Heb je een auto-ongeval, dan geef je dit aan bij je verzekeraar. Waarop moet je absoluut letten als je het formulier invult?
1 Vul altijd een formulier in!
Bij een auto-ongeval moet je in principe altijd een aangifteformulier invullen, zelfs als de politie erbij geroepen wordt. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval als er gewonden zijn, of als er een betwisting is. Weigert de andere bestuurder zijn documenten voor te leggen, pleegt hij vluchtmisdrijf of denk je dat hij gedronken heeft, dan roep je er maar beter de politie bij. Vul het aangifteformulier ook in als je het met de andere bestuurder eens bent om het ongeval onderling te regelen omdat de schade heel beperkt is. Als later blijkt dat de andere partij je niet onmiddellijk vergoedt, dan kan je toch nog het formulier aan je verzekeraar bezorgen. In principe moet je dat binnen de 8 dagen doen. Maar doe je het later, dan mag de verzekeraar niet weigeren tussen te komen, tenzij hij nadeel ondervond van je laattijdige aangifte.
...
Bij een auto-ongeval moet je in principe altijd een aangifteformulier invullen, zelfs als de politie erbij geroepen wordt. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval als er gewonden zijn, of als er een betwisting is. Weigert de andere bestuurder zijn documenten voor te leggen, pleegt hij vluchtmisdrijf of denk je dat hij gedronken heeft, dan roep je er maar beter de politie bij. Vul het aangifteformulier ook in als je het met de andere bestuurder eens bent om het ongeval onderling te regelen omdat de schade heel beperkt is. Als later blijkt dat de andere partij je niet onmiddellijk vergoedt, dan kan je toch nog het formulier aan je verzekeraar bezorgen. In principe moet je dat binnen de 8 dagen doen. Maar doe je het later, dan mag de verzekeraar niet weigeren tussen te komen, tenzij hij nadeel ondervond van je laattijdige aangifte.Voor de aangifte moet je gebruik maken van het Europees aanrijdingsformulier. Dat formulier is hetzelfde in heel Europa. Heb je geen formulier meer (of heb je het gebruikt bij een ander ongeval) vraag dan een nieuw exemplaar aan je verzekeraar.Als je bij een verkeersongeval in het buitenland het aanrijdingsformulier van de andere partij invult (dat in een vreemde taal is), neem er dan ook je eigen formulier bij, zodat je de vertaling ziet van wat je moet invullen. Want het volstaat dat je samen één formulier invult. Dat bestaat uit twee exemplaren, één voor elke partij. Zijn er meer dan twee voertuigen betrokken bij het ongeval, vul dan met elke betrokken bestuurder een apart formulier in.Tip. Schrijf duidelijk en in hoofdletters, liefst met balpen en niet met potlood. Vermijd doorhalingen. Leg je formulier op een gladde, harde ondergrond zodat je geschrift niet vervormd wordt. Het is belangrijk dat het formulier later duidelijk is voor de verzekeraar.Op het formulier is er een kolom voor voertuig A en voertuig B. Spreek eerst duidelijk met de andere bestuurder af wie voertuig A en B is. De andere bestuurder moet in zijn kolom een reeks gegevens invullen, zoals zijn naam, adres, de gegevens van zijn verzekering, zijn automerk, rijbewijs enz. Vraag hem zijn rijbewijs, identiteitskaart, inschrijvingsbewijs van zijn auto en groene kaart te tonen en ga na of wat hij invult overeenstemt met wat op die documenten staat. Doe je dat niet, dan riskeer je later de andere bestuurder niet te kunnen identificeren. Zorg er ook voor dat de andere bestuurder zeker zijn handtekening onderaan de aangifte zet.Zijn er getuigen van het ongeval, vraag dan hun naam, adres en gsm-nummer en vermeld die gegevens op de aangifte. Ook hier controleer je best even de gegevens, zodat je alles correct noteert.Los van de kolommen A en B moet je samen met de andere bestuurder een schets maken van het ongeval en een aantal vakjes invullen over de toedracht. Hierover moeten jullie het eens zijn. Wees zorgvuldig als je de tekening maakt, want zij bepaalt voor een groot stuk wie er later in fout wordt gesteld. Gebruik de goede verhoudingen, geef de obstakels aan op de weg, enz. Benoem ook de wegen waar het ongeval gebeurde op de schets.Lukt het niet om samen een formulier in te vullen verzamel dan alle gegevens van de tegenpartij en vul je eigen ongevallenformulier in (met schets). In dat geval is het nuttig de politie erbij te roepen. Maak ook foto's met je gsm.Onderaan de voorzijde van het formulier is een vakje voorzien (Vak 14) waar je je opmerkingen kwijt kan. Over wat je hier neerschrijft hoef je het niet eens te zijn met de andere partij. Ieder van jullie kan hier zijn eigen versie geven van de feiten. Geef in geen geval je ongelijk toe op het formulier. Ben je het niet eens met wat de tegenpartij zegt, noteer dat dan. Het is aan je verzekeraar (en eventueel aan de rechtbank) om te oordelen wie in de fout ging.Eens de voorzijde van het formulier ingevuld en ondertekend is, mag je geen wijzigingen meer aanbrengen. Zorg er ook voor dat je als laatste het document ondertekent. Op die manier vermijd je dat de andere bestuurder nog iets toevoegt nadat je je handtekening hebt gezet. Het is ook belangrijk je exemplaar van de aangifte dadelijk door te sturen aan je verzekeraar.Op de achterzijde van het formulier mag je wel nog bemerkingen maken, zolang je de voorzijde maar niet meer aanpast. De achterzijde mag individueel worden ingevuld.Ook als een auto en een zwakke weggebruiker - fietser of voetganger - een aanrijding hebben moet een ongevallenformulier worden ingevuld. Heb jij als autobestuurder het ongeval veroorzaakt, dan zal jouw verzekeraar de fietser of voetganger vergoeden voor alle schade, lichamelijk en materieel. Maar ook als de zwakke weggebruiker het ongeval veroorzaakte, zal jouw autoverzekeraar de lichamelijke letsels en de schade aan de kledij en bril van de fietser vergoeden, tenzij de fietser het ongeval opzettelijk heeft veroorzaakt. De fietser moet dan wel de schade aan de wagen vergoeden. Hiervoor kan hij een beroep doen op zijn familiale verzekering, maar hij moet dan wel zelf de franchise betalen. Heeft hij geen familiale verzekering (die is niet verplicht), dan moet hij de schade zelf vergoeden.