© GETTY IMAGES

Samenwonen? Of toch maar trouwen? De verschillen

“Er bestaat een aanzienlijk verschil tussen spuitwater, Canada Dry en champagne, ook al hebben de drie dranken bubbels”. Met deze vergelijking verwees een notaris recent naar de verschillen in de statuten van gehuwden en wettelijke of feitelijke samenwoners. Want die zijn er nog steeds!

De Federatie van notarissen houdt een vinger aan de pols van wat er (juridisch) reilt en zeilt in de samenleving. Een van de aandachtspunten is de samenlevingsvorm die koppels kiezen, en de gevolgen van die keuze. Recent wees de federatie er nog eens op dat het vangnet voor samenwonenden lang zo groot niet is als dat van gehuwden. En dan is er nog het verschil tussen feitelijke en wettelijke samenwoners. “Die verschillen in bescherming komen vooral aan de oppervlakte als er iets gebeurt: wanneer je uit mekaar gaat, een partner overlijdt, of simpelweg de huur opzegt”, waarschuwt notaris Joni Soutaer.

ERVEN Gehuwd?

Dan ben je sowieso beschermd.

Ben je gehuwd, dan ben je beschermd en ben je elkaars wettelijke erfgenaam. Wat en hoe je van elkaar erft, hangt af van het stelsel waaronder je getrouwd bent én of je alleen erft of kinderen hebt. “Als je partner overlijdt, wordt er dus eerst naar het huwelijksvermogensrecht gekeken”, licht notaris Soutaer toe. “Dat bepaalt waaruit je nalatenschap bestaat. Ben je gehuwd met volledige gemeenschap, dan erf je als langstlevende de volledige nalatenschap van je partner, in volle eigendom. Ben je gehuwd volgens het wettelijke stelsel van gemeenschap van aanwinsten -dus zonder contract, waarbij wat je al had voor je trouwde en wat je tijdens je huwelijk via erfenis of schenking verwerft jouw eigen goederen blijven -, dan erf je als langstlevende het vruchtgebruik van de nalatenschap van je partner. Je kinderen erven dan de blote eigendom. Heb je geen kinderen, maar heeft jouw overleden partner nog ouders of andere erfgenamen, dan erf jij de volle eigendom van de helft van de gemeenschap en het vruchtgebruik op de eigen goederen. Ben je gehuwd met scheiding van goederen, dan erf je het vruchtgebruik op de eigen goederen van je overleden partner.”

Als gehuwde geniet je dus van een grote bescherming. Je erft minstens het vruchtgebruik op wat je partner nalaat. Concreet betekent het dat je in de gezinswoning mag blijven wonen en je van een ander huis of appartement minstens de huur opstrijkt. Van het geld krijg jij de interesten, van de aandelen de dividenden, enz. De wet kent jou een erfdeel toe en bovendien heb je ook nog eens een reserve: je huwelijkspartner kan je dus je erfrecht niet helemaal ontnemen in een testament.

Samenwoners minder of niet beschermd!

Samenwoners zijn veel minder of niet beschermd! “Ben je feitelijk samenwonend en je partner overlijdt, dan ben jij geen wettelijke erfgenaam. Hebben jullie samen een huis gekocht en is er niets geregeld, dan gaat de helft van de gezamenlijke woning bij het overlijden van je partner naar zijn/haar erfgenamen en bestaat het risico dat je er als langstlevende niet kan blijven wonen”, waarschuwt notaris Soutaer. “Feitelijke samenwoners zijn dus niet beschermd!”

Zijn wettelijke samenwoners beter af? “Heb je voor de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd, dan woon je wettelijk samen. Je bent dan beter af dan wie feitelijk samenwoont, maar je geniet geenszins de bescherming van gehuwden”, benadrukt notaris Soutaer. “Als je partner overlijdt, erf je als langstlevende wettelijke samenwoner enkel het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Dat is uiteraard een belangrijke bescherming, want dan kan je door je eigen kinderen of je stiefkinderen niet uitje huis worden gezet.” Al kan het dan weer lang duren voor de kinderen de volle eigendom krijgen, wat voor de stiefkinderen soms ook een moeilijke situatie is.

