© Getty Images/iStockphoto

Een verzekering brand- en waterschade wordt verplicht voor de huurder

De huurder is aansprakelijk voor brand, tenzij hij bewijst dat die buiten zijn schuld om is ontstaan. Voortaan wordt de huurder verplicht zich te verzekeren, zowel voor brand- als waterschade.

Sinds de zesde staatshervorming is de wetgeving over de verhuur van woningen regionale materie geworden. De drie gewesten smukten hun huurregels op. In Brussel is de nieuwe wetgeving al van kracht sinds januari 2018, Wallonië volgt in september en in Vlaanderen zullen de nieuwe regels gelden vanaf 1 januari 2019. Eén van de wijzigingen betreft de verplichte verzekering voor brand- en waterschade.

Inboedel en huurdersaansprakelijkheid

Vandaag is de brandverzekering niet wettelijk verplicht. Ook niet voor de huurder, tenzij de verhuurder die verplichting opgenomen heeft in het huurcontract. Maar de meeste huurders verzekeren wel hun aansprakelijkheid voor brand. Als huurder ben je aansprakelijk voor de schade die je veroorzaakt aan de woning die je huurt of aan derden, bijvoorbeeld je buren. Je moet de woning teruggeven aan de verhuurder in de staat waarin je deze ontvangen hebt. Bovendien kan ook je eigen inboedel in rook opgaan en dan ben je maar beter verzekerd.

Een nieuw Woninghuurdecreet

Het Vlaamse Woninghuurdecreet (dat nog in het parlement gestemd moet worden en in het staatsblad moet verschijnen) neemt de bepaling in het Burgerlijk Wetboek over de huurdersaansprakelijkheid voor brand over, maar breidt die uit met twee elementen: de huurder zal verplicht zijn een verzekering te nemen en hij is niet enkel aansprakelijk voor brand, maar ook voor waterschade. Ook voor waterschade moet hij zich verzekeren.

Afstand van verhaal

Hij kan zelf een verzekering afsluiten of een vergoeding betalen aan de verhuurder die een verzekering heeft gesloten en in de polis een clausule zet dat hij afziet van zijn recht om de geleden schade van de huurder terug te vorderen. Het gaat hier om de clausule ‘afstand van verhaal’. De verhuurder kan dan de meerkost van de brandverzekering omwille van de clausule van afstand van verhaal doorrekenen aan de huurder. Als zo’n clausule in de verzekeringspolis van de verhuurder staat, dan kan de verzekeraar van de verhuurder de uitbetaalde schade niet terugvorderen van de huurder.

Toch neemt de huurder best zelf een verzekering, want de clausule ‘afstand van verhaal’ dekt niet zijn aansprakelijkheid tegenover derden (buren bijvoorbeeld) en de schade aan zijn eigen inboedel. Iets anders is de afstand van verhaal in de huurovereenkomst. Die zorgt ervoor dat de verhuurder niet kan komen aankloppen bij de huurder. Daar kan de vraag gesteld worden of zo’n clausule nog altijd in het huurcontract kan opgenomen worden, vermits het Woninghuurdecreet van ‘dwingend recht’ zal zijn, wat betekent dat huurder en verhuurder in de overeenkomst niet kunnen afwijken van wat de wet (of het decreet) zegt.

We verwijzen hiervoor naar een artikel van Pauwels advocaten: Zijn clausules tot afstand van verhaal nog mogelijk onder het toekomstige Vlaamse Woninghuurdecreet?

De boodschap is: je kan als huurder maar beter voorzichtig zijn en zelf een verzekering brand- en waterschade afsluiten.

Partner Content