© Getty Images

Animatiefilm legt principes van IGO en van verblijfsvoorwaarde uit

Leen Baekelandt
Leen Baekelandt Journaliste Plusmagazine.be

Omdat er verwarring blijkt te bestaan over de nieuwe controleprocedure bij IGO-gerechtigden, heeft de Pensioendienst de informatie gebundeld in een animatiefilm.

Bij de vroegere procedure kreeg de IGO-gerechtigde een brief in de bus en moest hij zich vervolgens melden bij het gemeentehuis. Als hij die brief miste, om welke reden dan ook, of het document niet tijdig aan de Pensioendienst bezorgde, werd de betaling van zijn IGO stopgezet (in 2016 was 61% van deze stopzettingen onterecht, in het eerste semester van 2019 was dat 83%).

Sinds de zomer van 2019 stuurt de FPD minstens 1 keer per jaar een controledocument naar de IGO-gerechtigde. De afgifte van dat controledocument gebeurt door de postbode in de handen van de IGO-gerechtige, op vertoon van diens identiteitskaart. De postbode is enkel een neutrale logistieke dienstverlener, geen controleur. Hij vraagt de identiteitskaart net zoals hij dat doet bij een aangetekend schrijven.

Is de afgifte OK, dan hoeft de IGO-gerechtigde verder niets meer te doen. Hij is in orde met de verblijfsvoorwaarde en hij zal zijn IGO verder ontvangen.

Is die eerste afgifte-poging niet OK, dan wordt deze procedure op 21 dagen tijd 2 keer herhaald. Na die 3 pogingen wordt op een later tijdstip een begeleidende brief en een in te vullen verblijfsbewijs in de brievenbus van de IGO-gerechtige achtergelaten. Met dat verblijfsbewijs moet de IGO-gerechtigde zich bij het gemeentehuis melden. Het ingevulde document bezorgt hij aan de Pensioendienst.

Als betrokkene zich toch niet tijdig bij het gemeentehuis meldt en het document niet tijdig terugstuurt, dan schorst de Pensioendienst de betaling van de IGO. De IGO-gerechtigde kan zelfs in dat geval nog bewijzen leveren om aan te tonen dat hij wel degelijk in België was tijdens de controleperiode. Op basis van die elementen beslist de Pensioendienst om de IGO al dan niet uit te betalen.

De IGO is een uitkering, geen pensioen

De IGO is een vorm van bijstand voor 65-plussers. Het is geen pensioen waarvoor de betrokkene bijdragen betaald heeft. Daarom moeten IGO-gerechtigden hun hoofdverblijfplaats (adres) in België hebben en er werkelijk en zonder onderbreking verblijven. De IGO-gerechtigde mag toch maximaal 29, al dan niet opeenvolgende, dagen per kalenderjaar in het buitenland verblijven. Deze verblijfsvoorwaarde bestond voordien al.

In tegenstelling tot het pensioen is de IGO dus niet exporteerbaar naar het buitenland.

Net zoals bij de vroegere procedure moet de IGO-gerechtigde de Pensioendienst altijd vooraf op de hoogte brengen wanneer hij naar het buitenland gaat.

IGO-gerechtigden mogen nog altijd de kleinkinderen van school halen, een bijscholing volgen, een vergadering van een vereniging bijwonen, ... Er zijn immers 3 pogingen tot afgifte van de controledocumenten in de handen van de IGO-gerechtigde zelf. Die pogingen gebeuren telkens met een week ertussen en ze vinden op een andere dag en op een ander tijdstip plaats. IGO-gerechtigden die elke week naar de markt gaan of een andere vaste activiteit hebben, mogen dus gerust zijn. Na de 3 pogingen van de postbode kunnen ze zich ook nog aanmelden bij het gemeentehuis.

Uit de eerste resultaten blijkt dat slechts 24% van alle IGO-gerechtigden die sinds het begin van de nieuwe procedure gecontroleerd werden nog naar het gemeentehuis moesten. Bij de oude procedure was dat 100%.

Duidelijke communicatie

De Pensioendienst bereidt ook een nieuwe communicatiecampagne voor om de IGO-gerechtigden duidelijk uit te leggen aan welke voorwaarden ze moeten voldoen om de IGO verder te ontvangen.

In het kader daarvan werd ook een animatiefilm gemaakt om de principes van de IGO en van de verblijfsvoorwaarde uit te leggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content