De belle epoque alsof u erbij was

De foto toont een rijke burgerfamilie rond 1900. In vol ornaat – compleet met lange jurken en hoeden – zit iedereen thee te drinken in de loggia aan de straatkant van hun vakantievilla. “De loggia was nodig om te profiteren van het jodium in de zeelucht en toch uit de zon te blijven”, vertelt Dirk Decoster, de conservator van het Belle Epoque Centrum in Blankenberge. “Dat ze aan de straatkant lag, is ook begrijpelijk. Men deed niets liever dan pronken met zijn rijkdom. Soms huurde men zelfs voor enkele uren een verse ananas om die goed zichtbaar op de tafel in de loggia te plaatsen. Zo konden alle voorbijgangers zien dat men zich deze toentertijd onbetaalbare vrucht kon veroorloven.”

120 jaar oud

Vijf jaar geleden opende het Belle Epoque Centrum zijn deuren in de Elisabethstraat in de schaduw van de Sint-Rochuskerk. Dit autonome gemeentebedrijf is ondergebracht in drie geklasseerde en gerestaureerde belle epoquevilla’s. Ze werden gebouwd in 1894 en vieren in 2014 hun honderdtwintigste verjaardag.

Vandaag heeft Blankenberge de reputatie van een eerder volkse badplaats, maar dat was 120 jaar geleden wel anders. Dirk Decoster: “In de laatste decennia van de negentiende eeuw maakte Blankenberge een ongelooflijke gedaanteverwisseling door: van armtierig vissersdorp tot één van de meest luxueuze badplaatsen van West-Europa. In 1866 opende op de dijk het Grand Hôtel des Bains et des Familles.Met zijn 300 zeer luxueus ingerichte kamers werd het een trefpunt voor de Europese jetset. De Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand was één van de gasten. Hij was het die in juni 1914 vermoord werd in Sarajevo. Zijn dood vormde de aanleiding voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog en meteen ook het einde van de belle epoque en van de glorietijd van Blankenberge.”

Upstairs Downstairs

Rijke burgerfamilies uit Brussel en Antwerpen kozen Blankenberge om er een vakantievilla te bouwen. Het pand werd hooguit drie maanden per jaar gebruikt. Net als in de bekende Britse tv-serie “Upstairs Downstairs” kwam een deel van het huispersoneel twee weken vóór de start van de zomervakantie aan om de woning weer bewoonbaar te maken. De eigenaars verbleven vervolgens twee maanden onafgebroken met de kinderen aan zee en konden er genieten van bals met livemuziek, lange diners en recepties. Alleen meneer moest geregeld terug naar Brussel of Antwerpen om op zijn zaak te letten (en soms ook om zijn maîtresse te bezoeken).

Zulk een vakantiewoning bestond standaard uit een souterrain met een dienstingang (de werk- en leefruimte van de huisbedienden) en een bel etage met de al genoemde loggia aan de straatkant. Een eerste verdieping bevatte de slaapkamers en een badkamer voor het eigenaarsgezin, de tweede verdieping herbergde de slaapkamers van de bedienden. Achteraan telde de woning alleen een klein koertje.

Gaudì, Thonet en bladgoud

De drie villa’s van het Belle Epoquecentrum werden met elkaar verbonden en achteraan voorzien van een facilitaire wand die lijkt op een cruiseschip. De zorgeloze sfeer uit die tijd wordt opgeroepen met affiches, foto’s, maquettes, kledingstukken, zilverwerk, tegels, vazen, mode-accessoires en oude filmfragmenten. Zo toont een beverige rolprent uit 1900 het strandleven. We zien een doolhof van badkarren en deftig opgeklede mensen op de dijk. Iedereen draagt een hoed. Niemand zwemt, iedereen loopt gewoon door de golven, want dat werd toen beschouwd als zeer gezond. Ook het weinig luxueuze bestaan van de oorspronkelijke vissersbevolking komt tot leven in foto’s die het schrijnende contrast met de rijke vakantiegangers tonen.