“Maar het kan ook dat je partner die overleden is een testament heeft gemaakt en daarin je erfrecht ongedaan heeft gemaakt. Want anders dan in het erfrecht van gehuwden, is het (beperkte) erfrecht van wettelijk samenwonenden niet reservatair – een testament kan het dus ongedaan maken. Zo kan het dus gebeuren dat je denkt dat je het vruchtgebruik op de gezinswoning zal erven, maar dat je overleden partner je dit recht ontzegt in een testament zonder je dit te melden! Maar ook al is er niet zo’n testament dat je je erfrecht ontneemt, dan nog gaan de blote eigendom van de gezinswoning en de inboedel, en ook alle andere bezittingen van je partner, naar zijn andere erfgenamen. Hebben jullie geen kinderen, dan zijn dat de ouders en/of broers en zussen van je partner. Lang geen gemakkelijke situatie.”

Samenwoners moeten actie ondernemen!

Als samenwoners moeten jullie dus actie ondernemen om elkaar (beter) te beschermen. Wat dat dan concreet inhoudt, vragen we aan notaris Soutaer. “De partners kunnen samen een testament maken. Daarin kan je als wettelijke samenwoners elkaar een ruimer erfrecht geven dan wat de wet jullie toekent, bijvoorbeeld de volle eigendom van de gezinswoning. En als feitelijke samenwoners kunnen jullie via een testament mekaar een erfrecht tout court bezorgen. Weet wel dat zo’n testament geen afbreuk doet aan de rechten van de reservataire erfgenamen. Hebben jullie kinderen, dan krijgen die minstens de helft van de nalatenschap. Bovendien kan elke feitelijk samenwonende partner zijn testament altijd veranderen.”

“Daarom krijgen feitelijke samenwoners die samen een onroerend goed kopen vaak de raad om een beding van aanwas te voorzien in de aankoopakte, maar zo’n beding kan ook nog nadien. Via deze formule komt bij het overlijden van je partner zijn/haar aandeel in het onroerend goed automatisch aan jou toe. Op die manier sluit je het erfrecht van je kinderen op dat onroerend goed uit. Gebruik je het beding van aanwas echter enkel als zuivere ontervingstechniek, dan kan het zijn dat de rechter daar tegenin gaat. Let wel: een beding van aanwas kan enkel als jullie niet te veel in leeftijd verschillen. Het gaat immers om een kanscontract: beide partners moeten dus evenveel kans hebben om als laatste over te blijven. Bij een te groot leeftijdsverschil – de lat ligt meestal op meer dan 8 jaar – zijn er geen gelijke kansen meer.”

Is een beding van aanwas voor wettelijk samenwonenden een beter idee dan het wettelijke erfrecht, dus het vruchtgebruik op gezinswoning en de huisraad? “Dat hangt ervan af”, nuanceert notaris Soutaer. “Meestal ben je als langstlevende wettelijk samenwonende partner beter af met het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Je moet er immers rekening mee houden dat je bij een beding van aanwas als langstlevende partner 7% of 10% erfbelasting moet betalen op het deel van je partner (12,5% in Wallonië en Brussel). De fiscus ziet dit immers als een verkoop, terwijl het erven van het vruchtgebruik op de gezinswoning gratis is. Daarom maakt de notaris het beding van aanwas meestal optioneel. Dan kan de langstlevende kiezen.”

Kan een beding van aanwas ook voor gehuwden? “Enkel als je getrouwd bent met scheiding van goederen”, antwoordt notaris Soutaer. “Is er een huwgemeenschap, dan kan zo’n beding niet.”

ERFBELASTING

Als wettelijke samenwoners van elkaar erven via een testament, dan betalen ze hetzelfde tarief erfbelasting als gehuwden. In Vlaanderen geldt dat ook voor feitelijke samenwoners die minstens één jaar samenwonen. In Wallonië en Brussel betalen feitelijke samenwoners sowieso een hoger tarief.

In Vlaanderen is het aandeel van de langstlevende partner in de gezinswoning vrijgesteld van erfbelasting. Dat is onvoorwaardelijk zo als je gehuwd bent of wettelijk samenwoont. Ben je feitelijk samenwonend, dan moet je drie jaar hebben samengewoond voor je van deze vrijstelling kan genieten. In Wallonië en Brussel genieten feitelijke samenwoners niet van de vrijstelling. Daar geldt ze enkel voor gehuwden en wettelijke samenwoners. In Wallonië moet je wel al vijf jaar je hoofdverblijfplaats in dat gewest hebben.

