De meeste huwelijkscontracten worden pas gesloten tijdens het huwelijk

Plusmagazine.be Onlineredactie

In 2019 werden er 23.914 huwelijkscontracten gesloten tussen gehuwden, veel meer dan de 12.844 huwelijkscontracten tussen aanstaande echtgenoten. Een huwelijkscontract biedt nu meer mogelijkheden om tegemoet te komen aan de wensen van nieuw samengestelde gezinnen.

‘Bij hen kan zo’n voorafgaand contract de laatste aarzeling wegnemen om in het huwelijksbootje te stappen’, zegt notaris Bart van Opstal, woordvoerder van Notaris.be.

In het huwelijksbootje stappen heeft gevolgen voor je vermogen. Als je geen speciale schikkingen treft, dan vallen al je beroepsinkomsten vanaf je trouwdag in het gemeenschappelijk vermogen, zeg maar een gemeenschappelijk potje dat je vanaf de trouwdag met je huwelijkspartner deelt. Met dat gemeenschappelijk vermogen kan je de kosten voor het huishouden, voor de opvoeding van de kinderen of voor de aankoop van een woning betalen.

Naast het gemeenschappelijk vermogen, behouden beide echtgenoten elk een eigen vermogen. In het eigen vermogen zit alles wat je al voor het huwelijk had en de schenkingen en erfenissen die je tijdens het huwelijk te beurt vallen. Wie zich niet in deze wettelijke regeling (of “het wettelijk stelsel”) kan terugvinden, kan aankloppen bij de notaris. Die zal dan, nadat hij met de aanstaande echtgenoten over hun wensen heeft gepraat, een afwijkende regeling vastleggen in een huwelijkscontract. Uit cijfers die de Federatie van het Notariaat (Fednot) verzamelde, blijkt dat ruim een kwart van de aanstaande echtgenoten dat ook doet.

Scheiding van goederen

Vorig jaar registreerde Fednot 12.844 huwelijkscontracten tussen aanstaande echtgenoten terwijl er jaarlijks zo’n 45.000 huwelijken in België worden voltrokken. Volgens het Belgisch Bureau van de Statistiek waren er dat in 2018 welgeteld 45.059.

Koppels die willen afwijken van het wettelijk stelsel, opteren, voor het huwelijk, in zeven op de tien gevallen voor een scheiding van goederen. Vijf jaar geleden waren er dat maar zes op de tien.

Bij een scheiding van goederen is er geen gemeenschappelijk vermogen. Dan heeft elke echtgenoot zijn eigen vermogen waarin dan ook de eigen beroepsinkomsten terecht komen. In principe staan de echtgenoten ook in voor de betaling van de eigen schulden.

‘De aanstaande echtgenoten kiezen vaak voor scheiding van goederen als ze al eens getrouwd zijn geweest en/of kinderen hebben uit eerdere relaties’, zegt notaris van Opstal. ‘Dat koppels steeds meer kiezen voor dit huwelijksregime is een logisch gevolg van het feit dat er ook meer nieuw samengestelde gezinnen zijn. Wie hertrouwt, hoedt er zich voor veel goederen gemeenschappelijk te maken.’

Sinds september 2018 besteden de notarissen meer aandacht aan het feit dat de partners ook bij scheiding van goederen een zekere solidariteit kunnen inbouwen. Dit om te vermijden dat één van de partners met lege handen achterblijft als het huwelijk op de klippen loopt of als één van de huwelijkspartners overlijdt. ‘Dat de partners toch een zekere solidariteit kunnen inbouwen is nog niet zo bekend. Het is aan de notarissen om de (aanstaande) echtgenoten over deze nieuwe mogelijkheden te informeren’, vervolgt notaris van Opstal.

Een huwelijkscontract tijdens het huwelijk

Ook tijdens het huwelijk kunnen de echtgenoten nog een huwelijkscontract sluiten of aanpassen. En dat gebeurt vaak, veel meer dan voor de trouwpartij. In 2019 registreerden de notarissen 23.914 huwelijkscontracten die tijdens het huwelijk worden ondertekend, een stijging met bijna 13 procent tegenover 2018.

Meestal gooien de gehuwden het wettelijk stelsel niet helemaal overboord. Bij zes op de tien gehuwde koppels is “het conventioneel gemeenschapsstelsel” de belangrijkste keuze. Het gaat om echtgenoten die het wettelijk stelsel in grote lijnen behouden, maar die de wettelijke regeling, hier en daar, toch naar hun hand zetten.

‘Meestal gaat het om echtgenoten die een keuzebeding in het huwelijkscontract opnemen. Dankzij dit beding kan de langstlevende echtgenoot, bij het overlijden van de andere, kiezen welke goederen hij of zij uit het gemeenschappelijk vermogen wil behouden en welke goederen al mogen overgaan naar de kinderen’, legt notaris van Opstal uit. Dit wijkt af van de wettelijke regeling. Want volgens de wettelijk regels moet de langstlevende echtgenoot de zeggenschap over een belangrijk deel van het geërfde vermogen met de kinderen delen.

Een ander voorbeeld is de zogenaamde Valkeniersclausule die de (aanstaande) echtgenoten in het huwelijkscontract kunnen opnemen. “Sinds 1 september 2018 is het mogelijk om in een huwelijkscontract te voorzien dat de andere echtgenoot, bij het overlijden van de huwelijkspartner, niet het vruchtgebruik krijgt op de woning en de huisraad, maar enkel een beperkt recht van gebruik en bewoning van minimum zes maanden na het overlijden. Ook dat wijkt af van de wettelijke regels. ‘Deze clausule wordt vaak in een huwelijkscontract opgenomen wanneer één van de echtgenoten al kinderen heeft uit een eerdere relatie. De Valkeniersclausule is dus ook een manier om tegemoet te komen aan de wensen van de nieuw samengestelde gezinnen’, aldus notaris van Opstal.

Bron : Fednot

Partner Content