MARC DILLEN

Bouwen of renoveren: 5 vragen aan Marc Dillen

Bij bouwen en renoveren komt heel wat kijken: energienormen, ecologische voetafdruk, betonstop,... allemaal dingen waar je van bij aanvang rekening moet mee houden. Plus Magazine stelde hierover 5 vragen aan Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw.

1. Is bouwen uiteindelijk ‘beter’ dan renoveren, in die zin dat je met een renovatie moeilijk even ecologisch kan verbouwen omdat je van een bestaande situatie vertrekt?

Marc Dillen: Nieuwe woningen zijn in elk geval per definitie energetisch efficiënt omdat ze gebonden zijn aan strenge EPB normen. Anderzijds kunnen bestaande woningen mits de juiste aanpak ook zeer energetisch efficiënt worden gemaakt. Energie-efficiëntie is echter slechts één facet van de ecologische voetafdruk van een woning. Daarnaast spelen ook materialengebruik, groenvoorziening, al of niet opwekken van veel hernieuwbare energie, regenwaterrecuperatie en infiltratie een belangrijke rol. Zowel nieuwbouw als bestaande woningen kunnen een zeer lage ecologische voetafdruk hebben of er kan voor beiden gezorgd worden dat er een zeer lage ecologische voetafdruk bestaat. Bestaande woningen gebouwd met robuuste duurzame bouwmaterialen hebben het voordeel dat er minder primaire materialen moeten worden gewonnen en er minder CO2 uitstoot wordt gegenereerd bij de productie. Voor nieuwe woningen is het dan weer makkelijker om het energieverbruik van bij het ontwerp laag te houden. Alles hangt dan ook af van de concrete situatie. Zowel wat nieuwe als bestaande woningen betreft, kan meestal de recuperatie van regenwater en insijpeling in het grondwater wel worden georganiseerd. Veel hangt af van de locatie van zowel nieuwbouw als renovatie en de mogelijkheden die er ter plaatse zijn. Het is in elk geval een misvatting dat elke verharding een negatieve impact heeft op de waterhuishouding: als het laagste punt van de verharding uitkomt op een regenwaterput waarvan het water wordt herbruikt in de woning en het saldo dan nog eens kan insijpelen kunnen zowel nieuwe woningen als bestaande woningen waterneutraal worden gemaakt.

2. Enkel Vlaanderen kent een S-peil. Is dat een goede zaak?

Marc Dillen: “Wallonië en Brussel werken nog met een K-peil voor nieuwbouw, in Vlaanderen is dat inderdaad een S-peil geworden. Volgend jaar wordt die norm nog eens verstrengd. Maar de globale energieprestatie van nieuwbouwprojecten in Vlaanderen ligt vandaag al heel hoog. De huidige isolatievereisten die er deel van uit maken zijn dan nog extra streng. Een verstrenging is volgens ons dan ook weinig zinvol, niet alleen vanwege de steeds langere terugverdientijden, maar ook weegt de bijkomende energiewinst die bij een verstrenging naar S28 kan behaald worden, niet langer op tegen de CO2-uitstoot bij de productie (extra diktes aan isolatiemateriaal) en het transport. Zeker bij nieuwe woningen die fossielvrij zullen worden verwarmd zal dit het geval zijn. Er moet ook heel veel geïnvesteerd worden in ventilatie. Voor een deel van de nieuwbouwwoningen zal dit een onnodige kostenverhoging meebrengen. Verder zijn architecten ook duidelijk minder goed vertrouwd met dit S-peil dan ze waren met het vroegere K-peil. Wij zijn dus van mening dat het K-peil beter behouden was gebleven in Vlaanderen, mits een correctiefactor voor kleine woningen.”

3. Waar ‘mispakken’ renoveerders zich vooral aan qua kost?

Marc Dillen: “Kopers houden bij de aankoop van een woning te weinig rekening met de totale kosten die nog nodig zullen zijn om de woning energie-efficiënt te krijgen. Nochtans geeft het EPC hierover toch al duidelijke indicaties. We raden de kandidaat-kopers dan ook aan voorafgaandelijk aan de aankoopbeslissing de som te maken van aankoopprijs en nog noodzakelijke renovatiekosten. In de volgende jaren gaat dit punt steeds meer aandacht krijgen bij de waardebepaling van een woning.”

4. Hoe zit het nog met de betonstop in Vlaanderen? Zijn er nog bouwgronden?

Marc Dillen: “Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) veronderstelde dat er nog 78.000 ha aan bebouwbare gronden beschikbaar waren, waarvan 42.000 ha voor wonen (woongebieden + woonuitbreidingsgebieden). Uit een recente studie van de Hogeschool Gent blijkt dat in die 78.000 ha een groot aandeel onbebouwbare gronden werden meegeteld. Na een correctie hierop blijkt dat nog slechts 39.352 ha in aanmerking komt voor ontwikkelbare bestemmingen als wonen, industrie- en havengebieden, gemeenschapsvoorziening en infrastructuur. Een halvering van de beschikbare bebouwbare gronden zal natuurlijk een grote impact hebben op de realisatie van de bouwshift (zo heet de betonstop vandaag) en de maatregelen die moeten genomen worden. Zo blijft er voor wonen slechts 13.400 ha woongebied en 9.300 ha woonuitbreidingsgebied over. Het lijkt aangewezen dat de verschillende beleidsniveaus de grotere schaarste dan oorspronkelijk in het BRV ingeschat meenemen in hun beleidsbeslissingen en vooral dan op het vlak van de gevolgen die dit zal hebben op de betaalbaarheid van het wonen.”

5.Door de coronacrisis lopen bouwprojecten vertraging op en zijn de prijzen van de bouwmaterialen gestegen. Hoe erg is het gesteld?

Marc Dillen: Staalproducten werden 18% duurder in 4 maanden, producten van kunststof en natuursteen stegen met 13% en 10%.Verschillende aannemers en opdrachtgevers komen zo voor onaangename verrassingen te staan. Partners in het bouwproces kunnen moeilijk anticiperen op prijsstijgingen die het gevolg zijn van ontwrichtingen op de internationale markten. Wie sleutel-op-de-deur bouwt heeft op dit vlak een voordeel, want in het contract staat meestal geen prijsherzieningsclausule en het risico van prijsstijging van de materialen wordt gedragen door de bouwonderneming. Verder zijn er ook problemen met leveringstermijnen. Internationaal transport ondervindt door Covid-19 nog steeds hinder en ook de productie van grondstoffen is gedaald. De tijdige uitvoering van werken wordt hierdoor bemoeilijkt. De Vlaamse Confederatie Bouw vraagt dan ook aan opdrachtgevers om rekening te houden met eventuele vertragingen die het gevolg zijn van problemen op de internationale markten.”

Lees ook: Nieuwbouw of verbouwing moet aan hele reeks normen voldoen.

Partner Content