reepjes

2. Stoof de ui glazig in een pan met wat boter, maar zorg ervoor dat ze niet bruint.

3. Boter een ovenschotel in. Verspreid de schijfjes aardappel over de bodem met erboven de ansjovis en rest van de ui.

4. Egaliseer de bovenkant, bestrooi met wat zout en peper uit de molen.

5. Laat er de (slag)room overvloeien tot hij tussen de aardappelen dringt. Leg er een paar nootjes boter bovenop, wat paneermeel en laat een uurtje in de oven bakken (240°C).

Kanelbullar

Kanelbullar is de nationale Zweedse patisserie. Ze heeft zelfs haar feestdag, de Kanelbullardag, op 4 oktober. Een datum waarop alle Zweedse keukens geuren naar kardemom en kaneel.

Bereiding:

1. Brokkel de gist in een slakom.

2. Laat de boter smelten in een pot, voeg melk toe en warm op tot 35 à 37°C. Giet wat van dit mengsel op de gist, en voeg daarna de rest toe.

3. Meng zout, suiker, kardemom, ei en bijna de totale hoeveelheid van de bloem met een mixer tot een homogene massa die makkelijk loslaat. Poeder er nog wat bloem op, dek af met een doek en laat rijzen tot het deeg verdubbeld is in volume (reken een veertigtal minuutjes).

4. Meng de ingrediënten voor de vulling (zachtgeworden boter, kaneel en suiker) tot een smeerbare pasta.

5. Bewerk het deeg voor de broodjes nog eens enkele minuten in een slakom en leg het daarna op een tafelblad dat u lichtjes bestrooid hebt met bloem (tot het niet meer aan de handen kleeft).

6. Rol het deeg uit tot een rechthoek van zo’n 20 x 40 cm. Leg er de vulling op. Rol het deeg in de lengterichting op en snijd de rol in stukjes van ongeveer 2cm.

7. Leg de stukjes deeg met het doorgesneden oppervlak omhoog op een ovenplaat bedekt met een blad vetvrij papier (boterhampapier). Leg er een propere doek overheen en laat gedurende een uur rijzen. Verwarm ondertussen de oven voor op 180°C.

8. Na deze tweede rijzing dept u de broodjes met geklopt ei en bepoedert u ze overvloedig met parelsuiker (plus eventueel met gehakte amandelen).

9. Laat 20 minuten bakken op 180°C (de kanelbullar moeten goudgeel zijn).

10. Laat afkoelen op een rooster, onder een doek. Bewaren doet u ze het best in een metalen doos.

Voor een twintigtal broodjes:

35 g gist, 300 ml melk, 120 g gezouten boter, 100 g suiker, 2 eieren, 1 snuifje zout, 1 eetlepel gemalen kardemom, 750 g bloem, 100 g zachte boter, 50 g suiker, 2 eetlepels kaneel, 2 eetlepels water, parelsuiker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content