© iStock

Pensioenakkoord: wat verandert er voor werknemers

Het kernkabinet van de federale regering is het maandagnacht eens geraakt over een pensioenhervorming. Dat meldt premier Alexander De Croo via Twitter.

Maandagavond belegde de premier nog een bilaterale onderhandelingsronde, alvorens de zeven partijen rond middernacht samen rond de tafel gingen zitten, maar blijkbaar was nadien de zaak snel beklonken. Om 09.30 uur wordt het akkoord verder toegelicht op een persconferentie aan de Wetstraat 16.

Op tafel lagen drie concrete dossiers:

  • de toegang tot het minimumpensioen,
  • de invoering van de pensioenbonus
  • en een maatregel om voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen te zorgen.

Het deeltijds pensioen en het vervroegd pensioen verdwenen en cours de route van de onderhandelingstafel, net als de pensioenen bij Defensie en het rijdend personeel van de NMBS.

Minimumpensioen

Volgens het kabinet van premier De Croo zorgt het akkoord ervoor dat wie langer werkt en effectief aan de slag is, meer pensioen krijgt. Concreet betekent dit dat voor de eerste keer in ons land de toegang tot het minimumpensioen wordt beperkt tot de mensen die effectief 20 jaar gewerkt hebben aan minimum vier vijfde.

Pensioenbonus

De nieuwe pensioenbonus – de oude werd door de vorige regering afgeschaft – moet ervoor zorgen dat mensen die blijven doorwerken na hun vervroegd pensioen, meer pensioen krijgen. De precieze hoogte van deze pensioenbonus wordt later vastgelegd, op basis van een budgetanalyse van het Planbureau, maar zal hoe dan ook neerkomen op 300 tot 500 euro extra netto-pensioen per gewerkt jaar, plus het extra positieve effect van het lager werken, luidt het.

Ongelijkheid

Ook de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen wordt aangepakt door ervoor te zorgen dat wie parttime gewerkt heeft om voor de kinderen te zorgen, meer pensioen krijgt.

Overgangsperioden

Minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) reageert verheugd op het akkoord. Volgens haar stemt het akkoord overeen met de “rode lijnen” die de PS de voorbije weken heeft verdedigd. Zo drongen de Franstalige socialisten aan op voldoende overgangsperioden rond de toepassing van de voorwaarde van 5.000 dagen effectieve tewerkstelling (strikt criterium) en 3.120 dagen (zacht criterium) voor de toegang tot het minimumpensioen.

Deze perioden moeten de werknemers voldoende voorspelbaarheid bieden. Het feit dat er wordt gerekend in dagen in plaats van jaren van effectief werk gedurende de hele loopbaan, biedt ze meer flexibiliteit om om te gaan met de nieuwe regels, legt de minister uit.

Geen enkele werknemer die op 1 januari 2024 ouder is dan 60 jaar hoeft volgens minister Lalieux dus aan deze effectieve arbeidsvoorwaarde te voldoen om toegang te krijgen tot het minimumpensioen. Het aantal effectieve werkdagen voor toegang tot het minimumpensioen zal dan geleidelijk toenemen. De arbeidsvoorwaarde van 5.000 dagen (streng criterium) en 3.120 dagen (flexibel criterium) gaat dan alleen effectief gelden voor mensen die op 1 januari 2024 53 jaar of jonger zijn.

Perioden van invaliditeit

Ze benadrukt ook dat wie tijdens een loopbaan perioden van invaliditeit heeft meegemaakt, zijn voorwaarde voor toegang tot het minimumpensioen daardoor niet verminderd ziet. “We weten dat invaliditeit vaker voorkomt bij vrouwen. Wij beschermen hen zo tegen het risico van uitsluiting van het recht op het minimumpensioen. Ook zwangerschapsverlof, borstvoedingsverlof en palliatief zorgverlof worden als daadwerkelijke arbeid beschouwd.”

Partner Content