Investeren in een startende onderneming in jouw gemeente of een ontwikkelingsfonds of aandelen kopen van een erkende vennootschap met sociaal oogmerk. Het zijn maar enkele manieren om je geld op een duurzame manier te beleggen. "Duurzame financiële producten hoeven niet onder te doen voor de klassieke varianten", laat FairFin weten. "Bovendien kunnen duurzame investeringen een aangenaam belastingvoordeel opleveren. Doorsluispraktijken en achterpoortjes komen er niet aan te pas."
De vereniging geeft acht tips om van een belastingvoordeel te genieten.
1.Spaarrekeningen: deels vrijgesteld, deels verlaagde roerende voorheffing
Roerende voorheffing is een belasting op roerende inkomsten zoals intresten en dividenden.
Intresten op spaarrekeningen zijn echter tot 1.880 euro vrijgesteld van roerende voorheffing. Deze vrijstelling is per persoon en per financiële instelling. Daarboven betaal je 15% roerende voorheffing op de intresten van spaarboekjes in plaats van 27%.
Stel dat je 1% rente ontvangt, dan mag je een jaar lang 188.000 euro op een spaarrekening hebben staan zonder dat je op de ontvangen intresten roerende voorheffing moet betalen. Heb je een partner met wie je een gezamenlijke rekening deelt dan mag de opbrengst op die rekening 3.760 euro bedragen en mag je 376.000 euro op de spaarrekening hebben zonder dat je roerende voorheffing moet betalen.
De spaarrekeningen van Triodos en de SpaarPlus rekening van VDK zijn de beste keuzes op duurzaam vlak én genieten van deze vrijstelling.
2. Aandelen cooperaties: deels vrijgesteld, deels verlaagde roerende voorheffing
Wie zijn geld liever actief investeert in een bedrijf, kan overwegen om een erkende coöperatie of een erkende vennootschap met sociaal oogmerk een financieel duwtje in de rug te geven. Ook hier geniet je als duurzame belegger van een fiscaal voordeel. Als particuliere belegger betaal je geen roerende voorheffing op de eerste schijf van 190 euro van het dividend. Stel: je hebt van 2 erkende coöperaties elk voor 5.000 euro aan aandelen. Ze betalen elk 2,5 procent dividend (125 euro) uit. 190 van de 250 euro is vrijgesteld, op de resterende 60 euro betaal je 27 procent roerende voorheffing. De vrijstelling geldt voor alle door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC) erkende coöperaties, met uitzondering van coöperatieve participatievennootschappen. De coöperaties zullen zelf de verplichte roerende voorheffing inhouden op het bedrag boven de 190 euro.
Wie investeert in meerdere duurzame coöperaties zal zelf het nodige rekenwerk moeten doen. Die dividenden moet je vanzelfsprekend dan ook aangeven aan de fiscus.
Wie investeert in een coöperatie die een kleine vennootschap is, geniet je een extra fiscaal voordeel. Je moet dan namelijk minder roerende voorheffing betalen. Het eerste boekjaar betaal je wel de normale 27 procent roerende voorheffing op het dividend dat de coöperatie uitkeert. Maar het tweede jaar betaal je slechts 20 procent en vanaf het derde jaar nog maar 15 procent.
3. Taxshelter voor beginnende bedrijven
Dankzij de taxshelter voor beginnende bedrijven (tot 4 jaar oud) kunnen aandeelhouders (vennoten) rekenen op een eenmalige belastingvermindering van 30% voor kleine ondernemingen en zelfs 45% voor micro-ondernemingen.
- Een onderneming is klein wanneer ze aan twee van deze drie voorwaarden voldoet: hoogstens 50 medewerkers; 9 miljoen euro jaaromzet (7,3 miljoen vóór 1 januari 2016); een balanstotaal van 4,5 miljoen euro (3,65 miljoen vóór 1 januari 2016).
- Micro-ondernemingen moeten aan twee van de volgende drie voorwaarden voldoen: hoogstens 10 medewerkers; een maximale omzet van 700.000 euro; een jaarlijks balanstotaal van 350.000 euro.
Voorwaarden
- De vennoten mogen de aandelen 4 jaar lang niet verkopen, anders volgt er een belastingvermeerdering. Ze mogen ook geen bedrijfsleider of bestuurder zijn. Om van de tax shelter gebruik te maken, mogen particulieren maximaal 100.000 euro investeren.
- Het bedrag moet in contanten op de rekening van je onderneming komen en je mag het opgehaalde geld niet gebruiken om uit te lenen, dividenden uit te keren of aandelen te kopen. Je mag op deze manier maximaal 250.000 euro ophalen.
Particulieren kunnen het bedrag van hun investering in een kleine vennootschap invullen bij de code 1318/2318, die van een microvennootschap bij 1320/2320.
4. Aandelen van een ontwikkelingsfonds: 5% belastingvermindering
Als je als particulier investeert in aandelen van ontwikkelingsfondsen krijg je een éénmalige belastingvermindering van 5 procent van je investering. Met een minimum van 380 euro en een maximum van 5 procent op 6400 euro. Om van het fiscaal voordeel te genieten, moet je de aandelen minstens vijf jaar in je bezig houden.
Alterfin of Incofin zijn twee erkende ontwikkelingsfondsen die via microfinanciering kapitaal verzamelen en investeren in ontwikkelingslanden.
