Zottegem, waar de graaf zonder aangezicht rust

1563. Lamoraal van Egmont, ridder van het Gulden Vlies, stadhouder en vertrouwensman van de Spaanse koning Filips II, laat een grafkelder bouwen onder de kerk van Zottegem. Niets laat vermoeden dat hij hier vijf jaar later zal liggen, onteerd en zonder aangezicht...

Je zou het nauwelijks zichtbare doosje in een hoek van de vroegere vergaderzaal van de Zottegemse gemeenteraad eerder in een kerk verwachten, op een altaar, met wierook eromheen. Het heeft dan ook alles van een reliekschrijn: fijn bewerkt, met een vreemde, menselijke wervel erin. Als je het van nabij bekijkt, zie je dat die wervel in twee is gekliefd met bijna chirurgische precisie. Het stuk bot draagt de sporen van een felle zwaardslag. Het hoort niet toe aan een heilige, maar aan een belangrijke historische figuur: graaf Lamoraal van Egmont.

Te machtig voor Spanje

Niets liet nochtans voorzien dat de edelman zo rampzalig aan zijn einde zou komen. Hij werd in 1522 geboren in een van de meest vooraanstaande families van de Nederlanden, toen nog Habsburgs bezit dat het huidige Nederland, het noorden van Frankrijk en het grootste deel van België besloeg. Na een gouden jeugd in de hofhouding van Keizer Karel, wordt hij op volwassen leeftijd gekroond tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies en wordt hij een nauwe medewerker van ’s keizers zoon, koning Filips II van Spanje. “De koning schenkt hem alle vertrouwen. Zo stuurt hij de graaf van Egmont uit om te onderhandelen over zijn huwelijk met Mary Tudor, koningin van Engeland”, zegt Danny Lamarcq, historicus en secretaris van de Zottegemse cultuurraad.

Het gaat Lamoraal voor de wind: hij is een briljant militair bevelhebber én een gewiekst onderhandelaar. Hij schopt het tot stadhouder van de graafschappen Vlaanderen en Artesië. Zijn rijkdom is enorm en omvat luxueuze landgoederen overal in de Nederlanden (Brussel, Gaasbeek, Herchies, Lahamaide, Zottegem,...). In 1566 keert echter het tij. De religieuze onverdraagzaamheid van de ultrakatholieke Filips II veroorzaakt zware spanningen in de Nederlanden, waar de protestanten inmiddels een grote groep vormen. Zij wreken zich op die onderdrukking door katholieke kerken te vernielen – de bekende Beeldenstorm. De graaf van Egmont blijft trouw aan de koning en probeert de orde te herstellen. Maar de Spaanse koning wil de ‘ketters’ zonder genade vervolgen en Egmonts gematigde houding doet hem steigeren. Hij beveelt zijn aanhouding en na een schijnproces wordt hij ter dood veroordeeld.

From hero to zero

Samen met een andere ‘rebel’, de graaf van Horne, wordt de graaf van Egmont op de Brusselse Grote Markt op 5 juni 1568 onthoofd. “Hun goederen worden in beslag genomen, ook het kasteel van Egmont in Zottegem”, vertelt Danny Lamarcq. Eén magere troost: Lamoraals echtgenote krijgt de toelating om haar man te begraven in de crypte die hij onder de nabijgelegen kerk heeft laten bouwen. Door de terechtstellingen wordt de toestand in de Nederlanden explosief, de rellen groeien uit tot een gewapend conflict. Dit is het begin van de Tachtigjarige Oorlog, die in 1648 tot de onafhankelijkheid van de Verenigde Provinciën (het huidige Nederland) zal leiden.

In de zuidelijke Nederlanden, blijven de Spanjaarden de plak zwaaien en wordt de graaf van Egmont een taboeonderwerp. Als ‘ketter’ en ‘protestant’ blijft hij een vijand van de kroon. Door deze omerta raakt de juiste ligging van de crypte stilaan in de vergetelheid, tot ze begin 19de eeuw wordt teruggevonden. En meer dan dat: de graaf van Egmont krijgt de status van nationale held, eerst in de Verenigde Nederlanden, daarna in het pas onafhankelijke België.

Bizarre verminking

Bij de renovatie van de crypte in 1951 wordt het skelet van de graaf opgegraven voor een grondige analyse. De onderzoekers ontdekken een halswervel die door een zwaardslag doormidden gekliefd is. Ze vinden ook sporen die aantonen dat het hoofd, nadat het was afgehakt, gespietst werd. Dat wisten we al uit getuigenissen van toen en was een courante praktijk tijdens het Ancien Régime: terechtgestelden werden na hun executie publiek tentoongesteld. Om te ontraden, zo luidde het.

De schedel bevat echter nog een ander – zeldzaam en bizar – kenmerk. De antropologe die de schedel heeft onderzocht, beschrijft het als volgt: “De aangezichtsmassa van de graaf is ernstig verminkt door een klievende slag die van boven naar beneden en loodrecht op de onthoofdingssnee is toegebracht, van de neuswortel tot het gehemeltebeen (....). We gaan uit van een welbewuste actie”. Met andere woorden: bovenop de onthoofding werd ook nog eens het aangezicht van de graaf weggenomen – afgeschaafd – door een zwaardslag. De verklaring voor deze verminking? De legende vertelt dat de hoofden van de twee terechtgestelde graven naar het paleis van Filips II zijn gezonden. We weten nu dat dit deels onjuist is, aangezien het grootste deel van de schedel van Lamoraal van Egmont zich in Zottegem bevindt. Het is echter niet onmogelijk dat het aangezicht wél naar het Escoriaal werd gestuurd. De lugubere reputatie van de Spaanse vorst, bekend om zijn wreedheid, maakt dit aannemelijk.

NICOLAS EVRARD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content