© Getty Images

Het omgangsrecht van grootouders

Niets mooier dan de band tussen grootouders en kleinkinderen. Helaas verlopen niet alle relaties met de kleinkinderen zoals de grootouders dat zouden willen.

Grootouders en kleinkinderen hebben vaak een unieke band. Toch kan er om allerlei redenen een kink in de kabel komen: een ruzie tussen de grootouders en hun eigen kinderen, een scheiding, een overlijden, een nieuwe partner (zowel bij de grootouder als bij de ouders,...). Sommige grootouders zien hun kleinkinderen jarenlang niet, of helemaal nooit meer. Toch hebben zij het recht om hun oogappels te zien.

Het belang van het kind

Dat recht staat al lang opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, artikel 375bis : “Grootouders hebben het recht persoonlijk contact met hun kleinkinderen te onderhouden....” Ook andere belanghebbenden hebben dat recht (overgrootouders, ooms of tantes, een stiefouder,..), maar zij moeten aantonen dat ze een bijzondere affectieve band met het kind hebben. Grootouders moeten die band niet zelf aantonen. Sinds de laatste wetswijziging (2018) moeten ze niet langer zelf bewijzen dat het in het belang van hun kleinkind is dat zij het kunnen zien. De wetgever erkent intussen dat grootouders niet alleen een bloedband, maar ook een ‘genegenheidsband’ hebben. De familierechter kan het omgangsrecht enkel nog weigeren als het ingaat tegen het belang van het kind. Het recht om je kleinkind te zien is dus niet absoluut. Zo kan het ’tegen het belang’ van het kind ingaan als de relatie met jouw (schoon)kind zo verzuurd is dat dit bij je kleinkind tot een loyaliteitsconflict zou leiden. De persoon die zich ertegen verzet dat jij je kleinkind ziet, moet bewijzen dat dit tegen het belang van je kleinkind is.

Hoe vaak mag je je kleinkind zien?

De wet bepaalt niet hoe vaak een grootouder zijn/haar kleinkind mag zien. Ook hier wordt rekening gehouden met het belang van het kind en de concrete situatie waarin het kind zich bevindt. Hoe hechter je band was, hoe vaker je je kleinkind zal kunnen zien. Jouw recht op contact is wel minder uitgebreid dan dat van een gescheiden ouder. Vaak wordt een dag per maand (of 2 halve dagen) opgenomen en wat meer tijdens de schoolvakanties. Er kan ook regelmatig telefonisch contact of een bepaalde activiteit worden opgelegd.

Hoorrecht

En het kleinkind zelf? Kan dat naar de familierechter stappen en eisen dat het zijn oma of opa mag zien? Tot dusver niet. Maar het kind heeft wel een hoorrecht. Is het ouder dan 12 jaar, dan krijgt het een informatieformulier opgestuurd. Het minderjarig kind wordt door de rechter ingelicht over zijn recht om gehoord te worden of om dit te weigeren. Minderjarigen jonger dan twaalf jaar krijgen geen informatieformulier toegestuurd. Toch kunnen ze gehoord worden op hun verzoek, op dat van de partijen, van het openbaar ministerie of door de rechter ambtshalve. Als de minderjarige er zelf om verzoekt of via het openbaar ministerie, dan kan de rechter dit niet weigeren. Gaat het verzoek uit van de partijen dan kan hij dat wel. Het Internationaal Verdrag over de Rechten van het Kind bepaalt dat de rechter een passend belang moet hechten aan die mening, in overeenstemming met de leeftijd en rijpheid van het kind.

Partner Content