© getty images

Woelige tijden voor je pensioenspaarplan

Wat gebeurt er als je pensioenspaarplan, dat sterk afhankelijk is van de aandelenmarkt, achteruit boert? Wat doe je het best als je op tien of vijf jaar van je pensioen staat of binnenkort met pensioen gaat?

“Toen ik vóór mijn 55ste een pensioenspaarcontract aanging, was het belastingvoordeel natuurlijk een van mijn drijfveren, maar zeker niet de enige. Nu tien jaar later, na aftrek van de belastingen en kosten (zie verder), is het bedrag dat ik had gespaard gedaald van 12.580 naar 11.544 euro. Ik lijd dus verlies! Natuurlijk kreeg ik een belastingvoordeel, maar is het sop de kool wel waard”, vraagt een lezeres zich af?

De inkomsten uit pensioenfondsen dalen al enkele maanden en treffen de 1,6 miljoen Belgen die op deze manier voor hun pensioen bijsparen. In een ideale wereld beleg je je centen in zo’n pensioenspaarfonds tot je 64ste. Daarna recupereer je je inleg plus de winst die je met deze belegging hebt gerealiseerd. Zo kan je een pensioen opbouwen als aanvulling op je wettelijke pensioen en kan je onder bepaalde voorwaarden ook genieten van een belastingvoordeel. Maar wat als blijkt dat op het moment dat je met pensioen gaat en je investering te gelde wil maken, het eindresultaat zwaar tegenvalt en minder oplevert dan gehoopt?

Hoe kan je de schade beperken? We vroegen het aan Els Vander Straeten (Investment Strategy Officer bij de Belfius). “Wie spaart via een pensioenspaarfonds dat zowel in aandelen als obligaties belegt, heeft dit jaar de waarde van zijn fonds sterk zien dalen”, legt ze uit. “De hoge inflatie duwt de rente omhoog, wat slecht nieuws is voor zowel de aandelenmarkt als de obligatiekoersen.” Dat is de situatie waarin we ons vandaag bevinden, maar kunnen we hier concreet iets aan doen?

Nog tien jaar te gaan

“Ben je nog meer dan zeven tot tien jaar verwijderd van de pensioengerechtigde leeftijd, dan kan je beter niets aan je strategie wijzigen”, meent Els Vander Straeten. “Je kan dan zelfs opteren voor een fonds dat tot 50 of 70% in aandelen belegt. Op lange termijn bieden aandelen immers een hoger rendement, maar de tussentijdse schommelingen kunnen relatief groot zijn. Hou dus altijd rekening met je beleggingshorizon: hoe langer die is, hoe groter de kans dat je de tussentijdse verliezen meer dan goedmaakt.”

De statistieken spreken dit niet tegen. Over een periode van meer dan tien jaar bedraagt het gemiddelde jaarlijkse rendement van deze pensioenspaarfondsen meer dan 5%, de inflatie ingecalculeerd en ook al kregen we te kampen met de financiële crisis van 2008 en een pandemie.

Nog maar vijf jaar te gaan

“Als je 60 jaar wordt, nadert ook je pensioendatum. Dan is het tijd om na te denken om over te stappen van een actief pensioenspaarfonds naar een meer defensieve formule. Dat kan bijvoorbeeld door te kiezen voor een fonds dat voor ongeveer 70% in obligaties belegt. In principe zijn deze fondsen minder risicovol, want obligaties leveren elk jaar een coupon op en worden vaak door de overheid uitgegeven.” Toch moet je dit advies in deze huidige crisis relativeren. Wacht liever even tot de groei terugkeert vooraleer je deze strategie toepast, tenzij je voor verdere dalingen vreest en je belegging wilt verankeren.

Binnenkort met pensioen

Maar wat als je dit jaar 65 wordt of net geworden bent en je pensioenspaarplan afloopt? Heb je dit kapitaal nog niet onmiddellijk nodig, dan is het misschien een goed idee om je belegging nog een tijdje aan te houden om op die manier mogelijk nog te profiteren van een herstel van de beurzen in de toekomst. Je kan dan geen nieuwe stortingen meer doen, maar dat betekent niet dat je je pensioenspaarfonds meteen moet verkopen.

Wacht tot storm gaat liggen

Ook Rob Kivits (productexpert Invest & Financial Insurance, BNP Paribas Fortis) vindt dat je geduld moet hebben als dat nodig blijkt. Hij legt uit dat je een belegging in zijn totaliteit moet analyseren en moet kijken naar de gemiddelde aankoopprijs van je fondsen. Zeker, de koers zakt momenteel, maar betekent dit dat je een slechte financiële zaak doet, bekeken over de hele levensduur van je investering?

“Een belegging in fondsen is meestal winstgevend op lange termijn, ondanks de waardevermindering van de afgelopen maanden”, stelt Kivits. “Je kan wachten tot de storm is gaan liggen. Want met een pensioenspaarfonds staat het je vrij de uitbetaling te vragen wanneer je dat wil, bij voorkeur als de economische situatie gunstig is. En heb je toch geld nodig om een bepaald project te realiseren, dan ben je niet verplicht om alles te verkopen. Een gedeeltelijke verkoop van je fonds is altijd mogelijk. De rest van je spaarplan kan je dan behouden in afwachting van betere tijden.”

