© getty images

Nieuw burgerlijk wetboek, logischer regels

Ruzie met je buren? Een conflict met de vruchtgebruiker? Nog anderhalf jaar wachten en je hebt de wet aan jouw kant.

Het Burgerlijk Wetboek werd recent op tal van vlakken herzien. En hoewel het nog zeker anderhalf jaar wachten is tot de nieuwe regels helemaal in werking treden, vroegen we advocaat Jan Roodhooft al een paar thema’s uit dat wetboek, waar iedereen al wel eens mee te maken krijgt, kort te belichten, zoals de regels rond nabuurschap en vruchtgebruik.

De buren

“De regels rond burenrelaties zaten vroeger verspreid over verschillende wetboeken”, schetst advocaat Jan Roodhooft de situatie. “Nu worden ze in belangrijke mate samengebracht. Er is ook enorm veel rechtspraak over dit thema. Die wordt in de nieuwe regels meegenomen. Er komen bijvoorbeeld criteria om burenhinder te bepalen. Zo zal er voortaan rekening worden gehouden met het tijdstip – ’s morgens, ’s avonds, in het weekend -, de frequentie en de intensiteit van de hinder.

Last van een boom die te dicht bij de perceelgrens staat? In de toekomst moet je je niets meer aantrekken van het verschil tussen hoog- en laagstammige bomen. Is de boom bij de buren te hoog, dan moet hij verder bij jouw tuin vandaan staan, zo simpel wordt het. Zo zal een boom van meer dan twee meter hoog op twee meter afstand van de buren moeten staan.

En het wordt door de nieuwe regels ook gemakkelijker om een conflict in de kiem te smoren. Overhangende takken die de buur maar niet aanpakt? Het wetboek geeft jou binnenkort het recht om ze zelf te snoeien als jouw buur niet op jouw vraag reageert. Ook heel belangrijk: je zal niet meer moeten wachten tot het muurtje bij je buren effectief instort om actie te ondernemen. Je zal vooraf naar de vrederechter kunnen stappen, die je buur dan een aantal maatregelen kan opleggen.

De vruchtgebruiker

Nog een regeling die vaak voor conflicten zorgt, is de relatie tussen vruchtgebruikers en blote eigenaars. Net als tussen huurders en verhuurders, gaan die conflicten vaak over herstellingen. Wie bekostigt de nieuwe verwarmingsketel of de herstelling van het lekkende dak? Toch is de relatie tussen huurder en verhuurder anders dan die tussen vruchtgebruiker en blote eigenaar.

Een vruchtgebruiker moet voor meer herstellingen opdraaien dan een huurder. Bovendien kan het vruchtgebruik bijzonder lang duren. Bijvoorbeeld wanneer de langstlevende ouder het vruchtgebruik op de gezinswoning erft en de kinderen de blote eigendom, maar zij wel al die jaren de grote herstellingen moeten betalen. Dat is niet meer correct.

“In de nieuwe wet zal de vruchtgebruiker ook zijn steentje moeten bijdragen in de grote herstellingen”, licht Jan Roodhooft toe. “Hoeveel zal afhangen van de waarde van het vruchtgebruik, die dan weer afhangt van de leeftijd van de vruchtgebruiker. Hoe ouder de vruchtgebruiker, hoe minder hij zal moeten betalen, daar komt het op neer. Verder staat nu ook letterlijk in de wet dat de blote eigenaar niet moet betalen voor grote herstellingen van bouwwerken of beplantingen die de vruchtgebruiker zelf heeft aangebracht. En evenmin voor herstellingen te wijten aan de vruchtgebruiker zelf.”

“Ook belangrijk om weten voor vruchtgebruikers is dat ze een verzekering zullen moeten nemen”, voegt Jan Roodhooft toe. “Ze zullen worden verplicht om de woning in volle eigendom – hier geen splitsing tussen vruchtgebruik en blote eigendom – te verzekeren tegen gebruikelijke risico’s als brand, waterschade,... Doet de vruchtgebruiker dit niet, dan kan de blote eigenaar het doen, en het bedrag dan van de vruchtgebruiker recupereren.”

Vruchtgebruik heb je niet enkel bij vastgoed, de regeling bestaat ook bij een effectenportefeuille. Als vruchtgebruiker in je dan de dividenden. Maar als vruchtgebruiker aandelen verkopen als de beurs het niet goed doet, kan vandaag niet zomaar. “In de huidige regeling moet de vruchtgebruiker eerst toestemming aan de blote eigenaar vragen om aandelen te verkopen. Maar als de vruchtgebruiker de portefeuille goed beheert, zal dat in de toekomst niet meer nodig zijn”, licht Jan Roodhooft toe.

De eerlijke vinder

Stel, je vindt een fiets op jouw oprit, die iemand daar heeft gedropt. In de huidige regeling, zou die fiets pas na 30 jaar van jou zijn. Had je hem echter op straat gevonden, dan had je aangifte moeten doen bij de gemeente. Dat wordt in de toekomst in alle situaties de algemene regel. Dus gelijk waar je binnenkort een fiets vindt, als je de eigenaar ervan niet kan opsporen, zal je sowieso de gemeente moeten verwittigen.

Wat kan je nu al doen?

“Hoewel de nieuwe regels pas 18 maanden na publicatie in het Staatsblad in werking treden – naar schatting dus tegen september 2021 – kan je er nu al op anticiperen”, benadrukt Jan Roodhooft. Zo kan je, als een woning wordt gesplitst in blote eigendom en vruchtgebruik via een gesplitste aankoop, nu al in de akte laten opnemen dat grote herstellingen voor rekening van de blote eigenaar zijn, tenzij de wet een andere verdeling toelaat. Als je het zo formuleert, zal je ook in de toekomst niet van de nieuwe wet afwijken.”

Partner Content