© Getty Images/iStockphoto

Hoeveel belasting betaal je op je pensioensparen en groepsverzekering?

Ongeveer twee op drie werknemers heeft een groepsverzekering. Daarnaast doen heel wat Belgen aan pensioensparen. Hoeveel belasting betaal je op deze pensioenpijlers?

Pensioensparen

Het systeem van pensioensparen(de derde pensioenpijler) bestaat zo’n dertig jaar. Je kan deze vorm van sparen doen bij de bank (pensioenspaarfonds) of bij een verzekeraar (pensioenspaarverzekering). Je kan jaarlijks een bepaald maximumbedrag storten, waarvan je 30% recupereert via je belastingen. In 2018 is dat 960 euro (of 1.230 euro, mits een verlaagde fiscale aftrek van 25%). Als je belastingvermindering genoten hebt, betaal je een eindbelasting op je 60ste.. Hoe gaat dat?

– Ben je gestart met pensioensparen voor je 55ste verjaardag, dan betaal je een eenmalige eindbelasting van 8% op je 60ste verjaardag. Vroeger was dat 10%, maar in 2015 is de eindbelasting teruggebracht tot 8% . Daar stond wel iets tegenover: gedurende 5 jaar, van 2015 tot 2019 werd/wordt er een vervroegde inning toegepast. Er wordt 1% afgehouden op de reserve van je contract op 31 december 2014. Die vervroegd betaalde belasting wordt afgetrokken van de eindebelasting van 8% op je 60ste. Voor contracten die afgesloten werden na 1 januari 2015 is er geen vervroegde inning van 1%

Na je 60ste verjaardag kan je nog het maximaal aftrekbare bedrag storten (en dus het fiscaal voordeel van 30% genieten) zonder dat je nog eindbelasting betaalt. Dit kan tot het jaar dat je 64 wordt.

– Ben je pas op je 55ste of later met pensioensparen gestart, dan betaal je een eenmalige eindbelasting van 8% als je contract minstens 10 jaar loopt. Ook hier is er gedurende 5 jaar (tot 2019) een vervroegde inning van 1% voor de contracten afgesloten voor 1 januari 2015.

Je betaalt de eindbelasting op je spaartegoed. Er wordt rekening gehouden met een fictief rendement van 4,75% op de stortingen die je deed.

Groepsverzekering

Met wat geluk werk je in een bedrijf dat een groepsverzekering biedt. Dan bouw je een ’tweede pijler’ op. Die wordt meestal opgebouwd door werkgeversbijdragen en werknemersbijdragen op je loon. Ook hier is er een fiscaal voordeel, maar betaal je op het einde van de rit belastingen. Werk je tot 65 jaar, dan betaal je 10% op het deel dat is opgebouwd met werkgeversbijdragen. Je moet dan de laatste 3 jaar voor je pensioen onafgebroken gewerkt hebben (maar niet noodzakelijk voltijds). Stop je voor je 65ste, dan betaal je 16,5% op het deel dat opgebouwd is met werkgeversbijdragen. Voor het deel van je kapitaal dat opgebouwd is met werknemersbijdragen maakt de leeftijd waarop je stopt geen verschil: 16,5% op het deel opgebouwd voor 1993 en 10% erna.

Partner Content