De woonkamer van één van de huizen werd op basis van de oorspronkelijke plannen en foto’s gereconstrueerd: duur bloemenbehang, Thonetmeubels en een eethoek in Mechelse stijl, een plankenvloer, trompe-l’oeil-zuiltjes, echte art nouveauvazen, een prachtig asymmetrisch art nouveaumeubel en schilderijen uit dezelfde tijd. Het plafond valt nog meer op: we zien bladgoud en een plafondrand in ultramarijn blauw (toen één van de duurste verfkleuren).

De grootste verrassing wacht echter op het dakterras naast de Sint-Rochuskerk. De mozaïekbank is geïnspireerd op het Parco Guëll van Gaudì in Barcelona. Als u goed kijkt, kunt u de naam Blankenberge in het mozaïek ontcijferen. Er staan ook twee authentieke art nouveauglasramen die uit een afgebroken pand werden gered. En een wandje van art nouveautegels. In de Blankenbergse villa’s werden immers vele van zulke tegels gebruikt. Het Belle Epoque Centrum heeft zich tot doel gesteld een internationaal referentiecentrum voor deze tegels te worden.

Een prentkaart uit 1900

Neem tijdens uw bezoek ook de tijd om de interactieve onderdelen te gebruiken. Zo kunt u hier een authentieke (maar gedigitaliseerde) prentkaart uit 1900 verzenden via e-mail (zorg dus dat u de e-mailadressen van vrienden en familie meebrengt). U kunt virtueel een ticket kopen en met een badkar in zee gaan. Als u onder een lampenkap gaat zitten, hoort u Blankenbergs dialect uit die tijd. En verder kunt zich laten inspireren door Legokunstenaar Dirk Denoyelle (jawel dezelfde als de stemmenimitator). Hij heeft de oorspronkelijke gevels van de drie villa’s herbouwd in Legosteentjes.

Belabberd

In 1989 werden alle woningen uit de belle epoque in de Sint-Rochuswijk in groep geklasseerd als beschermde monumenten. Die klassering heeft op het nippertje nog vele panden gered. Als het van vroegere gemeentebesturen en van bouwpromotoren had afgehangen, waren vele belle eopquevilla’s intussen afgebroken en veranderd in appartementen.

In totaal telt Blankenberge vandaag nog honderd beschermde woningen uit de periode 1870-1914 – dat is dus méér dan er te zien zijn in De Haan. Het beste beeld van dit erfgoed kunt u krijgen als u na een bezoek aan het Belle Epoque Centrum de uitgestippelde Art Nouveauwandeling naloopt (duur: 1 Ÿ uur).

Alleen al in de wijk rond de Sint-Rochuskerk volgt de ene parel op de andere. Kijk bijvoorbeeld eens binnen door het raam van de mooi gerestaureerde woning aan de Malecotstraat 24: u ziet een prachtig glasraam dat twee kamers scheidt.

In de Elisabethlaan en in de Descampstraat staan belle epoquepanden met loggia’s gekneld tussen foeilelijke huizen. Tijdens ons bezoek viel ons bovendien op dat meerdere belle epoquehuizen momenteel te koop staan (zelfs het pand naast het Belle Epoquecentrum!) – vele helaas met een verwaarloosd en soms pijnlijk belabberd interieur.

“Zo verwonderlijk is dat niet”, zegt Dirk Decoster. “De aankoopprijs van zulk een woning valt al bij al nog mee, maar kandidaat-kopers worden afgeschrikt door de hoge restauratiekosten en door de verplichtingen die een geklasseerde woning met zich meebrengen. Ons centrum kan kandidaat-kopers helpen bij het verkrijgen van subsidies voor de restauratie, want uiteraard moet die volgens de regels gebeuren. We hebben er immers alle belang bij goed met de eigenaars samen te werken om het belle epoque-erfgoed te bewaren.”

Praktisch

Belle Epoque Centrum, Elisabethstraat 24, 8370 Blankenberge, tel. 050 42 87 41 en www.belle.epoque.blankenberge.be

Open dinsdag-zondag van 14 tot 17 uur (juli-augustus: 14-18 uur).

Toegangsprijs: ?3 (55+: ?1,50).

De brochure met de beschrijving van de Art Nouveauwandeling kost ?1,50.

Partner Content