© iStock

10 vragen over het keuzebeding

Na de bankgift is het keuzebeding in het huwelijkscontract zowat de meest populaire techniek om aan successieplanning ste doen. Heb je er al een? Ga dan na of het nog mee is met zijn tijd.

1 Wat is een keuzebeding?

Door een keuzebeding op te nemen in je huwelijkscontract, kan je je partner laten kiezen wat hij/zij uit de huwelijksgemeenschap wil erven, wanneer hij/zij het langste zou leven. Vaak is dat de gezinswoning in volle eigendom en het spaargeld. Op die manier kan je dus afwijken van de verdeling bij helften van het gemeenschappelijke vermogen, zoals de wet bepaalt. Eerste vereiste is uiteraard dat er überhaupt een huwelijksgemeenschap is. Dat is het geval wanneer je gehuwd bent onder het wettelijke stelsel (zonder huwelijkscontract), het stelsel van algehele gemeenschap of het stelsel van scheiding van goederen met een beperkte gemeenschap. Let wel, het keuzebeding is enkel van toepassing op de huwelijksgemeenschap, niet op de eigen goederen – dus niet op bijvoorbeeld goederen die je erfde of geschonken kreeg.

2 Is het keuzebeding fiscaal niet nadelig?

Hangt ervan af wat de langstlevende partner kiest. Want dat is nu net het verschil met een verblijvingsbeding of clausule langst leeft, die vroeger vaak in de huwelijksovereenkomst werd ingelast. Dan ging de volledige nalatenschap naar de langstlevende partner (zonder keuze) en moest er twee keer erfbelasting worden betaald. Deze mogelijkheid bestaat nog altijd, maar hoeft niet langer. Bij een keuzebeding kiest de langstlevende partner naargelang de situatie van het moment. Een weduwe van 50 jaar met studerende kinderen zal meer goederen uit de huwelijksgemeenschap willen dan een weduwe van 90 jaar. De weduwe van 50 heeft immers nog een heel leven voor zich en moet nog jaren de kosten van studerende kinderen dragen. Een weduwe van 90 jaar zal doorgaans maar een stukje van het gemeenschappelijke vermogen willen, zodat de rest al naar haar kinderen gaat. Meer heeft ze niet nodig en dat is fiscaal ook voordeliger.

3 Wat bij scheiding van goederen?

Bij zuivere scheiding van goederen is er geen gemeenschap en is een keuzebeding dus niet mogelijk. In de praktijk wordt dat opgelost door een beperkte gemeenschap toe te voegen. Daarin wordt meestal de gezinswoning en bijvoorbeeld de spaarrekening ondergebracht. Je kan naar een scheiding met beperkte gemeenschap overstappen via een eenvoudige notariele akte (€600 tot €800). Tegelijk kan je het keuzebeding inlassen. Nog een voordeel: je moet geen vervelende inventaris van al je goederen maken, iets wat wel moet als je overschakelt naar het wettelijke stelsel of naar een algehele gemeenschap, omdat je dan echt verandert van huwelijksstelsel.

4 Moet je naar de notaris?

Ja, dat moet en je moet allebei akkoord zijn om een keuzebeding op te nemen. Je kan dus niet zelf onderhands je huwelijkscontract aanpassen. Ook als je later het keuzebeding nog wilt aanpassen, moet dat via de notaris.

5 Moet het keuzebeding wederzijds zijn?

De meeste keuzebedingen zijn perfect wederzijds. De langstlevende echtgenoot – wie van de twee dat ook wordt – maakt dan dezelfde keuze. Maar soms kan het ook aangewezen zijn om het keuzebeding bij een van beiden te beperken of zelfs eenzijdig te maken. Algemeen wordt aangenomen dat dit kan en soms zelfs een goede oplossing is. Denk maar aan een nieuw samengesteld gezin waarin het belangrijke gemeenschappelijke vermogen vooral bestaat uit het (oorspronkelijk) eigen vermogen van de ene echtgenoot, dat om fiscale en praktische redenen naar de gemeenschap verschoven is via een inbreng in het huwelijkscontract. We willen niet in detail treden, maar de nieuwe echtgenoot zou via een klassiek keuzebeding bijvoorbeeld de erfenis van de stiefkinderen kunnen uithollen.

6 Moet je rekening houden met de reserve van je kinderen?

Neen! Als je in een huwelijkscontract elkaar meer toebedeelt dan wat de wet voorschrijft, moet je geen rekening houden met de reserve van je kinderen. Dat is wel het geval als je dit via een testament regelt.

7 Wat kost een keuzebeding?

Je kunt het keuzebeding opnemen op het moment van het huwelijkscontract – dus voor je trouwt -, maar je kunt het evengoed later invoegen. Telkens gaat het om een notariële akte, waarvoor je om en bij de €500 betaalt. In de praktijk stellen we vast dat de ene notaris vaak een pak duurder is dan de andere, terwijl het doorgaans om een heel eenvoudige akte of wijziging gaat. Vraag dus vooraf naar de prijs!

8 Waarop word je belast?

Het vermogen dat de langstlevende partner uit de huwelijksgemeenschap kiest via het keuzebeding gaat niet over via de nalatenschap, maar door vereffening/verdeling van de huwelijksgemeenschap. Toch moet ook hier erfbelasting worden betaald! En wel op alles wat hij via het keuzebeding krijgt, bovenop de helft van de huwelijksgemeenschap.

9 Wanneer is een keuzebeding verouderd?

Bij een goed, maar eenvoudig keuzebeding moet de langstlevende echtgenoot à la carte kunnen kiezen welke goederen hij/zij uit de huwelijksgemeenschap neemt. Hij moet voor elk individueel goed – roerend en onroerend – kunnen kiezen of hij het neemt, in volle eigendom dan wel in vruchtgebruik. De langstlevende partner kan, bij wijze van spreken, gewoon aanduiden wat hij of zij graag zou hebben.

Is dat niet zo, dan beschik je nog over een oud keuzebeding, doorgaans van voor 2008, dat vaak beperkt is tot vier, in beste geval acht opties. De langstlevende partner heeft dan te weinig manoeuvreerruimte om de ideale keuze te maken. Laat dit oud keuzebeding schrappen en laat een nieuw opstellen (ongeveer €500). Een goed keuzebeding moet ook klaar en duidelijk zijn voor een leek. Veel keuzebedingen zijn te ingewikkeld en te lang, waardoor de keuze heel complex wordt. Wij raden de Michiels-Stroeykensformule aan. Vraag ernaar bij je notaris.

10 Wat als de langstlevende partner niet meer kan kiezen?

Nu mensen almaar ouder worden, gebeurt het wel vaker dat op het moment dat de ene echtgenoot overlijdt, de andere (geestelijk) niet meer in staat is om te kiezen. Als die laatste een zorgvolmacht heeft opgemaakt, zodat de kinderen kunnen kiezen in zijn/haar plaats, is er uiteraard geen probleem en kunnen die kinderen de beste keuze maken. Is er geen zorgvolmacht, dan wordt als volgt tewerk gegaan: in het keuzebeding staat dat als er binnen een bepaalde termijn (meestal vier maanden) geen keuze wordt gemaakt, er automatisch wordt gekozen voor een bepaalde optie. Vaak is dat dan het wettelijke erfrecht, al is een andere optie ook mogelijk.

Partner Content