© Getty Images/iStockphoto

Hoe houden werknemers hun job langer vol?

Tempo-team bevroeg 500 werkgevers en 1.600 werknemers over wat voor hen het werk werkbaar zou maken, zodat het langer vol te houden is.

Over ‘werkbaar werk’ wordt al langer dan vandaag gesproken. Alleen, hoe realiseer je dat? Begin dit jaar lanceerde minister De Block de ‘zachte landingsbaan”. Net als voor de klassieke landingsbaan, of het tijdskrediet voor 55/60-plussers, gaat het erom dat de werklast van oudere werknemers verminderd wordt. Maar bij een zachte landingsbaan gebeurt dat niet noodzakelijk door minder uren te werken. Het gaat dus vooral om de aanpassing van het werk, waardoor werknemers het langer kunnen volhouden. En het loonverlies dat je als werknemer lijdt door die aanpassing, kan door je werkgever vergoed worden (en dus niet door de RVA zoals bij de klassieke landingsbaan). Deze zachte landingsbanen blijken tot nog toe weinig succes te hebben. De wetgeving werd al eens aangepast en zal begin 2019 opnieuw veranderen. Het zal een individuele mogelijkheid worden, terwijl er eerst een sectorakkoord nodig was.

Tempo-team liet een bevraging uitvoeren door een onafhankelijk onderzoeksbureau bij een representatieve steekproef van 2100 werkgevers en werknemers, over welke maatregelen volgens hen nodig zijn om langere loopbanen mogelijk te maken. Opvallend is dat de bevraagde werknemers en werkgevers dezelfde maatregelen naar voor schuiven: boeiend werk, aangepast werk, aangepast werkritme, gezondheids- en fitheidsprogramma’s, flexibel pensioen. Werknemers vinden ook opleiding heel belangrijk. Werkgevers willen dan weer inzetten op de ervaring die oudere werknemers opbouwden om hen zo een nieuwe rol in het bedrijf te geven, als mentor bijvoorbeeld. Maar vertaalt zich dat in maatregelen op de werkvloer? Slechts 1 op 4 werkgevers zorgt ervoor dat jobs uitdagend blijven en voorziet in een aangepast takenpakket. Slechts 1 op 5 werkgevers investeert in opleidingen voor 50-plussers of voorziet in een aangepast werkritme. Uit de bevraging blijkt ook dat slechts 1 op 10 werkgevers een ruimer generatieproof HR-beleid voert.

Demotie of ‘balansbaan’

Werknemers vinden een aangepast werkritme en een aangepast takenpakket heel belangrijk, maar zij willen dit niet doen voor een lager loon. Amper 4 op 10 werknemers is bereid om een stapje terug te doen en loon in te leveren. Nochtans betekent een stapje terug niet per definitie een negatieve carrièrewending. Het kan net toelaten om nieuwe dingen te leren en dat kan zorgen voor de uitdaging waar werknemers veel belang aan hechten.

Brigitte Ballings, demotie-experte en auteur van het boek “Een stap terug? Ik denk er niet aan” (over demotie en remotie, een nieuwe start en meer geluk op het werk), legt uit: “We hebben vaak een zeer lineair en stijgend carrièrepad in ons hoofd: hoe ouder we zijn, hoe hoger onze functie. Door de verhoging van de pensioenleeftijd is het niet realistisch om steeds maar verder op te klimmen op de hiërarchische ladder. Vaak past die hogere job ook niet meer bij wie we op dat moment zijn of willen zijn. Daarom moeten we onze verwachtingen bijstellen. Een stapje terug wordt ook wel eens demotie genoemd, maar dat is geen goede term, omdat de focus komt te liggen op het negatieve aspect ervan. Een stapje terug heeft echter heel wat voordelen, voor werkgevers en werknemers? Je zou het ook ‘balansbaan’ kunnen noemen of een baan dichter bij jezelf. ”

Partner Content