© BELGA

Naar een nieuw arbeidsrecht

Al enige tijd wordt gezocht naar manieren om het werk ‘werkbaar en wendbaar’ te maken. Federaal minister van Werk, Kris Peeters, wil bedrijven laten ‘experimenteren’ met eigen arbeidsregels.

Hoe zorg je ervoor dat meer mensen werk vinden en tegelijk dat de mensen die aan de slag zijn het langer volhouden? Al enige tijd horen we de term ‘werkbaar werk’ opduiken. In juni 2015 trok minister van Werk, Kris Peeters, het debat hierover op gang met een rondetafelconferentie. Intussen zijn we 9 maanden verder. Om het werk ‘werkbaarder’, maar ook ‘wendbaarder’ te maken is een aanpassing van de arbeidswetgeving nodig, want die is niet flexibel genoeg. Daarom zou Kris Peeters een wet willen laten goedkeuren die arbeidsexperimenten toelaat. In de jaren ’80 werden ook experimenten van collectieve werktijdverkorting toegelaten, die pas jaren later in wetgeving werden gegoten. Minister Peeters zou deze methode willen toepassen om arbeidsregels op maat toe te laten aan bedrijfssectoren of individuele bedrijven, maar dan wel in overleg tussen werkgever en vakbonden.

Er worden tien thema’s voorgesteld waarover de sociale partners zich zullen uitspreken:

  1. Loopbaansparen: werknemers kunnen extra-legale vakantiedagen (de dagen die je krijgt bovenop de 20 wettelijke dagen) opsparen om later in hun carrière ‘in te zetten’.
  2. Telewerk en thuiswerk: veel bedrijven doen dit al, maar er bestaat eigenlijk geen aangepaste wetgeving over.
  3. Lange en korte werkweek: het maximum aantal uren per dag mogen overschreden worden om pieken op te vangen, zonder betaling van overloon.
  4. Vrijwillige overuren: werknemers moeten ook de kans krijgen om op hun vraag overuren te presteren.
  5. ‘Lossere’ (of geen) uurroosters: voor bepaald werk, zoals creatieve en intellectuele beroepen, zou een contract zonder specifieke werkregeling beter zijn.
  6. Vast uitzendwerk: het lijkt een contradictie, maar bedoeld wordt: uitzendarbeid van onbepaalde duur mogelijk maken, maar dan wel met financiële zekerheid voor de werknemer.
  7. Minder ingewikkeld verlofstelsel: een vereenvoudiging van het aantal verlofstelsels (ouderschapsverlof, tijdskredieten,...).
  8. Aangepast statuut freelancers: veel (vooral jongere) mensen verkiezen opeenvolgende projecten uit te voeren voor verschillende bedrijven. Zij hebben nood aan een statuut dat het midden houdt tussen dat van de zelfstandige en dat van de loontrekkende.
  9. Mobiliteitsbudget: Werknemers moeten aangespoord worden op zoek te gaan naar alternatieven voor de auto.
  10. Transitievergoeding: de bestaande ontslagvergoeding omvormen zodat de werknemer beter begeleid wordt naar nieuw werk.

Deze 10 thema’s zullen nog voor de zomer besproken worden door de Groep van Tien (werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers).

Bron: De Standaard, De Morgen

Partner Content