7 parken en tuinen die een bezoek waard zijn

Heerlijke én verscheiden parktuinen hebben we in ons landje. Ideaal om even in uit te blazen en verrassende hoekjes te ontdekken.

Brusselse parken: onbekende parels

Ondanks de snel groeiende bevolking telt het Brussels Gewest samen 8.000 ha openbaar groen (parken en vrij toegankelijke tuinen) en is daarmee zelf één van de meest groene hoofdsteden van Europa. Uiteraard zijn er de bekende plekken, zoals de vijvers van Elsene, het Roodklooster, het Warandepark, het park van Laken en de tuin van het Museum Van Buuren. Maar ook die krijgen met het wisselen van de seizoenen ineens een heel ander aanzien.

En dan zijn er de onbekende parels die rust bieden op een paar stappen van de stadsdrukte. Zoals het Tournay-Solvaypark in Watermaal-Bosvoorde, een landschapspark aan de rand van het Zoniënwoud dat tussen steile hellingen en vijvers golft en meteen een idee geeft van hoe je in een tuin perspectief kan scheppen. Hier en daar duiken hedendaagse kunstwerken op en de moestuin wordt bewerkt door buurtbewoners.

Het Dudenpark in Vorst heeft veel weg van een bos en het Josaphatpark in Schaarbeek verrast met romantische rotspartijen en watervallen. Een ontdekking zijn ook de Tuinen van de bloemist in Laken. Deze site diende ooit om bloemen te kweken voor de koninklijke paleizen, maar werd in 2001 herschapen in een park met ecologische toontuinen. Een uitkijkpunt biedt een prachtig zicht op de hoofdstad.

Kasteeldomein van Seneffe: inspiratie troef

Strak vormgegeven tuinperken wisselen af met een weloverwogen aangelegde onregelmatige tuin, een kabbelend beekje met watervalletjes wedijvert met een fontein die 15 m hoog spuit: de 22 ha park rond het Kasteel van Seneffe zijn indrukwekkend en allerminst saai. Een bron van inspiratie voor tuinliefhebbers ook, met het door linden gevormd bladerengewelf, de heel verscheiden boomsoorten en de uiteenlopende bessenbomen die vogels aantrekken.

Schrik niet als je onaardse stemmen hoort: vijf bomen fluisteren fragmenten uit het werk van Casanova (jawel, de grote verleider!) en madame de Sévigné. Voor nog meer cultuur kan je een bezoek brengen aan het kasteel zelf, dat je terugbrengt naar het kasteelleven in de 18de eeuw. Naast een uitgebreide en fraai uitgestalde verzameling zilversmeedwerk, doen ook tijdelijke tentoonstellingen het kasteel aan.

Arboretum van Kalmthout: voluit voor variatie

Met meer dan 7.000 verschillende plantensoorten is het Arboretum van Kalmthout een van de meest gevarieerde van het Europese vasteland. Ruim 150 jaar geleden werden de oudste exemplaren van deze indrukwekkende bomentuin aangeplant en sindsdien werden kosten noch moeite gespaard om de bezoeker te verrassen met almaar nieuwe vondsten en zeldzame aanwinsten.

Wie ideeën voor zijn eigen tuin, balkon of vensterbank opdoet, hoeft niet met lege handen naar huis: in het plantencentrum vind je immers plantgoed dat in het Arboretum gewonnen werd.

Nog veel meer variëteiten zijn er op de traditionele plantendag van het Arboretum, de oudste plantenbeurs van ons land. Dan bieden nationale en internationale kwekers en verzamelaars het meest bijzondere van hun collectie aan en barst het er van de speciale stekjes, zaad, bollen, kruiden, groente, bomen en struiken.

Plantentuin van Meise: regenwoud dichtbij

Het gaat goed met het regenwoud. Toch in de Plantentuin in Meise, waar verschillende regenwoudkassen zijn. Daar vind je planten die aan de rand van het regenwoud groeien en het secundaire woud dat ontstaat als bomen verdwijnen en het plotse zonlicht ruimte maakt voor parasolbomen. Zoals de balsaboom, bekend van het lichte hout waarmee je maquettes maakt.

Heel leuk is de tropische moestuin met planten die door regenwoudbewoners worden gegeten. En de mierenplanten, een ingenieuze samenwerking tussen plant en dier.

Tegen 2018 moeten alle vijf de regenwoudkassen weer open zijn. Intussen kan je al genieten van de andere serres in het plantenpaleis. DeWoestijnkas, Lentekas, Mabundu, Evolutiekas, Victoriakas en de Moesson-en Savannekas werden de voorbije jaren immers al gerenoveerd.

Vrijbroekpark: klassiek en vintage

Vijvers en ruime dreven, afgeboord met bomen die netjes een naamplaatje dragen: dat is de eerste indruk van elke bezoeker van het Mechelse Vrijbroekpark. Maar wie verder doordringt in het provinciaal domein, vindt verrassende elementen. Zoals het hippe vintage paviljoen waar je iets kan eten en drinken. Of de dahliatuin, de nuttige-plantenafdeling, de pioenenverzameling... En natuurlijkde rozentuin, die werd aangevuld met hortensia’s en een insectenhotel. Catering voor deze hotelgasten is ook voorzien, met nieuwe vaste, bijenvriendelijke planten in de buurt en een berg leem die de bijen materiaal levert om hun nestje af te dekken. Een glasplaat onderaan het insectenhotel biedt misschien een glimp van een egel of een marter.

Abdij van Villers: jong en eeuwenoud tegelijk

Net omdat er zo weinig overblijft van wat zich ooit tussen hun muren afspeelde, geven ruïnes alle ruimte aan onze eigen fantasie. Vandaar misschien de mysterieuze aantrekkingskracht van de Abdij van Villers, ooit een cultureel kruispunt van ideeën, met een van de grootste bibliotheken uit die tijd. Je kan er – net als menig monnik voor jou – genieten van de herbronnende werking van de verwilderde natuur of strak aangelegde perken bewonderen.

Sinds 2012 kregen de eeuwenoude stenen er een fascinerende plek bij: een abdijtuin met een 70-tal geneeskrachtige planten. Gekozen op basis van de kruidenkennis van de Duitse benedictinessenabdis en mystica Hildegarde van Bingen (1098-1179), bieden ze een interessante kijk op het gebruik van kruiden in die tijd, voor medicinale toepassingen of als lichaamsverzorging.

Tuinen van Annevoie: eeuwenoud waterfeest

Franse, Engelse en Italiaanse tuinopvattingen versmelten in de tuinen van Annevoie tot een schitterend geheel, dat zowel rust als verrassend veel afleiding brengt. Dat ze al heel lang geklasseerd zijn als Waals erfgoed en met twee Michelinsterren zijn bekroond, zegt genoeg.

Zelfs de meest blasé tuinliefhebber moet wel onder de indruk komen van de ingenieuze waterpartijen langs waar het water van de vier bronnen op het kasteeldomein verzameld wordt in de Rouillon, een beekje dat het op zijn beurt richting Maas brengt. Al 250 jaar klateren de watervalletjes, fonteinen en bronnen zonder onderbreking tussen de dikke oude bomen en onberispelijk getrimde haagbeuk.