© Getty Images

Ik ben 50-plus en verlies mijn werk

De werkloosheidsuitkeringen zullen sneller dalen. Wat 50-plussers betreft is het vooral de anciënniteitstoeslag die verstrengd zal worden. Ook belangrijk: de gelijkstelling van periodes werkloosheid voor de berekening van het pensioen wordt beperkt.

Snellere daling van de uitkeringen

De versnelde daling voorzien in het Regeerakkoord zou normaal in werking treden op 1 juli 2012, maar is uitgesteld tot 1 november 2012. Momenteel wordt de periode van werkloosheid onderverdeeld in 2 periodes voor alleenstaanden en gezinshoofden en in 3 periodes voor samenwonenden. Enkel samenwonenden komen in een periode terecht waarin een forfait wordt uitgekeerd. In het kader van de nieuwe reglementering is er sprake van 3 werkloosheidsperiodes voor alle werklozen. Gezinshoofden en alleenstaanden zullen dus ook in een forfait terechtkomen:

  • Eerste periode: 1 jaar : vanaf 2013: eerste 3 maanden (periode A) aan 65% (dat is 5% hoger dan vroeger) van een begrensd loon van maximum ? 2.370 , dan 3 maanden aan 60% van dit loon (periode B) , dan 6 maanden aan 60% van loon dat begrensd is op ? 2.210 (periode C) .
  • Tweede periode: van 2 tot 36 maanden : eerste 2 maanden (tweede periode A vast) 60% voor gezinshoofden, 55% voor alleenstaanden, 40% voor samenwonenden van een loon dat begrensd is op ? 2.065 per maand. Dan komt er een tweede periode B variabel: 2 maanden extra per jaar beroepsloopbaan, aan hetzelfde percentage, maar maximum voor 10 maanden. Dan komt er een tweede periode C variabel en degressief per 6 maanden en dit voor maximum 24 maanden. Deze periode C geldt enkel voor wie meer dan 5 jaar gewerkt heeft. Wie minder gewerkt heeft komt onmiddellijk in de derde periode (forfait) terecht.
  • Derde periode: forfait (onbeperkt in de tijd)

Deze regeling van versnelde daling geldt niet voor :

  • Werklozen die een beroepsverleden hebben van 20 jaar. Op 1 november 2012 zal dat 21 jaar zijn, en zo komt er elk jaar op 1 november een jaar bij tot 25 jaar in 2017.
  • Werklozen die ouder zijn dan 55 jaar. Stel dat u al in de tweede periode van werkloosheid zit (die van de versnelde daling) en u wordt 55 jaar. Op dat moment zult u het percentage waaraan u zit behouden voor het resterend deel van de tweede periode.
  • Werklozen die meer dan 33% arbeidsongeschikt zijn.
  • Deeltijds werklozen met een inkomensgarantieuitkering
  • Tijdelijk werklozen

Anciënniteitstoeslag

Bent u 55 jaar (vroeger 50 jaar) , hebt u een beroepsverleden van 20 jaar en bent u 1 jaar volledig werkloos (geen brugpensioen) dan hebt u recht op een anciënniteitstoeslag. Dit is een extra bedrag, bovenop de gewone uitkering.

Beschikbaarheid

Bepaalde werklozen moeten niet langer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en mogen een dienstbetrekking weigeren. Momenteel is dat het geval voor werklozen van 58 jaar of werklozen van 50 jaar die al 1 jaar uitkeringen hebben ontvangen en die een beroepsverleden hebben van 38 jaar. Het regeerakkoord brengt de leeftijd voor de beschikbaarheid vanaf 2013 op 60 jaar en zelfs mogelijk op 65 jaar voor regio’s met een lage werkloosheid.

De controle op de beschikbaarheid zal aangescherpt worden: vanaf 2013 zal de actieve beschikbaarheid gecontroleerd worden op 55 jaar en in 2016 op 58 jaar.

Passende dienstbetrekking

Voortaan zal een werkloze een baan moeten aanvaarden die tot op 60 km afstand ligt (vroeger 25 km).

Gelijkstelling voor het pensioen

Voor de berekening van het pensioen werden totnogtoe periodes van werkloosheid onbeperkt in de tijd gelijkgesteld met een gewerkte periode, op basis van het laatste begrensde effectieve brutoloon. De werkloosheidsuitkeringen van de derde periode zullen nu aan een lager bedrag gelijkgesteld worden voor het pensioen, nl. het bedrag van het minimumrecht per loopbaanjaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content