Bram Vanderborght, professor Robotica aan de VUB © G.F.

50-plussers willen liever geen robot als oppas

In het kader van de Grote 50+ barometer peilde Plus Magazie naar de visie van haar lezers op de toekomst. Technologie zal ons leven de komende 25 jaar verbeteren, maar robots hebben 50-plussers liever niet al te dicht in de buurt. En zeker niet als oppas voor de (klein)kinderen of ouders.

70% wil wel geopereerd worden door een robot

Dat is een opmerkelijk positief resultaat. De Eurobarometer die regelmatig peilt naar de publieke opinie in de Europese lidstaten noteerde dat slechts 44% van de Europeanen zich comfortabel zou voelen onder het mes van een robot. “België speelt op dat vlak wel een voortrekkersrol”, weet Bram Vanderborght, professor Robotica aan de VUB. “Bij de Da Vinci operatierobots, bijvoorbeeld, wordt er wel een robot ingezet, maar de chirurg geeft de instructies. Het is de perfecte combinatie van de sterktes van mens en robot: de mens neemt de beslissingen, is flexibel en creatief, terwijl de robot preciezer kan handelen en eventuele foutjes van de chirurg door middel van zijn sensoren kan rechtzetten. Robots en artificiële intelligentie (AI) zullen in de toekomst misschien ook diagnoses kunnen stellen, omdat zij medische scans nauwgezet kunnen screenen, maar ik denk niet dat er een robot de eerstkomende jaren volledig zelfstandig zal opereren.”

59% wil administratieve taken overlaten aan robots

Op het uitbesteden van administratieve taken aan robots reageren jullie heel verdeeld. Zo delegeren mannen de boekhouding en dergelijke liever aan robots (of computers) dan vrouwen: 64% tegen 53%. Hoe hoger geschoold, hoe meer jullie dromen van administratieve bots: 74% van de universitairen tegen 49% van de mensen met een diploma secundair onderwijs. “Robots, al kan je hier beter spreken van AI, kunnen veel data verwerken, patronen herkennen en verbanden leggen. Als er al jobs zullen sneuvelen door het inzetten van robots, dan zal het eerder om repetitieve administratieve taken gaan dan om handenarbeid”, vermoedt Bram Vanderborght. Logisch dus dat (lager geschoolde) mensen die deze jobs uitvoeren, zich hier meer zorgen over maken. Toch zal het niet zo’n vaart lopen, volgens Vanderborght. “Een robot of computer zal nooit de volledige job overnemen. De mens zal altijd de creatieve taken moeten uitvoeren. Alvorens een robot patronen kan herkennen, moet je hem voeden met informatie, cijfers, beelden,... en dat is niet nodig voor creatieve processen.”

90% wil niet dat een robot op de ouders of kinderen past

Voor we beginnen te vrezen dat de leerkracht en de (thuis)verpleging vervangen worden door een Android van staal en plastic, even de visie van de man die de robots ontwikkelt. “Mensen moeten door mensen onderwezen en verzorgd worden”, vindt Bram Vanderborght. “Maar met de veroudering van de bevolking duiken ook een aantal problemen op, zoals een tekort aan zorgpersoneel, waarbij robots kunnen worden ingezet. In woon-zorgcentra worden ze bijvoorbeeld gebruikt voor korte interacties, zoals het menu van de dag meedelen. Of ze kunnen oefeningen voordoen, zodat de therapeut zich op andere zaken kan concentreren. Ook de schoonmaak en eten brengen kunnen taken voor robots zijn als het personeel daardoor meer tijd krijgt voor haar sociale functie. In scholen kan ik me voorstellen dat robots of AI kunnen helpen om de verschillende leerniveaus die er in een klasgroep zijn op te vangen. Maar de belangrijkste rol blijft ook daar weggelegd voor de leerkracht.”

Iets meer dan een kwart van jullie ziet het nog wel zitten om door robots verzorgd te worden. Mannen denken daar iets positiever over dan vrouwen: 33% tegen 25%. “Momenteel wordt technologie vaak te laat ingezet. Daardoor wordt het moeilijker voor de zorgbehoevende om ermee te leren werken. Het is belangrijk dat robots eerst mainstream worden zodat je ze, zoals een computer en smartphone vandaag, eerst gebruikt om je comfort te verhogen. Later kan je er apps op installeren om vitalere functies over te nemen. Iemand op zijn tachtigste plots een rode knop om de hals hangen helpt niet. Dat is heel stigmatiserend. Een robot die in eerste instantie dienst doet om je comfort te verhogen en later ook kan dienen als valpreventie, zal veel gemakkelijker worden aanvaard”, gelooft Vanderborght.

Het is aan de roboticaspecialisten om robots te ontwikkelen die gemakkelijk te besturen zijn en voldoen aan onze verwachtingen. Maar dat op termijn elk huishouden een robot in huis zal hebben, daar twijfelt Bram Vanderborght niet aan. “Ze sluipen nu al ons leven binnen. Hoeveel mensen hebben er al een robotmaaier of -stofzuiger?”

97,4% wil geen intieme relatie met een robot

Een intieme relatie aangaan met een robot is voor de overgrote meerderheid van jullie dan weer een brug te ver. “Er worden nochtans al seksrobots ontwikkeld”, weet Vanderborght. “Veel van de technologie die wij nu kennen, vond trouwens ingang bij het grote publiek dankzij de porno-industrie. De VHS-videocassette, de dvd, het internet, virtual reality,... Pornoproducenten zijn altijd op zoek naar nieuwe manieren om de beleving nog meer privé te maken. De vraag is dus of ze ook voor de ontwikkeling van robots een stimulans kunnen zijn.”

Een andere vraag die zich stelt, is hoe we zullen omgaan met die robots. Zullen we minder schroom hebben om ons uit te kleden voor een zorgrobot die ons helpt om naar het toilet te gaan, dan voor een verpleegkundige? “Voor sommige mensen zal het misschien gemakkelijker zijn om hulp te vragen aan een robot dan aan een mens. Een robot – de naam komt van robota of slaaf in het Tsjechisch – kan je commanderen. Bij een mens voel je je misschien kwetsbaarder.”

Deze peiling werd uitgevoerd door Roularta Research bij 2.729 mensen van 50 jaar en ouder, tijdens de maand maart 2018.

Deze peiling werd uitgevoerd door Roularta Research bij 2.729 mensen van 50 jaar en ouder, tijdens de maand maart 2018.

Partner Content