Nu de gewesten onder meer de overschakeling van de belastingaftrek naar de belastingvermindering verder hebben doorgevoerd, is het belastbaar inkomen gestegen en werd het fiscale voordeel verlaagd tot een vast tarief van 30% tot 45%, terwijl vroeger het marginale tarief tot 54,5% kon oplopen. Verder zijn er ook belastingen die komen en belastingen die gaan. Nieuw is de belastingheffing op inkomsten uit de deeleconomie, afgevoerd is de eenjarige speculatietaks. Maar de meeste heffingen blijven. Een overzicht voor je aangifte 2017, met de cijfers en grensbedragen die je nodig hebt om je inkomsten 2016 aan te geven, en een blik vooruit op volgend jaar.
...
Belastingaangifte 2017: meer codes, minder belastingvermindering
Elk jaar opnieuw stellen we hetzelfde vast: de belastingaangifte telt steeds meer codes - dit jaar 885 - en steeds minder fiscale voordelen.

Nu de gewesten onder meer de overschakeling van de belastingaftrek naar de belastingvermindering verder hebben doorgevoerd, is het belastbaar inkomen gestegen en werd het fiscale voordeel verlaagd tot een vast tarief van 30% tot 45%, terwijl vroeger het marginale tarief tot 54,5% kon oplopen. Verder zijn er ook belastingen die komen en belastingen die gaan. Nieuw is de belastingheffing op inkomsten uit de deeleconomie, afgevoerd is de eenjarige speculatietaks. Maar de meeste heffingen blijven. Een overzicht voor je aangifte 2017, met de cijfers en grensbedragen die je nodig hebt om je inkomsten 2016 aan te geven, en een blik vooruit op volgend jaar.Wie volgens de datum van de authentieke akte een hypothecaire lening afsloot voor 1 januari 2015 geniet nog altijd van de federale woon-bonus, zelfs bij een herfinanciering. De gewesten hebben evenwel beslist om de barema's niet langer te indexeren, wat op termijn voor een niet te verwaarlozen verlies zorgt.Voor nieuwe leningen nam Vlaanderen de structuur van de woonbonus over, maar ze verminderde de fiscale aftrekbaarheid tot 40% en liet het basisbedrag van € 2.280 naar € 1.520 zakken, de eerste 10 jaar nog altijd vermeerderd met € 760. Sinds 2016 is er ook de geïntegreerde woonbonus, met als voornaamste eigenschap dat je de woonbonus ook kan genieten als een vastgoed niet je enige woning is.Wallonië heeft tot 2016 gewacht om de wooncheque in te voeren. Die koppelt de belastingvermindering aan het belastbaar inkomen. Het belastingvoordeel is dus maximum (€ 1.520 + € 125 per kind ten laste) voor wie een klein inkomen heeft (tot € 21.000 per jaar) en valt weg voor belastingplichtigen met een inkomen van meer dan € 81.000. Het voordeel wordt na 10 jaar (of bij aankoop van een tweede woning) tot de helft herleid en iedereen heeft recht op maximum 20 aflossingsjaren.In Brussel geldt voor de aangifte 2017 (inkomsten 2016) nog een woonbonus van 45% van € 2.290 + € 760 de eerste 10 jaar. Maar het Brussels hoofdstedelijk gewest heeft de aftrekbaarheid van de hypothecaire lening helemaal afgeschaft voor leningen afgesloten vanaf 2017 en vervangen door een vermindering van de registratierechten.Na Brussel (sinds 2016) gaat nu ook in Vlaanderen de belastingvermindering voor energiebesparende maatregelen op de schop. De afschaffing geldt voor overeenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2017. De belastingvermindering is wel nog van toepassing voor uitgaven die uiterlijk op 31.12.2017 werkelijk zijn betaald en betrekking hebben op werken verricht in het kader van een overeenkomst die uiterlijk op 31.12.2016 werd gesloten en waarvoor uiterlijk op die dag een voorschot werd betaald. In Wallonië blijft de belastingvermindering onverkort van toepassing.Maak je geen of slechts gedeeltelijk gebruik van de woonbonus/wooncheque, dan kan je een vermindering voor langetermijnsparen krijgen van maximum € 2.260 (afhankelijk van je belastbaar inkomen) met een belastingvermindering van 30%. Het gaat om premies die worden gestort in het kader van een