Stand van zaken na 1 jaar regeerakkoord

Eind 2011 was het Regeerakkoord rond, dat tal van maatregelen bevatte om het pensioen te hervormen. Waar staan we, ongeveer 1 jaar later?

Talloze studies en rapporten stellen vragen bij de betaalbaarheid van onze pensioenen. Meer ingrepen dringen zich op. Nochtans bevatte het Regeerakkoord van eind 2011 al heel wat maatregelen om de pensioenmaterie te hervormen.De maatregelen die daarin opgesomd zijn, treden pas in werking na het publiceren van een uitvoeringsbesluit of een KB... en die laten op zich wachten. Op het moment dat we dit schrijven – eind januari 2013, dus een dik jaar na het Regeerakkoord – is er enkel nieuwe wetgeving over het vervroegd pensioen en enkele bijzondere pensioenstelsels. Over de aanpassing van het overlevingspensioen heerst nog totale stilte...Recent werden de gelijkstellingen van niet gewerkte periodes, de pensioenbonus en het bijverdienen op de agenda van de ministerraad geplaatst. Er is dus nog geen KB, maar de aanzet is gegeven.

Vervroegd pensioen

Sinds 1 januari 2013 is vervroegd pensioen (voor 65 jaar) mogelijk voor wie 60,5 is en 38 loopbaanjaren heeft. Tegen 2016 is dat : 62 jaar én 40 loopbaanjaren (beide voorwaarden moeten vervuld zijn). Er werden intussen wel overgangsmaatregelen genomen voor wie nét niet aan de voorwaarden voldeed op 31 december 2012. En er zijn uitzonderingen voor wie een lange loopbaan heeft (voor loontrekkenden, zelfstandigen en ambtenaren).

Voor alle duidelijkheid: aan de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar wordt voorlopig niet geraakt.

Bijverdienen na 65 jaar

De ministerraad keurde recent een ontwerp van KB en een wetsontwerp goed over het bijverdienen na 65 jaar. Eens de maatregelen in een wettekst gegoten zijn, zullen ze van toepassing zijn vanaf inkomstenjaar 2013.

  • Vanaf 65 jaar
    Vanaf 65 jaar zal een gepensioneerde onbeperkt mogen bijverdienen als hij een loopbaan heeft van minstens 42 jaar (als werknemer, zelfstandige of ambtenaar) op het moment dat hij met pensioen gegaan is.
  • Vóór 65 jaar
    Voor gepensioneerden die geen loopbaan van 42 jaar hebben of die nog geen 65 jaar zijn, blijven er grensbedragen gelden, maar wordt de regeling versoepeld.Tot nu toe wordt het pensioen proportioneel verminderd bij een overschrijding van het grensbedrag van minder dan 15%. Is de overschrijding groter dan 15%, dan wordt het pensioen volledig geschorst. Voortaan zal een grotere overschrijding mogelijk zijn: tot 25% zal het pensioen proportioneel verminderd worden, pas daarboven komt er een schorsing. Verder zullen de inkomensgrenzen ook geïndexeerd worden. Er is een onmiddellijke indexering van 2%. Vanaf 2014 volgen de inkomensgrenzen de automatische indexering voor werknemers.
  • Eén grens
    Wat de grenzen van het bijverdienen betreft, zijn er vanaf 1 januari 2013 4 categorieën (zie tabel). ‘Per kalenderjaar zal er voortaan maar één grens meer tellen, nl. de meest voordelige. Hierop geldt één uitzondering: voor het jaar dat u 65 wordt zal er nog een opdeling gemaakt worden.

VOORBEELD U bent 64 jaar en u hebt 42 jaar gewerkt. Dan zit u in categorie 1. Het jaar dat u 65 wordt gaat u over van categorie 1 naar categorie 4 (onbeperkt bijverdienen). U zult niet voor het volledige jaar in categorie 4 geplaatst worden.

  • Geen aangifte meer! Momenteel is er geen aangifteplicht voor wie minstens 65 jaar is en al een pensioen uitbetaald krijgt. Deze vrijstelling zal uitgebreid worden tot wie jonger dan 65 is en al een pensioen krijgt uitbetaald. Er blijft voor alle leeftijden enkel nog een aangifteplicht van de bijkomende beroepsactiviteit voor wie zijn activiteit start op hetzelfde moment als de eerste betaling van zijn pensioen.

Pensioenbonus

Het systeem van de pensioenbonus zal in zijn huidige vorm behouden blijven tot 31 december 2013. De bonus zoals hij vandaag bestaat kan dus nog wordentoegekend voor pensioenen die ten laatste ingaan op 1 december 2013. Kort samengevat krijgen werknemers die hun beroepsactiviteit verderzetten vanaf het jaar waarin ze 62 worden of een loopbaan van 44 jaar bewijzen, een bonus van ? 2,2974 bruto per dag effectieve tewerkstelling.

Vanaf 1 januari 2014 wordt het systeem hervormd. De bedoeling van de bonus is mensen langer aan het werk houden. Maar soms krijgen mensen de bonus, ook al zouden ze sowieso nog aan het werk moeten zijn. Daarom zal vanaf 2014 enkel wie 12 maanden langer dan verplicht gewerkt heeft, beloond worden. Het bedrag ban de bonus zal geleidelijk verhogen naargelang u langer blijft werken.

