© BELGA

Een label voor financiële producten

Vanaf volgend jaar krijgen financiële producten, bedoeld voor particulieren, een risico-label

De wet maakt een opdeling tussen professionele klanten en retail-klanten. De particuliere belegger maakt deel uit van de retail-klanten. Voor hen is het niet gemakkelijk om een keuze te maken uit de brede waaier aan financiële producten.

Een beleggersprofiel

Een eerste instrument om uw keuze te bepalen, is uw profiel. Bent u een voorzichtige belegger of schuwt u het risico niet? Welk risico bent u bereid te nemen en welk rendement verwacht u? Er zijn grosso modo drie beleggersprofielen:

De defensieve belegger: hij/zij is niet bereid veel risico te nemen en is dus op zoek naar ‘zekere’ producten (voor zover dit bestaat natuurlijk). Hij wil bij voorkeur een vast of voorspelbaar rendement. Voor deze belegger is het heel belangrijk dat zijn kapitaal voor 100% gewaarborgd is. Als hij zich al aan aandelen waagt, zal hij eerder beleggen in een aandelenfonds.

De neutrale belegger: hij is best bereid in aandelen te investeren, maar dan voorzichtig. Hij zoekt een evenwicht tussen een vaste opbrengst (voor de zekerheid) en aandelen (voor een interessanter rendement).

De dynamische belegger: hij is vooral op zoek naar een zo hoog mogelijke opbrengst. Hij heeft veel tijd en kan het zich dan ook veroorloven risico te nemen. Zijn portefeuille bestaat vooral uit aandelen.

Om de particuliere belegger te beschermen heeft de MiFID- richtlijn (Markets in Financial Instruments Directive) aan banken en andere financiële instellingen opgelegd om een beleggersprofiel te maken van al hun klanten. Op hun website zult u vaak een vragenlijst aantreffen, op basis waarvan uw beleggersprofiel kan worden vastgelegd. Eenmaal uw profiel bepaald, is uw bank verplicht er rekening mee te houden in zijn adviezen op het vlak van beleggingen.

Een risicolabel

In antwoord op de financiële crisis, heeft de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) een risicolabel bepaald en daar de technische vereisten van vastgelegd. Het label ziet eruit als het energielabel voor elektrische apparaten: 5 pijlen, gaande van A (weinig risico – groen) tot E (hoog risico – rood). Op die manier heeft de FSMA 5 klassen bepaald:

Klasse 1: financiële producten in euro die vallen onder de depositobescherming die wordt georganiseerd door een zeer kredietwaardige lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en schuldinstrumenten in euro die rechtstreeks door een dergelijke lidstaat worden uitgegeven (bijvoorbeeld een spaar- of termijnrekening of een tak 21 verzekeringscontract van een Belgische kredietinstelling of verzekeringsonderneming);

Klasse 2: financiële producten in euro die voorzien in de terugbetaling van de inleg na maximaal 10 jaar uitgegeven door een kredietwaardige schuldenaar (bijvoorbeeld een obligatie op 8 jaar uitgegeven door een vennootschap met een investment grade rating);

Klasse 3: financiële producten in euro zonder kapitaalbescherming maar met risicospreiding en beperkte volatiliteit en klasse 2 producten met langere looptijd dan 10 jaar of die voorzien in de terugbetaling van minstens 90 procent van de inleg (bijvoorbeeld een recht van deelneming in een geharmoniseerd beleggingsfonds met volatiliteitsindicator SRRI 3);

Klasse 4: financiële producten die niet specifiek zijn toegewezen aan klasse 1, 2, 3 of 5 (bijvoorbeeld een aandeel, een achtergestelde obligatie of een obligatie in een vreemde munt);

Klasse 5: derivaten en gelijkgestelde producten (bijvoorbeeld CFD’s en opties).

Deze maatregel is vastgelegd in een koninklijk besluit, gepubliceerd in het Staatsblad van 12 juni 2014. Hij treedt in werking op 12 juni 2015. Vanaf dat moment zullen alle financiële producten een label moeten krijgen.

Bron: FSMA, www.fsma.be, 02 220 52 11

Partner Content