Het rendement van je groepsverzekering

Alsmaar meer is er sprake om de rente van de groepsverzekering variabel te maken. Allianz verlaagde de rentevoet van 1,5 naar 1%. Waar gaat het heen met de groepsverzekering?

Een belangrijke pijler

De tijd dat je na je werkend leven ‘gewoon’ je wettelijk pensioen ontving (en daar een waardig vervangingsinkomen aan had) is al een tijdje voorbij. Vandaag kan je het pensioen met een rugzak vergelijken die uit verschillende compartimenten bestaat: het wettelijk pensioen, je aanvullend pensioen via je werkgever, pensioensparen, lange termijnsparen, je eigen huis,... De regering Michel zet erg in op de pijler van het aanvullend pensioen en wil die dan ook ‘democratiseren’. Lees: ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen ervan genieten, maar dan liefst aan een minimum rendement. De openbare sector wordt ook aangemoedigd om in een aanvullend pensioen te voorzien voor hun contractuelen.

Een spel met drie spelers

Om de historiek van het aanvullend pensioen (groepsverzekering) te kennen moeten we terug naar de Wet van 28 april 2003 (Wet aanvullend pensioen – WAP). Deze wet regelt de rechten en plichten van alle betrokken partijen. Deze partijen zijn:

  • de werkgever: hij engageert zich om een aanvullend pensioen op te bouwen voor het geheel of een deel van de werknemers
  • de verzekeraar: de werkgever tekent een groepsverzekeringscontract met een verzekeraar
  • de werknemer: heeft het bedrijf al een groepsverzekering wanneer de werknemer aangeworven wordt, dan is hij verplicht toe te treden. Het aanvullend pensioen kan opgenomen worden in rente of in kapitaal.

Wie betaalt?

Het aanvullend pensioen wordt meestal opgebouwd door werkgevers én werknemersbijdragen.

Met gewaarborgde rente

Totnogtoe is de rente gewaarborgd:

  • voor de stortingen door de werkgever bedraagt de gewaarborgde rentevoet momenteel 3,25%
  • voor de stortingen door de werknemer bedraagt de gewaarborgde rentevoet momenteel 3,75%

Naar een variabele rente?

Gezien de zwakke rentevoeten op de financiële markten lieten verzekeraars al meermaals weten dat de gewaarborgde rentevoeten niet houdbaar zijn. Zij hebben hun rentevoeten dan ook al meermaals laten zakken, eerst naar 2,15%, dan naar 1,50%. Op 1 oktober 2015 liet Allianz de rentevoet zakken naar 1% en we weten vandaag niet of andere verzekeraars zullen volgen.

Dit plaatst werkgevers in een uiterst moeilijke situatie. Want de werkgever is verantwoordelijk voor de pensioenbelofte die aan de werknemers werd gedaan. Hij moet dus het verschil ophoesten tussen de gewaarborgde rentevoet en de rentevoet die de verzekeraar finaal geeft.

Intussen is de ‘Groep van 10’ (sociale partners) al maanden aan het onderhandelen over een wijziging van de wet op de aanvullende pensioenen die een variabele rente zou toelaten.

Dan rest nog een laatste vraag: zullen werkgevers en werknemers in de toekomst nog veel voelen voor een groepsverzekering?

Partner Content