© Getty Images

Belasting op je aanvullend pensioen

Bij de pensioenhervorming van vorige zomer kwam de tweede pensioenpijler niet aan bod. Intussen is er sprake van een zwaardere belasting van het aanvullend pensioen. Hoe zit het vandaag?

Minister van Pensioenen, Karine Lalieux, zou plannen hebben om de hoge aanvullende pensioenen (meer dan 319.000 euro) zwaarder te belasten. Of die plannen effectief uitvoering zullen vinden bij een volgende pensioenhervorming, is helemaal niet zeker. Maar het is een feit dat de belasting op het aanvullend pensioen een heikel punt is.

Bij een uitkering in kapitaal hoor je meestal spreken over de bedrijfsvoorheffing van ‘10%’ of ‘16,5%’ op het deel dat opgebouwd is met werkgeversbijdragen (zie hieronder). Maar eerst en vooral betaal je een RIZIV- bijdrage van 3,55% en eventueel een solidariteitsbijdrage (0 tot 2%, afhankelijk van de hoogte van je aanvullend pensioen) op het kapitaal, inclusief de winstdeling. Vergeet ook niet dat je het kapitaal moet vermelden in je aangifte van de personenbelasting. Dan komen er ook nog de (eventuele) gemeentelijke opcentiemen bij. In de praktijk zal de pensioeninstelling bij het uitbetalen van het kapitaal 16,66 % bedrijfsvoorheffing afhouden (in plaats van 16,5 %) en 10,09 % (in plaats van 10 %) om al rekening te houden met de gemeentelijke opcentiemen. De definitieve aanslag wordt bepaald op basis van je belastingaangifte voor het jaar waarin je je aanvullend pensioenkapitaal ontving. En nadien telt je aanvullend pensioen mee om na te gaan of je de grens bereikt waarboven je een ZIV-bijdrage en een solidariteitsbijdrage op je pensioen moet betalen.

Je leeftijd

Als je geen volledige loopbaan van 45 jaar gewerkt hebt, bepaalt je leeftijd waarop waarop je het aanvullend pensioen uitgekeerd krijgt het percentage bedrijfsvoorheffing dat je betaalt. Ben je 65 jaar en heb je de laatste 3 jaar effectief gewerkt, dan betaal je 10% op het deel opgebouwd met werkgeversbijdragen en geen 16,5%. Ga je met vervroegd pensioen (voor 65 jaar), dan kan je niet kiezen om het kapitaal van je groepsverzekering nog ’te laten staan’. Je zal het sowieso uitgekeerd krijgen en dan betaal je 16,5%. Op dat vlak is er een verschil tussen iemand die met SWT gaat (het vroegere brugpensioen) en iemand die ‘gewoon’ met vervroegd pensioen gaat. Ga je met SWT, dan wordt jouw aanvullend pensioen uitbetaald op je wettelijke pensioenleeftijd, vandaag 65 jaar. Dan betaal je een gunsttarief van 10% op het deel opgebouwd met werkgeversbijdragen. Zoals gezegd is de voorwaarde voor dit gunsttarief dat je de laatste drie jaar effectief moet gewerkt hebben. Omdat iemand met SWT beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt, wordt dit gelijkgesteld met gewerkt hebben, zo licht een Circulaire van de fiscus toe (2020/C/ 151). Enkel wanneer je als SWT’er vrijgesteld was om werk te zoeken , of uitgesloten werd van het recht op werkloosheidsuitkeringen, wordt de SWT-periode niet beschouwd als effectief gewerkt en betaal je toch de 16,5% op het deel opgebouwd met werkgeversbijdragen.

Volledige loopbaan

Ook als je een volledige loopbaan van 45 jaar hebt en je hebt de laatste 3 jaar effectief gewerkt, betaal je 10% op het deel opgebouwd met werkgeversbijdragen en geen 16,5%.

Partner Content