Van komkommertijd is er deze zomer geen sprake. Het Zomerakkoord luidde heel wat fiscale en pensioenmaatregelen in. Maar er zijn nog tal van andere nieuwigheden die 50-plussers aanbelangen.
Het pensioen met punten dat terug op de politieke agenda werd geplaatst, evenals het deeltijds pensioen, het invoeren van een gemengd pensioen voor contractuelen bij de overheid die nadien als statutair worden aangeworven, een aanvullend pensioen voor contractuelen bij de overheid, een extra aanvullend pensioen voor zelfstandigen, een tweede optie om aan pensioensparen te doen (meer sparen, minder belastingvoordeel), het meetellen van al de gewerkte periodes voor de berekening van het pensioen, ... Het is al een hele boterham.
Maar dat is lang niet alles. Wat zit er nog in de pijplijn dat belangrijk is voor 50-plussers?
Een nieuwe regeling voor vrijwilligers
In 2015 was het vrijwilligersstatuut 10 jaar oud en werd de wet uit 2005 tegen het licht gehouden. Eén van de pijnpunten was de vergoeding voor vrijwilligers. In het nieuwe statuut zal duidelijk sprake zijn van een kostenvergoeding, iets wat momenteel niet zo duidelijk is. Als een organisatie vrijwilligers een som betaalt, gaat het enkel om een bedrag dat de kosten dekt die verband houden met de activiteit. Het gaat niet om een schadevergoeding noch om de verloning van arbeid. Het gaat ook niet om een compensatie voor de tijd die de vrijwilliger heeft geïnvesteerd. De vergoeding vormt een terugbetaling van kosten, ook als het om een forfaitair bedrag gaat. In de toekomst zullen vrijwilligers ook een fietsvergoeding kunnen krijgen, net zoals werknemers in de privésector.
Flexijobs: ook voor wie met pensioen is
Sinds 1 december 2015 kunnen werknemers die elders een hoofdjob hebben bijklussen in de horeca als flexijob-werknemer of als flexijob-uitzendkracht, waarbij ze een lagere sociale bijdrage betalen. Flexijobs zullen in de toekomst mogelijk worden voor gepensioneerden. Die mogen vandaag wel bijverdienen (onbeperkt voor wie 65 jaar is of 45 jaar gewerkt heeft), maar betalen belastingen en sociale zekerheid op het loon dat ze daarmee verdienen, waardoor gepensioneerden wel eens voor zwartwerk kiezen. Voor hen zou uiteraard dan de voorwaarde dat je elders 4/5 moet werken, wegvallen.
Gedaan met brugpensioen 2.0
Nu de voorwaarden om met brugpensioen te kunnen gaan alsmaar strenger geworden zijn en er dus in de praktijk amper nog iemand met brugpensioen kan (tenzij in ondernemingen in moeilijkheden), laten bedrijven wel eens 55-plussers thuis blijven, met behoud van (een deel van) hun loon (50 tot 80%). Deze praktijk wordt het brugpensioen 2.0 genoemd en druist in tegen wat de regering wil bereiken: mensen langer aan het werk houden. Vandaar het voorstel om bedrijven die deze praktijk hanteren, te beboeten. Afhankelijk van de leeftijd van de werknemer die betaald thuis wordt gezet, zullen bedrijven de overheid een activeringsbijdrage moeten betalen van 10 tot 20% van het brutoloon. Die 'boete' moet maandelijks betaald worden, tot de werknemer met pensioen gaat. Bedrijven die toch nog mensen betaald thuis zetten, zullen ook in een opleiding moeten voorzien, zodat deze werknemers zich kunnen omscholen.
Van voltijds naar 4/5: premie voor loonverlies
Een ander voorstel betreft 60-plussers die van een voltijdse job overstappen naar een 4/5: zij zouden een premie kunnen krijgen van hun werkgever om het loonverlies te compenseren. Wie ouder is dan 58 jaar en ploegenarbeid verricht zou ook zo'n premie kunnen krijgen als hij kiest voor lichter werk.
Het pensioen met punten dat terug op de politieke agenda werd geplaatst, evenals het deeltijds pensioen, het invoeren van een gemengd pensioen voor contractuelen bij de overheid die nadien als statutair worden aangeworven, een aanvullend pensioen voor contractuelen bij de overheid, een extra aanvullend pensioen voor zelfstandigen, een tweede optie om aan pensioensparen te doen (meer sparen, minder belastingvoordeel), het meetellen van al de gewerkte periodes voor de berekening van het pensioen, ... Het is al een hele boterham. Maar dat is lang niet alles. Wat zit er nog in de pijplijn dat belangrijk is voor 50-plussers? In 2015 was het vrijwilligersstatuut 10 jaar oud en werd de wet uit 2005 tegen het licht gehouden. Eén van de pijnpunten was de vergoeding voor vrijwilligers. In het nieuwe statuut zal duidelijk sprake zijn van een kostenvergoeding, iets wat momenteel niet zo duidelijk is. Als een organisatie vrijwilligers een som betaalt, gaat het enkel om een bedrag dat de kosten dekt die verband houden met de activiteit. Het gaat niet om een schadevergoeding noch om de verloning van arbeid. Het gaat ook niet om een compensatie voor de tijd die de vrijwilliger heeft geïnvesteerd. De vergoeding vormt een terugbetaling van kosten, ook als het om een forfaitair bedrag gaat. In de toekomst zullen vrijwilligers ook een fietsvergoeding kunnen krijgen, net zoals werknemers in de privésector. Sinds 1 december 2015 kunnen werknemers die elders een hoofdjob hebben bijklussen in de horeca als flexijob-werknemer of als flexijob-uitzendkracht, waarbij ze een lagere sociale bijdrage betalen. Flexijobs zullen in de toekomst mogelijk worden voor gepensioneerden. Die mogen vandaag wel bijverdienen (onbeperkt voor wie 65 jaar is of 45 jaar gewerkt heeft), maar betalen belastingen en sociale zekerheid op het loon dat ze daarmee verdienen, waardoor gepensioneerden wel eens voor zwartwerk kiezen. Voor hen zou uiteraard dan de voorwaarde dat je elders 4/5 moet werken, wegvallen.Nu de voorwaarden om met brugpensioen te kunnen gaan alsmaar strenger geworden zijn en er dus in de praktijk amper nog iemand met brugpensioen kan (tenzij in ondernemingen in moeilijkheden), laten bedrijven wel eens 55-plussers thuis blijven, met behoud van (een deel van) hun loon (50 tot 80%). Deze praktijk wordt het brugpensioen 2.0 genoemd en druist in tegen wat de regering wil bereiken: mensen langer aan het werk houden. Vandaar het voorstel om bedrijven die deze praktijk hanteren, te beboeten. Afhankelijk van de leeftijd van de werknemer die betaald thuis wordt gezet, zullen bedrijven de overheid een activeringsbijdrage moeten betalen van 10 tot 20% van het brutoloon. Die 'boete' moet maandelijks betaald worden, tot de werknemer met pensioen gaat. Bedrijven die toch nog mensen betaald thuis zetten, zullen ook in een opleiding moeten voorzien, zodat deze werknemers zich kunnen omscholen. Een ander voorstel betreft 60-plussers die van een voltijdse job overstappen naar een 4/5: zij zouden een premie kunnen krijgen van hun werkgever om het loonverlies te compenseren. Wie ouder is dan 58 jaar en ploegenarbeid verricht zou ook zo'n premie kunnen krijgen als hij kiest voor lichter werk.