© FREDERIC RAEVENS

Achter de gevels van de Sint-Hubertusgalerijen

De Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen in Brussel zijn een monument op zich. Je zou bijna vergeten dat er achter deze statige gevels ook mensen wonen en werken.

Natuurlijk kan je door de Sint-Hubertusgalerijen lopen en doen alsof je hier alles al lang kent. Maar zelfs dan mist de plek zijn effect nooit. Onder het indrukwekkende dakgebinte van glas en staal, dat het geroezemoes weerkaatst van de passanten beneden, lijkt de tijd voor eeuwig stil te staan. De 19de eeuw hangt er nog altijd in de lucht. Waar anders kan je vandaag nog een Italiaanse handschoenenmaker en een kantmanufactuur vinden? Of kleine cafés waar de tafeltjes zo dicht bij elkaar staan dat je je buren wel moet horen (of afluisteren).

Vandaag hebben de damesparasols al lang plaats gemaakt voor selfiesticks. Zoals overal in hartje Brussel lopen er ook hier dag en nacht toeristen over het plaveisel van blauwe hardsteen. “Elk jaar passeren er niet minder dan zes miljoen mensen”, vertelt Alexandre Grosjean, voorzitter van de galerijen. “De tegels waarop je nu staat, waren ooit 15 cm dik, maar raakten door al dat heen en weer geloop zo afgesleten dat ze nog maar 3 cm dik waren toen we ze vervingen!”

Erdoor lopen is een must, die zich vertaalt in een opvallend groot aantal winkels met luxelederwaren, pralines en andere – nogal stereotiepe – Belgische specialiteiten. En toch heb je niet de indruk dat alles hier nep is. De galerijen ademen nog altijd een authentieke sfeer, en dat hebben ze te danken aan het feit dat er achter de roze gevels nog echt geleefd, gewerkt en genoten wordt. Hier vinden Brusselaars elkaar nog tussen pot en pint. “De meeste toeristen blijven hangen in de Koninginnegalerij. De Prinsengalerij en de Koningsgalerij wisten veel meer hun Belgisch karakter te behouden en dat merk je zowel aan de bezoekers als aan de handelszaken”, hoor ik van Laure d’Outremont, woordvoerster van de galerijen. “Het is waar dat de benedenverdieping vooral uit winkels en culturele ruimten bestaat, maar de bovenverdiepingen tellen 80 appartementen, een klein dorp, waar iedereen mekaar kent.”

Simon Mathieu: het is als wonen in een dorp middenin de stad.
Simon Mathieu: het is als wonen in een dorp middenin de stad.© FREDERIC RAEVENS

Op de eerste rij

Die totaal andere wereld betreed je via één van de onopvallende deurtjes en een smal trappenhuis dat je naar boven leidt. In één van de appartementen die uitgeven op de Koninginnegalerij wonen Simon Mathieu en Eric Terlinden al behoorlijk wat jaren. Zoals alle andere bewoners en handelaars huren ze. Want de galerijen behoren in hun geheel toe aan één enkele eigenaar, de Société des Galeries Saint-Hubert, die nog altijd in handen is van de erfgenamen van de stichters. De stad Brussel heeft enkel een erfdienstbaarheid van doorgang.

Weg van het rumoer van de galerij, waar het geluid van alle kanten op je afkomt, zorgt het cosy appartement voor rust. Al is die van korte duur: als bezoeker weersta je niet aan de verleiding om een raam te openen en naar beneden te kijken. Onmiddellijk wordt de woonkamer overspoeld met de stemmen van de passanten beneden. “Het is inderdaad best lawaaierig”, geeft Simon Mathieu toe. “Maar het is het vrolijke geluid van mensen die vol bewondering zijn. Vanmorgen nog dacht ik bij mezelf: wat is het toch magisch om hier te wonen. In de coulissen van een plek waar miljoenen mensen voorbijkomen, zitten wij op de eerste rij.” Vanop deze bevoorrechte plaats heb je inderdaad zicht op tal van details, beelden, bustes en andere bijzonderheden waarvan de betekenis teruggaat tot 1834, toen de galerijen werden bedacht.

Zicht op de grootste Magritte ter wereld'
Zicht op de grootste Magritte ter wereld’© FREDERIC RAEVENS

Voor hij directeur van het Théâtre des Galeries werd, woonde ook David Michels in één van de appartementen. Hij kan maar niet genoeg krijgen van dit dorpin- de-stad en al evenmin van zijn schouwburg, die hij beter kent dan zijn broekzak. “Ik heb hier dan ook alle denkbare jobs gedaan. Van de student die hielp bij het maken van de decors tot directeur”, lacht hij, terwijl hij me meetroont door een doolhof van gangen en trappen. In de galerijen blijft het theater netjes verborgen achter de bogen van de ingang. Toch is deze schouwburg qua aantal plaatsen de grootste van Brussel: tot 900 mensen kunnen hier plaatsnemen op de roodfluwelen balkons.

Op het plafond prijkt het grootste Magritteschilderij ter wereld. Boven de luchter van Muranokristal heeft de surrealistische schilder een hemel geschilderd met de voor hem zo typische wolken. Helaas is dit niet het originele ontwerp. De opdrachtgevers hebben het voorstel van Magritte laten aanpassen. Het meest verrassende deel van het theater is de zolderruimte boven het fresco. Hier, in de voorraadkamers, vormen de japonnen van edelvrouwen, de uniformen van generaals, hofmaarschalken en kamermeisjes een geweldige verzameling personages. Tussen die typische geur van stoffen ook de kapstok met het kostuum van Madame Chapeau, het beroemde oude dametje uit het Brusselse volkstheater dat in 1938 het leven zag in het stuk ‘Bossemans en Coppenolle’. Om de acht tot tien jaar wordt dit stuk hernomen, telkens met groot succes.

Achter de gevelbeelden gaan ramen schuil.
Achter de gevelbeelden gaan ramen schuil.© FREDERIC RAEVENS

Max Havelaar

De Sint-Hubertusgalerijen herbergen nog veel meer verrassingen. De coworkingruimte bijvoorbeeld, ondergebracht in een voormalige tempel van de Orde van de Rozenkruisers, een geheimzinnig en esoterisch genootschap. Of nog, de bioscoopzaal uit 1939, één van de oudste cinema’s van Brussel. En uiteraard de vele beroemde figuren die hier onder de glazen koepel hebben gelopen. Zoals Edward Douwes Dekker, alias Multatuli, die een groot deel van zijn Max Havelaar in Brussel schreef. In één van zijn brieven laat hij uitschijnen dat een zangeresje van een café chantant in één van de galerijen model heeft gestaan voor de figuur van Saïdjah. Maar ook Karl Marx en Alexandre Dumas hebben er gewandeld. En Paul Verlaine kocht er zelfs het wapen waarmee hij later op Rimbaud zou schieten. Wedden dat je bij een volgende bezoek op een heel ander manier naar de galerijen kijkt?

Als deze jurken konden vertellen...
Als deze jurken konden vertellen...© FREDERIC RAEVENS
De kantoren van de Société des Galeries.
De kantoren van de Société des Galeries.© FREDERIC RAEVENS

Partner Content