© getty images

Elektriciteit kopen bij de buren

Dankzij energiegemeenschappen kan de energietransitie ook de consument ten goede komen.

De komst van energiegemeenschappen zal het energielandschap de komende jaren hertekenen. Daarbij moet de (kleine) consument centraal komen te staan, als producent of als afnemer, in een systeem van een gedecentraliseerde duurzame energiemarkt.

Wat is een energiegemeenschap? Niet te verwarren met een groepsaankoop energie, waarbij je door samen aan te kopen betere voorwaarden bij de gas-, elektriciteits- of stookolieleverancier kan bedingen. Een energiegemeenschap bestaat uit een groep mensen die samen duurzaam en lokaal energie produceren en delen. Dat kan gaan om het gebruik van zonne- en windenergie of waterkracht. Maar er zijn er ook andere: een lokaal warmtenet, een batterij voor de hele wijk, enz. Energiegemeenschappen hebben ook tot doel om de afhankelijkheid van niet-hernieuwbare energiebronnen te verminderen. Ze kunnen zich ook richten op de lokale economie en op samenwerking en wederzijdse steun tussen de leden van de gemeenschap.

In Brussel wordt het voordeel voor een gezin op 200 tot 250 euro per jaar geraamd.

Enkele voorbeelden. Een school in Ganshoren (Brussels Gewest) liet 50 zonnepanelen op het dak installeren en deelt het overaanbod aan energie met zo’n 15 buren. In Oud-Heverlee maakt een energiegemeenschap gebruik van een batterij op buurtniveau. Maar ook semipublieke organisaties kunnen deel uitmaken van de energiegemeenschap. In de streek van Doornik genieten een OCMW en enkele zorginstellingen van de energie van een windturbine op een industrieterrein en van de zonnepanelen op het dak van een sportcentrum. Er zijn intussen tal van voorbeelden en tientallen andere projecten zijn in volle ontwikkeling.

Is dit financieel voordelig? De verkoper ontvangt een betere prijs dan wanneer hij elektriciteit weer op het net zet. Het voordeel voor de gebruikers van lokale energieproductie wordt op 200 euro per MWh geraamd. In Brussel schat men de winst voor een gezin op 200 tot 250 euro per jaar. Want vaak dekt een energiegemeenschap slechts een derde van de behoeften, zodat de rest bij een leverancier moet worden aangekocht.

Is dit wettelijk? Energiegemeenschappen hebben een wettelijke basis die is vastgelegd in twee Europese richtlijnen. Energieproducenten en consumenten moeten zich hiervoor als rechtspersoon verenigen. Technisch wordt dit mede mogelijk gemaakt door het gebruik van digitale meters die om het kwartier metingen kunnen verrichten. Zij registreren hoeveel energie in het systeem wordt geïnjecteerd en hoeveel er wordt afgenomen. Verschillende organisaties helpen ook bij de oprichting van energiegemeenschappen en leiden het proces in goede banen. Het gaat dan om milieuverenigingen, maar ook om gemeenten en intercommunales. Zoals Fluvius, die het hele proces op zijn website beschrijft.

Partner Content