SCHEIDEN

“Laat me beginnen met een misverstand de wereld uit te helpen”, zegt notaris Soutaer: “Als je uit elkaar gaat, moet je overeenkomen, of je nu getrouwd bent of samenwoont. Het klopt niet dat scheiden gemakkelijker is als je niet getrouwd bent. Wat wel klopt, is dat als de relatie op de klippen loopt, de bescherming voor samenwonende partners beperkt is. Zo geeft samenwonen in principe geen recht op alimentatie, hoe lang je relatie ook heeft geduurd. Als samenwonenden kunnen jullie wel een samenlevingsovereenkomst maken waarin jullie toch een tijdelijk recht op alimentatie opnemen. Via zo’n samenlevingsovereenkomst kan je ook afspraken maken over de organisatie van het gezin of over jullie bezittingen. Jullie kunnen afspreken welke bezittingen persoonlijk en welke gemeenschappelijk zijn of wat de bijdrage van elke partner is in de kosten van het huishouden. Jullie kunnen ook een regeling treffen voor uitgaven die één van jullie doet aan de woning van de andere, of over ongelijke investeringen in een gezamenlijk goed. Woon je feitelijk samen, dan kan je ook voorzien dat de toestemming van beide partners nodig is om de gezinswoning te verkopen. Voor wettelijk samenwonenden is die toestemming van beide partners sowieso wettelijk vereist.” Om een samenlevingsovereenkomst te maken, moet je als wettelijk samenwonenden naar de notaris, feitelijk samenwonenden moeten dat niet.

“Waar ik ook altijd op wijs is de precaire situatie van partners die niet of deeltijds werken”, benadrukt notaris Soutaer. “Ben je getrouwd onder een stelsel van gemeenschap of onder het wettelijke stelsel, dan ben je beschermd. Want het loon van de werkende partner is voor de helft van de partner die niet of minder werkt. Ben je niet gehuwd of getrouwd met scheiding van goederen, dan is er geen bescherming voor de partner die niet werkt.”

HUREN

“Ook op het vlak van huren moet je een aantal dingen weten”, zegt notaris Soutaer. “Als jullie als feitelijke samenwoners een woning willen huren, dan moeten jullie beiden de huurovereenkomst tekenen, indien jullie gelijke huurrechten willen hebben. Tekent slechts één van jullie de overeenkomst, dan is enkel de ondertekenaar gebonden, heeft enkel deze partner rechten en kan enkel hij/zij de huurovereenkomst opzeggen. De partner die niet tekent is niet gebonden – en dus ook niet aansprakelijk voor de betaling van de waarborg, de vergoeding van schade of achterstallige huur. Maar als je niet mee tekent, kan je partner wel de huur opzeggen zonder je daarbij te betrekken.”

“Wettelijk samenwonende partners hebben in deze wel dezelfde rechten als gehuwden. Ook al tekent maar één partner de huurovereenkomst, de andere is mee gebonden – voor schade, huur en waarborg – en heeft ook dezelfde rechten. Geen van jullie beiden kan dan de huurovereenkomst in zijn eentje opzeggen. En de verhuurder moet jullie beiden opzeggen als hij het contract wil stopzetten.”

FINANCIËN

Ben je getrouwd met gemeenschap van goederen, dan is het geld op jullie rekeningen gemeenschappelijk, ongeacht of het om een gemeenschappelijke rekening gaat of een rekening op je eigen naam of die van je partner. Dat geldt ook als je getrouwd bent onder het wettelijke stelsel, maar dan enkel voor alles wat je vanaf het huwelijk vergaart. Dus niet voor geld dat je erft of geschonken krijgt, noch voor geld dat je reeds voor je huwelijk bezat. Woon je samen – wettelijk of feitelijk – of ben je getrouwd met scheiding van goederen, dan is het geld op jouw rekening je eigen geld, tenzij je een andere regeling treft.

OVERLEVINGSPENSIOEN

Het overlevingspensioen is enkel weggelegd voor wie getrouwd is. Jullie huwelijk moet wel al minstens één jaar duren, de eventuele periode van wettelijk samenwonen meegerekend, maar enkel als het huwelijk daarop aansluit. Samenwonenden – wettelijk of feitelijk – hebben nooit recht op een overlevingspensioen.

Goed om te weten

Als feitelijk samenwonende partner ben je ook de eerste persoon in de cascade van informele vertegenwoordigers – dus niet aangeduid in een document. Je moet dus niet getrouwd zijn of wettelijk samenwonen om beslissingen te mogen nemen voor jouw partner als die wilsonbekwaam wordt.

Enkel als je getrouwd bent of wettelijk samenwoont, kan je het statuut van meewerkende echtgenoot of partner claimen.

Wettelijk samenwonenden worden door de fiscus als gehuwden beschouwd. Ze moeten dus een gezamenlijke belastingaangifte doen, maar kunnen ook van het huwelijksquotiënt genieten.

Partner Content