De deeleconomie en de fiscus

Als amateurs activiteiten van professionelen uitvoeren kunnen ze tegenover de fiscus niet doen alsof hun neus bloedt. Zeker bij het verhuren van kamers wordt meer en meer controle gedaan.

Zelf gebakken koekjes verkopen, fietsen herstellen tegen een vriendenprijsje,...Het fiscaal aspect van deze activiteiten mag niet vergeten worden. Toen eind jaren ’80 de vastgoedkoorts uitbrak in Brussel, hebben heel wat slimmeriken gigantische winsten opgestreken door huizen heel snel na de aankoop terug door te verkopen. Zij werden vriendelijk verzocht een deel van de koek door te storten aan Vadertje Staat. Want, zo oordeelde de fiscus, dit is geen normaal vastgoedbeheer meer, maar een echte professionele activiteit.

Alles aangeven!

Zo’n vastgoedtransactie laat uiteraard sporen na. Heel wat anders is een taxirit, een paar nachtjes in een appartement of de verkoop van taartjes. Niet verwonderlijk dus dat degenen die zo een extraatje verdienen dit wel eens vergeten te vermelden in hun fiscale aangifte...Toch mogen ze niet vergeten dat, wanneer zij betaald worden door een bedrijf, het bedrijf dit opneemt als kost in zijn boekhouding en de fiscus daar automatisch van op de hoogte wordt gebracht.

De belastingadministratie laat in elk geval geen ruimte voor interpretatie: alle inkomsten moeten worden aangegeven, zelfs al gaat het om occasionele of bescheiden activiteiten. Gaël Chuffart, advocaat gespecialiseerd in deze materie en partner bij CMS De Backer, bevestigde vorig jaar dit principe in een interview met Trends-Tendances. Hij maakte toen een onderscheid tussen “diensten tegen verloning” en “het ter beschikking stellen van materiaal of een onroerend goed”, zoals bijvoorbeeld via Airbnb.

Als je als fysiek persoon een gemeubelde kamer verhuurt, buiten je professionele activiteit, dan zijn dit onroerende inkomsten voor de kamer en roerende inkomsten voor de meubels. Er zouden natuurlijk vragen gesteld kunnen worden bij deze relatief lage belasting als de verhuur een zekere proportie begint aan te nemen. Dan zouden de huurinkomsten in hun geheel belast worden als professioneel inkomen, aan het progressief tarief dat heel wat hoger ligt.

De grens tussen amateurisme en professionele activiteit is niet zo duidelijk...Verder maakt het ook een groot verschil of je hoteldiensten (ontbijt, onderhoud van de kamer,...) aanbiedt of niet. In dat geval zal de fiscus je inkomsten zeker als beroepsinkomsten beschouwen en betaal je dus veel meer belastingen. En dan is er ook nog de frequentie. Verhuur je maar eenmalig je kamer, dan kan je dit onderbrengen onder ‘divers inkomen’ dat belast wordt aan 33%. Dan betaal je minder dan wanneer je inkomsten als beroepsinkomsten zouden belast worden, maar wel veel meer dan wanneer je louter een belasting op je roerend/onroerend inkomen betaalt.

Logies in het vizier

Ook op het vlak van brandveiligheid en andere normen, worden sites als Airbnb meer en meer gecontroleerd.

Controle en mogelijke boete in Vlaanderen

Welk medium je ook gebruikt (internet, zoekertjes in een krant,...), zodra je je gastenkamer promoot moet je dat officieel melden bij die dienst Toeristische Vergunningen. In Vlaanderen is er een nieuw logiesdecreet op komst (op 27 oktober 2015 werd het goedgekeurd in de Commissie Toerisme van het Vlaams Parlement). Elke logiesuitbater die mensen tegen betaling te slapen legt, zal moeten voldoen aan dezelfde basisnormen inzake brandveiligheid en kwaliteit. Het maakt niet uit of het om een professionele uitbating of bijverdienste gaat en of het logement rechtstreeks wordt aangeboden of via tussenpersonen of een internetplatform. Elk logies moet brandveilig en verzekerd zijn, goed onderhouden en proper zijn, de toerist voldoende informeren en voldoen aan minimale toeristische uitbatingsnormen.

Internetplatformen zoals Airbnb zullen ook steekproefgewijs aan controles onderworpen worden op het vlak van brandveiligheid, netheid en hygiëne. Om die controle mogelijk te maken zullen deze internetplatformen de gegevens van hun verhuurders aan de Vlaamse overheid moeten bezorgen. Van daar is het maar een stap naar een controle door de belastingdiensten. Anderzijds zullen er een heleboel administratieve verplichtingen vervallen, zodat het allemaal wat gemakkelijker en vlotter kan verlopen. De controleurs zullen ook eerder een rol als coach vervullen. Maar wie niet aan de normen voldoet kan een boete oplopen van ? 250 of meer.

Erkenning en attest in Brussel

De Brusselse ordonnantie van 8 mei 2014 verplicht mensen die logies aanbieden om een erkenning te vragen bij de regionale overheidsdienst Economie. Je moet ook een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid nemen voor de schade die je zou toebrengen en de specifieke normen inzake brandveiligheid naleven. Als je in orde bent krijg je een attest van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringend Medische Hulp (DBDMH).

Deze normen gelden niet als je iemand gratis logies aanbiedt. Ze gelden wel voor kamers die je aanbiedt via sites zoals Airbnb, bnb-brussels;be, Booking.com enz.

Erkenning en attest in Wallonië

Iedereen die toeristen wil ontvangen (in een camping, hotel, een kamer bij je thuis,...) moet ervoor zorgen dat het gebouw voldoet aan de normen inzake brandveiligheid, die je terugvindt in de Waalse wetgeving (Code wallon du tourisme). Ook in Wallonië krijg je een attest als je aan de normen voldoet.

Wil je een beschermde benaming gebruiken (gîte rural, chambre d’hôtes,...), dan moet je daarvoor toelating vragen bij de CGT.

Partner Content