Zo rekent u af met cellulitis

Jong of volwassen, mollig of slank, ruim 90 % van de vrouwen (tegenover slechts 5 % van de mannen) kampt met cellulitis. Een sinaasappelhuid succesvol te lijf gaan kan enkel met een gecombineerde aanpak en veel volharding!

Laten we eerst even een wijdverspreid misverstand uit de weg ruimen. Wat wij in de volksmond cellulitis noemen, heeft niets te maken met de term cellulitis in de medische vaktaal. Medisch gezien is cellulitis een ontsteking van het onderhuidse vetweefsel, die meestal door bacteriën veroorzaakt wordt, snel kan uitbreiden en een medische behandeling vergt.

Een juistere term voor de vijand waar we het hier over hebben, is sinaasappelhuid, verwijzend naar het uitzicht van de huid, met putjes en bobbeltjes. Dit is dus een heel normaal verschijnsel, te wijten aan de structuur van het onderhuidse vet- weefsel. Het is zuiver esthetisch en heeft niets met ontstekingen te maken. Maar de term cellulitis is nu eenmaal zo ingeburgerd, dat ook wij hem hier gebruiken als synoniem van sinaasappelhuid.

Het verschil tussen man en vrouw

Onder de twee meest oppervlakkige huidlagen, de epidermis en de dermis, zitten drie vetlagen. Cellulitis ontwikkelt zich in de meest oppervlakkige van deze vetlagen, de hypodermis of het onderhuidse vet-weefsel. Deze vetlaag verschilt in structuur van de diepergelegen lagen omdat de vetcellen (de adipocyten) georganiseerd zijn in lobben die verticaal door bindweefselschotjes van elkaar gescheiden zijn. Hierin ligt een eerste verklaring voor het feit dat mannen (met uitzondering van een kleine 5 %) gespaard blijven van cellulitis. Bij hen zijn de vetlobben niet georganiseerd in verticale kamertjes maar eerder diagonaal, waardoor zij bij uitzetting over elkaar heen kunnen schuiven en de huid niet meteen naar boven duwen zoals bij de vrouw het geval is. Bovendien kunnen de vrouwelijke vetcellen meer uitzetten, dus meer vet opslaan, dan de mannelijke.

Moeder Natuur heeft de vrouwen van flink wat onderhuids vetweefsel voorzien om ten allen tijde voldoende reserves te hebben om kinderen te voeden. Maar wat gebeurt er bij cellulitis? De vetcellen gaan uitzetten door vet op te slaan. Zij kunnen daarbij tot 60 keer hun oorspronkelijk volume aannemen. De bindweefselstructuur tussen de lobben zorgt er echter voor dat zij op hun plaats blijven en naar boven toe tegen de huid duwen, waardoor een structuur met putjes (op de plaats van de bind-weefselschotjes) en bobbels (op de plaats van de vetkussentjes) ontstaat: de welbekende sinaasappelhuid.

Door de uitzetting worden echter ook de haarvaatjes en de lymfekanaaltjes samengedrukt, waardoor de afvoer van vocht, toxines en afvalstoffen bemoeilijkt wordt. Dit werkt cellulitis verder in de hand en deze gaat zich zelfs vastzetten doordat de vetlobben gevangen raken in verharde bindweefselkapsels.

De boosdoeners

We weten nu al wat er gebeurt wanneer cellulitis ontstaat, maar nog niet waarom dit gebeurt. Om dit te begrijpen moeten we beseffen dat eerst en vooral hormonale factoren û meer bepaald de vrouwelijke oestrogenen û een belangrijke rol spelen. Zeker in perioden van belangrijke hormonale schommelingen (puberteit, zwangerschap en perimenopauze) is de kans op het ontstaan van cellulitis groter. Bovendien zorgen deze hormonen ervoor dat cellulitis zich op de typisch vrouwelijke vetopslagplaatsen voordoet: de heupen, de dijen en de billen.

Erfelijke aanleg doet zeker ook een duit in het zakje. Maar – en daar hebben we zelf meer vat op – ook de levensstijl, de voeding en lichaamsbeweging zijn van doorslaggevend belang. Als het vetmetabolisme perfect in evenwicht is, dit wil zeggen als de vetopslag en de vetafbraak gelijk zijn, dan is er niets aan de hand. Maar van zodra er meer vet opgeslagen wordt in de adipocyten dan er afgebroken wordt, zetten die uit met de eerder beschreven verschijnselen als logisch gevolg.

Cellulitis houdt niet noodzakelijk verband met overgewicht, maar overgewicht zal het wel in de hand werken omdat hierbij meestal de vetopslag groter is dan het vetverbruik. Een onevenwichtige voeding en gebrek aan lichaamsbeweging vergroten niet alleen de kans op het ontstaan van cellulitis, maar dragen ook bij tot een snellere evolutie naar een stadium waarin men veel moeilijker van de sinaasappelhuid verlost raakt. Tenslotte dragen ook circulatoire problemen, waardoor de afvoer van vocht en afvalstoffen bemoeilijkt wordt, hun steentje bij.

Alleen de aanhouder wint!

Hoe langer cellulitis bestaat, hoe moeilijker het wordt om er vanaf te raken. Het komt er dus op aan meteen tot de actie over te gaan wanneer u ongewenste putjes en bobbeltjes opmerkt.

De stadia van cellulitis beoordelen, doet u aan de hand van de knijptest, waarbij u de huid tussen uw duim en de overige vingers vastgrijpt en knijpt.

Stadium 1: De huid ziet er glad en egaal uit maar wanneer u erin knijpt ziet u in de huidplooi duidelijk oneffenheden.

Stadium 2: Als u ligt, ziet de huid er mooi egaal uit maar rechtstaand is de sinaasappelhuid duidelijk merkbaar.

Stadium 3: De sinaasappelhuid is zichtbaar zowel wanneer u staat als wanneer u ligt. Zodra u in de huid knijpt, voelt u met-een de verharde bindweefselstructuur, wat zelfs pijnlijk kan zijn.

Cellulitis ontstaat niet van vandaag op morgen. Denken dat u er snel vanaf raakt, is dan ook een utopie. Enkel een vastberaden aanpak waarbij zowel gelet wordt op een gezonde voeding, lichaamsbeweging, massage én het gebruik van aangepaste producten zal na verloop van weken vruchten afwerpen. Maar denk eraan: zodra u uw inspanningen opgeeft, zal de sinaasappelhuid snel opnieuw de kop opsteken. Enkel de aanhouder wint! n

Leen Baekelandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content