levensverzekeringscontract tak 21. Deze formule is door de hoge kosten op de stortingen (2% taks + instapkosten), het zwakke rendement en de 10% belasting die je op 60 jaar moet betalen, minder aantrekkelijk geworden. Het (federale) langetermijnsparen wordt eveneens aangewend om de kosten van een hypothecaire lening (terugbetaling kapitaal + schuldsaldoverzekering) af te trekken als je een tweede onroerend goed aankoopt binnen de Europese Economische Ruimte. De interesten worden apart aangegeven en afgetrokken van de onroerende inkomsten.De verhoging van de roerende voorheffing gaat gestaag verder. Na de verhoging in het kader van de taxshift tot 27%, geldt vanaf 1 januari 2017 een algemeen tarief van 30%. De verhoging is onmiddellijk voelbaar omdat het gaat om een voorheffing die wordt ingehouden bij de uitbetaling van het inkomen.Omdat niet langer vereist is dat het moet gaan om kinderen waarover de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, staat de fiscale co-ouderschapsregeling vanaf aanslagjaar 2017 ook open voor meerderjarige (studerende) kinderen.Opdat een kind fiscaal ten laste zou kunnen zijn, mogen zijn nettobestaansmiddelen niet meer bedragen dan € 3.140. De inkomsten van een student tellen tot € 2.610 per jaar niet mee voor de beoordeling van deze grens. Tot en met 2016 kwamen alleen de inkomsten van een student-werknemer in aanmerking om buiten beschouwing te blijven. Vanaf 2017 blijven ook de inkomsten van een studentzelfstandige buiten beschouwing.In Vlaanderen heb je als je gebruik maakt van dienstencheques recht op een belastingvermindering van € 2,70 per cheque (of 30% op de aankoopprijs). Voor 2017 gaat het om maximum 156 cheques per persoon (155 in 2016). In Brussel gaat het om evenveel cheques als in Vlaanderen maar de belastingvermindering bedraagt slechts de helft: € 1,35 per cheque. En in Wallonië is de belastingvermindering beperkt tot € 0,90 per cheque en 150 cheques per jaar.Vanaf 1 juli 2016 (de officiële datum van inwerkingtreding) maar in de praktijk vanaf 1 maart 2017 (pas vanaf die datum is de erkenning van de platforms geregeld) is er een nieuwe soort divers inkomen gecreëerd: inkomsten uit de deeleconomie. Het gaat om inkomsten uit diensten verleend buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, door tussenkomst van een erkend elektronisch platform of een elektronisch platform dat door een overheid wordt georganiseerd aan particulieren.Het tarief dat van toepassing is op inkomsten uit de deeleconomie bedraagt 20%, maar rekening houdend met de forfaitaire kostenaftrek van 50% bedraagt het feitelijke tarief slechts 10%. De kwalificatie divers inkomen is enkel van toepassing wanneer de inkomsten niet meer bedragen dan € 5.000 bruto. Overschrijd je dit bedrag, dan kan je niet meer genieten van het gunstregime. Merk op dat enkel inkomsten uit dienstverlening worden geviseerd. Dit wil zeggen dat wanneer je een gemeubelde kamer verhuurt via Airbnb, het inkomen daarvan moet worden opgedeeld in een onroerend inkomen (de huur van de kamer), een roerend inkomen (de huur van de meubilering) en een divers inkomen (de prijs voor de dienstverlening). Om de belasting te innen zullen de erkende platforms bedrijfsvoorheffing inhouden. Die bedraagt in principe 10%, maar slechts 2% wanneer één globale vergoeding wordt gevraagd en er dus geen onderscheid wordt gemaakt tussen de onroerende, roerende en diverse inkomsten.De levenscyclus van de speculatiebelasting is zoals die van een eenjarige plant. De in 2016 ingevoerde speculatietaks viseerde de winsten op snelle meerwaarden op aandelen. Wie aandelen koopt en die binnen de 6 maanden opnieuw verkoopt met winst, was op deze snelle meerwaarde een belasting verschuldigd van 33%. De speculatiebelasting heeft echter meer gekost dan ze heeft opgebracht. Het lag dus voor de hand om ze opnieuw af te voeren.
Wil je dit artikel verder lezen?
Kies voor Plusmagazine