Tel het belasting-voordeel mee

En vergeet vooral het belastingvoordeel van de formule niet. Dit is een belangrijk voordeel dat je in de globale winstberekening moet meenemen. “Als je bijdragen betaalt voor je pensioensparen en je hebt een inkomen, dan geniet je elk jaar van een belastingvoordeel”, benadrukt Els Vander Straeten.

Je hebt de keuze tussen twee systemen. Ofwel kies je voor het standaardsysteem, waarbij je maximaal 990 euro inlegt en je een belastingvermindering van 30% krijgt (297 euro + gemeentebelasting van 0 tot 9% afhankelijk van je persoonlijke situatie). Of je kiest voor het verhoogde systeem met een maximum te storten bedrag van 1.270 euro, waarbij je dan kan rekenen op een belastingvermindering van 25% of 317,50 euro + gemeentebelasting (0 tot 9%).

“Zo zal een spaarder die op 30 jaar begint met 1.270 euro per jaar in een pensioenspaarfonds te storten, op 65 jaar een eindkapitaal hebben dat ongeveer 30% hoger is dan dat van een spaarder die ook op 30 jaar begint en maar 990 euro per jaar investeert”, concludeert de deskundige. Dus wil je je pensioenkapitaal maximaliseren, dan is het verhoogde systeem de beste keuze. Maar let op, opteer je voor het verhoogde bedrag, dan moet je daar elk jaar opnieuw expliciet voor kiezen.

Fonds of verzekering?

Voor een pensioenspaarfonds ga je over het algemeen langs bij je bankier en wordt een belangrijk deel van het geld dat je opzij zet belegd op de beurs en in obligaties. Het uiteindelijke rendement van het fonds zal dan ook afhangen van de prestaties van de financiële markten. Deze kunnen positief uitvallen of negatief, zoals dit momenteel het geval is. Bij een fonds zijn rendement en kapitaal dus niet gegarandeerd, ook al zou het verwachte rendement op lange termijn hoger moeten zijn. Maar hou steeds in gedachte dat beleggen per definitie altijd risicovol is. Als pensioenspaarder kan je zelf ook kiezen voor een conservatief, defensief of dynamisch fonds en onderweg nog van fonds veranderen.

Een andere oplossing is kiezen voor een pensioenspaarverzekering, een verzekeringsproduct van het type tak 21. Die biedt zekerheid van belegging doordat hier een gegarandeerde rente wordt uitgekeerd, plus een niet-gegarandeerde deelname in de winst. Dit type van pensioenspaarplan is een defensief product, dat logischerwijs op termijn een lager rendement oplevert. Beide formules bieden hetzelfde belastingvoordeel.

Ter herinnering: zowel het pensioenspaarfonds als de pensioenspaarverzekering maakt deel uit van de derde pensioen-pijler. De eerste pijler is het wettelijk pensioen dat door de overheid wordt uitgekeerd. De tweede pijler is de groepsverzekering die deel uitmaakt van het salarispakket van een werknemer of het aanvullend pensioen voor zelfstandigen of bedrijfsleiders. En de derde pijler, waar het hier over gaat, is onderverdeeld in pensioensparen en langetermijnsparen. Ook die laatste formule levert een interessante belastingvermindering op wanneer je hypotheeklening al is afgelost. De vierde pijler tenslotte bestaat uit je spaarrekening, onroerend goed en beleggingen zonder belastingvoordeel.

Trap niet in de fiscale valkuil

Als je tot 990 euro belegt in pensioensparen, bedraagt de belastingvermindering 30% van het geinvesteerde bedrag of 297 euro. Beleg je meer dan 990 euro (tot de belastinggrens van 1.270 euro) dan bedraagt het voordeel slechts 25%. Daarom waarschuwt de FOD Financiën: “Meer investeren is enkel voordelig als het bedrag hoger is dan 1.188 euro. Anders bedraagt het belastingvoordeel minder dan 297 euro. Dit is een puur mathematisch.”

Samengevat: ofwel betaal je maximaal 990 euro voor een belastingvermindering van 30%. Ofwel stort je meer dan 1.188 euro voor een belastingvoordeel dat hoger ligt dan 297 euro. Met andere woorden: een bedrag storten tussen 990 en 1.189 euro is nadelig.

Een andere oplossing is maximum 990 euro opzijzetten en wat je over hebt in andere producten beleggen. Op die manier is je portefeuille uiteindelijk meer gediversifieerd.

Wat met belastingen en kosten?

Bij pensioenspaarfondsen bedragen de instapkosten gemiddeld 3%, waar dan nog beheerskosten bijkomen (0 tot 1,5%). Voor pensioenspaarverzekeringen liggen de instapkosten nog hoger, tussen 4 en 7%. Je moet ook rekening houden met belastingen die het rendement van je pensioenspaarplan verminderen. Heb je bijvoorbeeld een contract pensioensparen afgesloten vóór je 55ste, dan wordt op het opgebouwde kapitaal op 60 jaar een belasting van 8% geheven. Voor premies die je de jaren na je zestigste betaalt, blijf je nog genieten van een belastingvoordeel, maar die premies worden niet meer belast.

Partner Content