Gelijkgestelde periodes

Om het pensioen te berekenen wordt rekening gehouden met 3 zaken: het aantal loopbaanjaren, het loon (weliswaar geplafonneerd) en de gezinstoestand. Bij de berekening van het pensioen worden sommige periodes van ‘niet-werken’ meegerekend alsof het om gewerkte periodes gaat. De pensioenhervorming wil bepaalde niet gewerkte periodes op een minder gunstige manier laten meetellen. Volgens het Regeerakkoord zullen deze periodes niet meer gelijkgesteld op basis van het geplafonneerde laatste loon, maar op basis van het minimumrecht per loopbaanjaar (dit is een fictief minimumloon dat voor een bepaald jaar in aanmerking genomen wordt om het pensioen op te berekenen – momenteel ? 22.189,36). Voor de meeste mensen ligt dit veel lager dan hun laatste loon.

De periodes liggen vast, de manier van berekenen (minimumrecht) moet nog bevestigd worden in een koninklijk besluit.

Zullen meegeteld worden op basis van het minimumrecht:

  • de derde periode werkloosheid (die begint ten vroegste na 14 maanden en ten laatste na 3 jaar – afhankelijk van hoe lang iemand gewerkt had voor hij werkloos werd). LET OP! Deze maatregel zou niet van toepassing zijn op werklozen die vandaag ouder zijn dan 50.
  • de periode werkloosheid met bedrijfstoeslag (afgekort SWT – het vroegere brugpensioen) vanaf 58 jaar (niet zwaar beroep) en het stelsel 55/57 jaar na 38 jaar loopbaan.
  • het niet gemotiveerd tijdskrediet (algemeen stelsel, dus voor werknemers jonger dan 55) : 1 jaar gelijkstelling. Het is op dit moment nog niet duidelijk op welke basis de gelijkstelling zal gebeuren: het laatste geplafonneerde loon, dan wel het minimumrecht.
  • halftijds of 1/5e tijdskrediet voor 55-plussers: voor de leeftijd van 60 jaar gebeurt de gelijkstelling op basis van het minimumrecht, na 60 jaar geldt een gelijkstelling op basis van het laatste geplafonneerde loon gedurende 2 jaar voor een halftijds tijdskrediet en 5 jaar voor een 1/5-vermindering.

Zullen nog meegeteld worden op basis van het laatste geplafonneerde loon:

  • de eerste en tweede periode werkloosheid
  • bepaalde stelsels van SWT voor 60 jaar: nachtarbeid, zwaar beroep, lang beroepsverleden, mindervaliditeit, ondernemingen in moeilijkheden en herstructurering
  • SWT al begonnen voor 28 november 2011 of voor 28 november 2011 in opzeg geplaatst met het oog op SWT
  • Tijdskrediet al begonnen voor 28 november 2011 of aangevraagd en devolgende voorwaarden zijn voldaan:

1. uw werkgever heeft uw schriftelijke kennisgeving ontvangen vóór 28 november 2011.

2. de ontvangstdatum op het formulier van het bevoegde werkloosheidskantoor van de RVA bewijst dat de aanvraag ontvangen werd vóór 2 maart 2012.

3. Uw tijdskrediet is vóór 3 april 2012 begonnen.

Nog in de pijplijn

Volgende zaken stonden ook in het Regeerakkoord, maar zijn nog niet uitgevoerd:

  • Meer dan 45 jaar werken

De eenheid van loopbaan betekent dat bij de berekening van het pensioen slechts rekening gehouden wordt met 45 loopbaanjaren, zelfs wanneer u langer werkte. Deze eenheid van loopbaan zou afgeschaft worden in alle pensioenstelsels. Gewerkte jarenna 45 jaar loopbaan zullen echter enkel een surplus geven voor zover er niet meer dan 30 gelijkgestelde dagen in zitten.

  • Overlevingspensioen

Het overlevingspensioen zal een overgangsuitkering worden. De duur wordt afhankelijk de leeftijd, het aantal kinderen en het aantal jaren van wettelijk samenwonen of huwelijk. Nadien is er desgevallend een automatisch recht op werkloosheid. Wie op 1 januari 2012 de leeftijd van 30 jaar bereikt had, kan genieten van overgangsmaatregelen.

  • Laatste gewerkte jaar meetellen Nu stopt de berekening op het einde van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin het pensioen ingaat. Geleidelijk aan zal het ingangsjaar in de pensioenberekening worden opgenomen.

Nieuwe grensbedragen vanaf inkomsten 2013 (bij bijverdienen)

U voert uw activiteit uit als

Kinderlast

Categorie 1

Jonger dan 65

Cat.2

Jonger dan 65 en enkel overlevings-pensioen (*)

Cat.3

65 jaar

Cat.4

65 jaar en 42 loopbaan-jaren

Werknemer, ambtenaar of mandaat

Geen kinderlast

? 7.570

? 17.625,60

? 21.865,23

Onbeperkt

Wel kinderlast

? 11.355,02

? 22.032

? 26.596,50

Onbeperkt

Zelfstandige (of mix werknemer-zelfstandige

Geen kinderlast

? 6.056,01

? 14.100,48

? 17.492,17

Onbeperkt

Wel kinderlast

? 9.084,01

? 17.625,60

? 21.277,17

Onbeperkt

Bron: Rijksdienst voor Pensioenen

In de nieuwe berekening van het pensioen zullen gewerkte periodes zwaarder doorwegen dan (sommige) niet gewerkte periodes.



Partner Content