5. Winwinleningen: 2,5% belastingvermindering
De zogenaamde winwinlening is dan weer de ideale investering voor wie zijn geld wil investeren in een onderneming dicht bij huis. Wie als vriend, kennis of familielid een lening toekent aan een bedrijf kan daar een jaarlijkse belastingkrediet van 2,5% op het openstaand kapitaal van ontvangen. Als de kredietnemer niet kan terugbetalen, kan je bovendien 30% van het nog verschuldigde bedrag terugkrijgen via een eenmalige belastingvermindering.
Voorwaarden
- Je moet als leninggever woonachtig zijn in het Vlaams Gewest en geen werknemer of wettelijk samenwonende partner zijn van de kredietnemer.
- Bovendien moet je een aanvraag indienen bij PMV (met name Waarborgbeheer NV) waar de lening aanvaard (geregistreerd) moet worden.
- De leningnemer moet een kleine of middelgrote onderneming zijn. Ook vzw's kunnen als een KMO beschouwd kunnen worden. Ze moeten dan wel een 'economische activiteit' en een "omzet" kunnen aantonen. Minimumpercentages worden niet vereist.
- Het bedrag van de lening mag maximaal 50.000 euro bedragen per kredietgever en maximaal 200.000 per kredietnemer.
- De looptijd van de lening moet acht jaar bedragen, maar een volledige vervroegde terugbetaling is mogelijk.
Merk op dat de tussenkomst van de fiscus een belastingkrediet is. Dit houdt in dat je de tussenkomst niet alleen in mindering kan brengen van je te betalen belastingen, maar ook kan terugvorderen als je minder belasting moet betalen dan wat je kan aftrekken.
De hoogte en laagte van de rentevoet is vastgelegd. Voor 2016 bedraagt die maximum 2,25% en minimum 1,125% (de helft). Als je als kredietgever intrest vraagt, moet de kredietnemer hierop 27% roerende voorheffing doorstorten aan de fiscus.
6. Renovatielening: belastingvermindering van 2,5%
Wie geld leent aan een familielid of kennis voor renovatiewerken aan een pand dat is geregistreerd als leegstaand, verwaarloosd, onbewoonbaar of ongeschikt, kan hiervoor een belastingvermindering krijgen. Eén van de voorwaarden is dat de lener (of een van de leners) er zelf voor minstens 8 jaar in gaat wonen.
Het fiscaal voordeel per kredietgever is beperkt tot 2,5 procent van het uitstaande kapitaal, met een maximum van 625 euro per jaar, en zolang de lener de woning als hoofdverblijfplaats heeft.
Daarenboven kan je als lener genieten van een korting tot 30.000 euro van de heffingsgrondslag voor de registratierechten als je binnen de twee jaar in de woning trekt, het zogenaamde renovatieabbatement.
7. (Duurzaam) langetermijnsparen
Wie niet langer van een woonbonus geniet, of nog een woning moet kopen, kan overwegen om aan langetermijnsparen - via de zogenaamde tak 21-verzekeringen - te doen. Dat is een spaarproduct op middellange of lange termijn in de vorm van een levensverzekeringscontract. Het geld dat je spaart met een tak 21-verzekering, krijgt dan ook de naam 'premie'. Een belangrijk kenmerk van deze tak 21-verzekering is dat ze een vast rendement biedt en je dus zekerheid geeft over wat je spaargeld je zal opleveren.
Het maximum spaarbedrag dat je per jaar fiscaal kan inbrengen is afhankelijk van je inkomen, met als absoluut maximum 2260 euro (als je netto inkomen groter is dan 34 000 euro). Koppels die samen één belastingaangifte indienen, kunnen elk een verzekeringscontract afsluiten en voor de gestorte premies een belastingvermindering krijgen.
Het langetermijnsparen levert een belastingvoordeel op van 30% van de gestorte premies of 678 euro per persoon voor wie het maximumbedrag fiscaal kan inbrengen. Voor een spaarinspanning van 100 euro, krijg je dus 30 euro terug van de fiscus.
Deze formule heet dus niet voor niets langetermijnsparen: de bedragen die je spaart, blijven vaststaan tot een vooraf bepaalde leeftijd, meestal 65 jaar, maar later kan ook. Het geld voor je 60ste opvragen is mogelijk, maar niet aan te raden. Je moet dan het fiscale voordeel terugbetalen aan de fiscus en ook de verzekeringsmaatschappij zal je kosten aanrekenen.
Op het moment van de terugbetaling krijg je de premies die je betaald hebt; de intresten en de eventuele winstdeelname die de verzekeraar bereid is te betalen. De eindbelasting bedraagt 10% en wordt door de verzekeraar afgehouden van de spaarreserve (de gespaarde bedragen + de rente) als je 60 wordt.
8. Duurzaam pensioensparen
Ook wie aan pensioensparen doet, kan een duurzame weg inslaan. Onder meer Belfius en DVV bieden pensioenspaarvarianten aan die duurzaamheidscriteria gebruiken. Volgens die criteria mogen de financiële instellingen niet in investeren in bedrijven die betrokken zijn bij een aantal maatschappelijk schadelijke praktijken. De voordelen van pensioensparen zijn reeds bij het breed publiek gekend. Je mag elk jaar maximaal 940 euro in je belastingen inbrengen en net zoals bij langetermijnsparen geniet je van een belastingvoordeel van 30 procent. Bovendien kan je pensioensparen probleemloos combineren met langetermijnsparen of de woonbonus.
Bron: FairFin