In 2015 werd hiervoor meermaals gewaarschuwd, zowel door studies van ING België als in verklaringen van de gouverneur van de Nationale Bank. Die instelling zette banken ook onder druk om voorzichtig te zijn bij het toestaan van hypothecaire leningen. Ze deed dat via aanbevelingen, maar evengoed door financieel druk uit te oefenen.

Ook het Internationaal Monetair Fonds, dat regelmatig de economische situatie in tal van landen onderzoekt, boog zich over de kwestie en kwam tot het besluit dat het "slechts een lichte daling van de vastgoedprijzen in ons land verwacht". De OESO, de internationale instelling die de meest ontwikkelde landen van onze planeet groepeert en zich eveneens aan dergelijke studies waagt, schatte het risico op een gevaarlijke uitschuiver op het vlak van de vastgoedprijzen laag in.

Vastgoedeigenaars moeten niet meer op een prijsstijging hopen.

Toch trekken deze organisaties, net als ING en de Nationale Bank, ondanks hun geruststellende toon, duidelijke conclusies: ja, wonen is in België erg duur geworden, nadat de prijzen vanaf 2003 zijn gaan stijgen. Je zou daar kunnen tegenin brengen dat de prijzen in België nog altijd best doenbaar zijn vergeleken met bijvoorbeeld Zwitserland, en dat Brussel zelfs erg goedkoop is vergeleken met Londen of Parijs. Maar daar gaat het niet over. Of iets duur is of niet moet worden afmeten tegen de koopkracht van de bevolking. De OESO heeft in 2015 de verhouding tussen de vastgoedprijzen en het inkomen van de Belgen nader onderzocht: vergeleken met ons inkomen is de prijs van vastgoed 47% duurder geworden. Dat is veel! En dan begrijp je ook dat veel economen van een overwaardering spreken.

De sterke daling van de hypothecaire rente heeft ruimschoots bijgedragen tot de hoge vlucht van die vastgoedprijzen. Gezinnen kijken niet enkel naar de prijs, maar ook (en vooral) naar wat ze maandelijks moeten afbetalen, dat is geweten. Die aflossingen zijn geslonken naarmate de rente verder daalde. En dus moeten we de juiste conclusie trekken: nu er echt een einde is gekomen aan de lage rente, zullen we een tijdlang niet meer op een stijging van de vastgoedprijzen moeten hopen. In het beste geval zal de relatieve stagnatie van de laatste jaren worden verdergezet.

Toch moeten eigenaars van een huis of een appartement daar geen spijt van hebben: zelfs als hun woning het belangrijkste deel van hun vermogen uitmaakt, halen ze daar vooral persoonlijke voldoening en psychologisch comfort uit. Dus, goedkoop of te duur... het is iets waar je rekening mee moet houden als je in vastgoed belegt, maar waar je je niet al te veel zorgen om moet maken voor je home, sweet home.

In 2015 werd hiervoor meermaals gewaarschuwd, zowel door studies van ING België als in verklaringen van de gouverneur van de Nationale Bank. Die instelling zette banken ook onder druk om voorzichtig te zijn bij het toestaan van hypothecaire leningen. Ze deed dat via aanbevelingen, maar evengoed door financieel druk uit te oefenen.Ook het Internationaal Monetair Fonds, dat regelmatig de economische situatie in tal van landen onderzoekt, boog zich over de kwestie en kwam tot het besluit dat het "slechts een lichte daling van de vastgoedprijzen in ons land verwacht". De OESO, de internationale instelling die de meest ontwikkelde landen van onze planeet groepeert en zich eveneens aan dergelijke studies waagt, schatte het risico op een gevaarlijke uitschuiver op het vlak van de vastgoedprijzen laag in.Toch trekken deze organisaties, net als ING en de Nationale Bank, ondanks hun geruststellende toon, duidelijke conclusies: ja, wonen is in België erg duur geworden, nadat de prijzen vanaf 2003 zijn gaan stijgen. Je zou daar kunnen tegenin brengen dat de prijzen in België nog altijd best doenbaar zijn vergeleken met bijvoorbeeld Zwitserland, en dat Brussel zelfs erg goedkoop is vergeleken met Londen of Parijs. Maar daar gaat het niet over. Of iets duur is of niet moet worden afmeten tegen de koopkracht van de bevolking. De OESO heeft in 2015 de verhouding tussen de vastgoedprijzen en het inkomen van de Belgen nader onderzocht: vergeleken met ons inkomen is de prijs van vastgoed 47% duurder geworden. Dat is veel! En dan begrijp je ook dat veel economen van een overwaardering spreken.De sterke daling van de hypothecaire rente heeft ruimschoots bijgedragen tot de hoge vlucht van die vastgoedprijzen. Gezinnen kijken niet enkel naar de prijs, maar ook (en vooral) naar wat ze maandelijks moeten afbetalen, dat is geweten. Die aflossingen zijn geslonken naarmate de rente verder daalde. En dus moeten we de juiste conclusie trekken: nu er echt een einde is gekomen aan de lage rente, zullen we een tijdlang niet meer op een stijging van de vastgoedprijzen moeten hopen. In het beste geval zal de relatieve stagnatie van de laatste jaren worden verdergezet.Toch moeten eigenaars van een huis of een appartement daar geen spijt van hebben: zelfs als hun woning het belangrijkste deel van hun vermogen uitmaakt, halen ze daar vooral persoonlijke voldoening en psychologisch comfort uit. Dus, goedkoop of te duur... het is iets waar je rekening mee moet houden als je in vastgoed belegt, maar waar je je niet al te veel zorgen om moet maken voor je home, sweet home.