Wat denken werkgevers over het aanvullend pensioen?

We staan voor een pensioenhervorming, die nog verder vorm moet krijgen. Wat de tweede pijler betreft – het aanvullend pensioen via de werkgever of als zelfstandige – peilde Assuralia naar de visie van werkgevers.

Met zijn wettelijk pensioen valt een Belgische werknemer terug op minder dan de helft van zijn laatste brutoloon (= vervangingsgraad), voor een zelfstandige is dit nog minder. De combinatie van wettelijke en aanvullende pensioenen kan deze vervangingsgraad gevoelig optrekken. De regering De Croo wenst de aanvullende pensioenen daarom verder uit te bouwen met een bijdrage voor iedereen van minstens 3% van zijn loon.

Met dit doel in het achterhoofd peilde Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeraars, naar de voornaamste prikkels en belemmeringen die werkgevers enerzijds en zelfstandige bedrijfsleiders anderzijds motiveren of tegenhouden om een pensioenplan in te voeren of uit te breiden. Het onderzoek uitgevoerd door Ipsos legt ook hun verwachtingen over het pensioenbeleid bloot.

Wettelijke en fiscale stabiliteit

Eén op drie werkgevers die in hun onderneming geen pensioenplan hebben, niet voor iedereen een plan hebben, ofwel een bescheiden plan hebben (bijdrage <3% van het loon) geeft aan open te staan voor de invoering van een pensioenplan of voor de uitbreiding ervan. Een ander derde blijft op de vlakte maar sluit het anderzijds niet uit. Deze waarneming illustreert de verdere groeikansen voor de tweede pensioenpijler. Er is wel een duidelijke voorwaarde: de werkgevers wensen een stabiel wettelijk en fiscaal kader. Mogelijke wijzigingen op dit vlak belemmeren hen de stap te zetten. De zelfstandige bedrijfsleiders denken er net zo over.

Troef in HR-beleid

De grote meerderheid van de werkgevers (75%) is er in ieder geval van overtuigd dat aanvullende pensioenen noodzakelijk zijn voor een onbezorgde oude dag op financieel vlak. Een degelijk pensioeninkomen voor de medewerkers hoort volgens de werkgevers minstens 70% van het laatste loon te bedragen. Het wettelijk pensioen volstaat uiteraard niet om dat inkomenspeil te bereiken.

Drie op vier werkgevers menen dat de werknemers over een aanvullend pensioen moeten beschikken om over een degelijk inkomen te beschikken na pensionering. Ook drie op vier zelfstandige bedrijfsleiders vinden een aanvullend pensioen noodzakelijk. Een derde van de werkgevers en bedrijfsleiders is, mits enkele voorwaarden, duidelijk bereid om nieuwe stappen te zetten in de tweede pensioenpijler.

Werkgevers die de afgelopen 10 jaar een pensioenplan invoerden, bestempelen personeelswerving en personeelsbinding als de belangrijkste drijfveren voor de invoering van het plan, gevolgd door de fiscale voordelen en de bekommernis om het pensioen van de medewerkers. Aanvullende pensioenen blijven met andere woorden een belangrijke troef in het HR-beleid van een onderneming.

Wat houdt hen tegen?

Wat houdt werkgevers vandaag tegen om een pensioenplan in te voeren? Of wat houdt bedrijven met een bescheiden pensioenplan tegen om dat plan uit te breiden tot een bijdragevoet van minstens 3% van het loon? De studie van Assuralia wijst, naast het financiële plaatje, 5 belangrijke belemmeringen aan:

  • voor 78% van de werkgevers is stabiliteit op wetgevend en fiscaal vlak een absolute voorwaarde.
  • de helft heeft te weinig kennis van de complexe pensioenmaterie.
  • 55% van de werkgevers voelen zich ook geremd door de verplichte harmonisatie van de aanvullende pensioenen tussen arbeiders en bedienden (deadline 2030), bv. doordat ze moeten wachten op de harmonisatie op sectorniveau;
  • de helft van de werkgevers ziet ook de minimum rendementsgarantie op de gestorte bijdragen als een hinderpaal.
  • tot slot speelt voor een aantal ook de belangstelling voor andere extralegale voordelen een rol.

Bron: Assuralia

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content