Tussen de rietkragen van de vijver doet een woerd zijn borst zwellen om een vrouwtje te verleiden. Aan de overkant van de visvijver weerklinken de schelle tonen van een beiaard. Het geluid komt van de klokkentoren die oprijst tussen de barokke gebouwen. Het is nauwelijks te geloven dat deze vredige plek gewrongen ligt tussen spoorwegen en zielloze flatgebouwen, op enkele honderden meters van de Leuvense ring. De Parkadbij is een buitenbeentje omdat ze vrijwel ongeschonden is gebleven sinds de val van het Ancien Regime. "Vandaag houdt de abdij maar een klein deel van haar landbouwgrond over", vertelt Erika T'Jaeckx, toeristisch projectcoördinator van de stad Leuven. "Slechts 42 van de vroegere 3.500 hectare! De meeste gebouwen zijn wel nog eigendom van de abdij: de tiendenschuur, de boomgaard, de kerk, de spreekkamer, de molen, het koetshuis, de visvijvers... Het is een dorp in de stad. Alles is sinds de laatste grote renovatie van de abdij, in de eerste helft van de 18de eeuw, zo goed als onaangeroerd gebleven." De Abdij van Park telt nog een kleine gemeenschap norbertijner kanunniken - dezelfde kloosterorde die 900 jaar geleden de abdij stichtte. Ze zijn nog met vijf, maar zijn trouw gebleven aan de traditie van toegewijde en ingetogen religieuze studie.
...

Tussen de rietkragen van de vijver doet een woerd zijn borst zwellen om een vrouwtje te verleiden. Aan de overkant van de visvijver weerklinken de schelle tonen van een beiaard. Het geluid komt van de klokkentoren die oprijst tussen de barokke gebouwen. Het is nauwelijks te geloven dat deze vredige plek gewrongen ligt tussen spoorwegen en zielloze flatgebouwen, op enkele honderden meters van de Leuvense ring. De Parkadbij is een buitenbeentje omdat ze vrijwel ongeschonden is gebleven sinds de val van het Ancien Regime. "Vandaag houdt de abdij maar een klein deel van haar landbouwgrond over", vertelt Erika T'Jaeckx, toeristisch projectcoördinator van de stad Leuven. "Slechts 42 van de vroegere 3.500 hectare! De meeste gebouwen zijn wel nog eigendom van de abdij: de tiendenschuur, de boomgaard, de kerk, de spreekkamer, de molen, het koetshuis, de visvijvers... Het is een dorp in de stad. Alles is sinds de laatste grote renovatie van de abdij, in de eerste helft van de 18de eeuw, zo goed als onaangeroerd gebleven." De Abdij van Park telt nog een kleine gemeenschap norbertijner kanunniken - dezelfde kloosterorde die 900 jaar geleden de abdij stichtte. Ze zijn nog met vijf, maar zijn trouw gebleven aan de traditie van toegewijde en ingetogen religieuze studie.Wanneer ik door de monumentale Sint-Janspoort naar binnen stap, is het even gedaan met de rust die de abdij vanuit de verte uitstraalde. Binnen gonst het van de activiteit. In 2003 sloot Leuven een erfpachtovereenkomst met de norbertijnen. Sindsdien beheert de stad het grootste deel van het domein en in 2012 startte een gedurfd restauratieproject, gespreid over verschillende jaren. "De werkzaamheden moeten tegen 2025 klaar zijn", verduidelijkt mijn gids. "We hebben ervoor gekozen om dit monument open te houden tijdens de renovatie. De rondleidingen gaan door, maar het parcours wisselt naargelang de werken opschieten."De gevels mogen dan in de steigers staan, de rijkdom spat ervan af. De architecturale eenheid van dit erfgoed is kenmerkend voor de Moderne Tijd. Vlakbij een woud van stellingen verplaatst een werfmachine voorzichtig een reusachtig stenen borstbeeld van een leeuw, terwijl de klopboor ratelt als een machinegeweer. Maar de beiaard lijkt zich tegen dat helse kabaal te verzetten: de noten van John Lennons Imagine dringen onze oren binnen. "Onze beiaardier is aan het oefenen", glimlacht Erika. "Wat je hier ziet is de eerste restauratie ooit van een barokke beiaard. De oorspronkelijke klokken hingen in de Sint-Pieterskerk in hartje Leuven, maar zijn bij de grote brand van de stad in 1914 helemaal gesmolten. Met de hulp van de Duitse stad Neuss - waar de meeste soldaten die Leuven in brand hebben gestoken vandaan kwamen - en dankzij crowdfunding, zijn we erin geslaagd de beiaard weer in zijn oorspronkelijke staat te herstellen voor de herdenking van 100 jaar wapenstilstand dit jaar. Hij kreeg de naam Vredesbeiaard."Via de spreekkamer stappen we de gebouwen binnen die vroeger voorbehouden waren voor de monniken. Eeuwenlang was de spreekkamer de enige plek in de abdij toegankelijk voor leken. Vandaag dient ze als onthaalruimte voor bezoekers. Eén vleugel van de abdij huisvest sinds 2017 het museum Parcum, gewijd aan de dialoog tussen godsdienst, kunst en cultuur. Toen het pleister hier van de muren werd gehaald, kwamen fresco's tevoorschijn. Naïeve, typisch middeleeuwse gezichten kijken ons aan, helemaal verbleekt door de tijd. "De fresco's dateren van de 14de eeuw. De abdij heeft een lange geschiedenis en wist altijd aan verwoestingen te ontsnappen. De huidige gebouwen hebben nog een middeleeuwse kern. En dan komen deze zaken bij een restauratie aan het licht."Deze renovatie zal beslist voor nog meer verrassingen zorgen, die ons inzicht zullen verschaffen in kunstwerken die al lang verdwenen leken. In het klooster vlakbij trekken twee erg verfijnde glas-in-loodramen onze aandacht. Ooit maakten ze deel uit van een reeks van 41 glasschilderijen die het leven van Sint-Norbertus vertelden en in de 17de eeuw door de abdij werden besteld. In 1828 werden ze opgekocht door de familie Dansaert, rijke Brusselse industriëlen. Nadien geraakten ze door erfeniskwesties verspreid over de wereld, tot in de VS toe. "Eén van onze vrijwilligers is een onderzoek gestart naar de glasramen. Hij is erin geslaagd een groot deel te lokaliseren. In 2020 zullen 21 gerestaureerde glas-in-loodramen hun plaats in het klooster terugvinden. Ze werden intussen geklasseerd als Vlaamse topstukken."Via de kapittelzaal - waar achter de monumentale renaissanceschilderijen eveneens middeleeuwse fresco's schuilgingen - belanden we op de werf. We kunnen een blik werpen op de refter, die tijdelijk niet toegankelijk is voor bezoekers. Hun ogen strak op het plafond gericht, verwijderen restaurateurs het stucwerk met een scalpel. Bijbelse figuren komen tevoorschijn. Ronduit indrukwekkend! Je vraagt je af hoe deze gipsen beelden op hun plaats blijven zitten, half zwevend in de lucht. En zeggen dat het plafond van de bibliotheek nog extravaganter is, maar daarvoor is het nog wachten tot 2020.We lopen nog even door de kerk, tot op het kerkhof, dat een lokale versie van de Parijse begraafplaats Père Lachaise lijkt. Maar nu al is duidelijk dat Vlaanderen er na de renovatie een erfgoedparel bij heeft. Toch is een bezoek aan de Parkabdij ook vandaag meer dan de moeite waard, hoewel beperkt en dus lichtjes frustrerend.