De glasmozaïek van de Sint-Kristoffelkerk.

Zo mooi kan Charleroi zijn

Laat je vooral niet misleiden door de kwalijke reputatie van Charleroi. Focus op de prachtige sporen van de gouden tijd, toen de industrie er op volle toeren draaide. Een ontdekkingsreis als geen ander.

Met een niet aflatend gekrijs bijten de slijpschijven zich vast in de palen van de trottoirs. Vonken spatten in het rond. Terwijl bulldozers zo goed en zo kwaad als het kan een ononderbroken ballet opvoeren, hun laadbakken vol met jonge boompjes, klaar om aan te planten. Er komt geen einde aan het oorverdovende lawaai en het machinegeweld. Wie de jongste jaren in het centrum van Charleroi moest zijn, moest er wat voor over hebben. Na jaren van stilstand, is de binnenstad veranderd in een gigantische werf, die Charleroi zo veel mogelijk haar vroegere pracht en praal wil teruggeven.

Rijkste stad van ’t land

We zijn het wellicht vergeten, maar ooit was Charleroi een van de rijkste steden van ons land. Op het einde van de 19de eeuw herbergde de agglomeratie 90% van de Belgische glasfabrieken, met een productie groter dan die van de Verenigde Staten. Daarbij kwamen nog de steenkoolmijnen, staalfabrieken en tal van andere industrietakken die van kolen en staal gebruik maakten. “In die tijd woonden de mijningenieurs en de fabriekseigenaars, zeg maar de hele burgerij, in het stadscentrum”, vertelt Corinne Declerck, een stadgids uit Kortrijk die voor de charmes van Charleroi is gevallen.

Je hoeft maar even binnen te lopen in het stadhuis om de rijkdom van weleer te proeven. “Dit uitzonderlijke art-decogebouw met classicistische toetsen werd ingehuldigd in 1936 en wilde vooral een uithangbord van de stad zijn. Die zwom toen in het geld, waardoor dit gebouw is opgetrokken met de duurste materialen: edel hout, marmer, koper en parelluchters van Val Saint-Lambertkristal”. De kunstwerken en bas-reliëfs in typische hoekige jaren 30-stijl verdringen elkaar langs de monumentale trappen en eindeloze gangen. Je waant je hier bijna in een wolkenkrabber uit Chicago of in een fantasierijke versie van het stadhuis van Gotham City. Een deel van de ruimte is permanent open voor het publiek, maar via een rondleiding met gids kom je ook in meer exclusieve ruimtes, zoals de toneelzaal, de trouwzaal en de raadzaal. Bijna alles is hier nog authentiek.

Het Musée des Beaux-Arts aan de voet van de politietoren.
Het Musée des Beaux-Arts aan de voet van de politietoren.

Naast het stadhuis rijst de trotse belforttoren op. De elite van de stad wilde een toren die niet moest onderdoen voor andere Belgische steden met een roemrijk verleden. Maar het vergde ontzettend veel vakmanschap om 35.000 ton te laten verrijzen op een ondergrond met mijnbouw. Het jongste belfort van het land is dan ook het enige dat werd gebouwd op hydraulische vijzels.

De koepel van de Sint-Kristoffelkerk tegenover het belfort biedt een religieuze tegenhanger voor dit burgerlijke symbool bij uitstek. De barokke gevel van de kerk is wat bedrieglijk. Ze is het enige overblijfsel van de oorspronkelijke kapel die hier op vraag van Lodewijk XIV werd gebouwd, toen Charleroi nog maar een kleine vestingstad was. Binnen wacht een veel recenter meesterwerk (1956): een 200 m2 met glasmozaïeken bekleed koor. Dit werk van de dromerige schilder Jean Ransy, mixt Byzantijnse en eigentijdse invloeden. Duizenden glasblokjes – gekleurd of versierd met bladgoud – stellen de Apocalyps van Johannes voor rond een wat vreemd standbeeld van een ontwrichte Christus.

Het Maison des Médecins, nog in volle renovatie.
Het Maison des Médecins, nog in volle renovatie.

Voeg hier nog het door Magritte geschilderde fresco in de congreszaal van het Paleis voor Schone Kunsten aan toe en je hebt al een mooi overzicht van de monumentale kunstwerken van Charleroi. Maar nog meer schoonheid houdt zich schuil in de aanpalende straten van de bovenstad.

Art-nouveauparels

Daar volgt het ene art-nouveaugebouw op het andere art-decopand. Als je omhoog kijkt, ontdek je massa’s mozaïeken, sgraffiti, glas-in-loodramen en erkers. “Charleroi moet je verkennen met je blik naar boven gericht”, vertelt Corinne Declerck. Dat moet ook wel, want de benedenverdieping geeft soms een troosteloze indruk. Sommige straten van de binnenstad zijn niet altijd even aantrekkelijk, maar kijk omhoog en boven de sjofele nachtwinkel ontwaar je poëtische art-nouveau plantenslingers. Een vreemde combinatie, die de dualiteit van de stad goed samenvat. En een behoorlijk verwarrende sfeer schept, maar ook die is typisch voor Charleroi.

Toch zijn er ook straten en lanen die niettemin hun bourgeoiskarakter van vroeger hebben bewaard. Neem nu de Rue Léon Bernus. Hier worden de belle-époquehuizen beetje bij beetje gerestaureerd. Zoals het prachtige Maison des Médecins, een privé-eigendom dat je kan bezoeken via een groepsrondleiding of bij bepaalde evenementen. “Ik heb al Gentse bezoekers rondgeleid die maar niet bijkwamen van de verkoopprijs van dit soort van woningen”, vertelt onze gids nog. “In Gent zijn zo’n huizen onbetaalbaar, maar hier zijn sommige echt spotgoedkoop, ook al moet je nog veel investeren in de renovatie. Ze dachten er zelfs aan samen te leggen om er een te kopen.” Een paar straten verderop wacht het Maison Dorée met sierlijke krullen en gekleurde sgraffiti. Dit is de allereerste art-nouveauwoning van Charleroi, gebouwd in opdracht van een rijke glasfabrikant. Later deed het dienst als woonhuis en bar voor de lokale pers, maar het fraaie glas-in-loodraam in de binnentuin is gebleven. Het pand is toegankelijk op aanvraag en op Monumentendagen.

Het art deco stadhuis.
Het art deco stadhuis.

Nieuwe dynamiek

Toegegeven, er is nog werk aan de winkel om al dit erfgoed weer te laten stralen. Toch kan niemand ontkennen dat er in de stad de jongste jaren een knappe culturele dynamiek is ontstaan. Tal van gebouwen werd nieuw leven ingeblazen. Zo herbergt het voormalige Paleis van de Waalse kunst, een bijhuis van de in 1911 opgedoekte Université du Travail, vandaag het BPS22, het kunstenmuseum van de provincie Henegouwen. En in de vroegere rijkswachtstallen, in de buurt van de zeer eigentijdse politietoren, is sinds december 2022 het Museum voor Schone Kunsten ondergebracht. De kunstwerken hangen hier boven en tussen de vroegere paardentroggen. Loop hier zeker eens binnen want er hangen werken van Delvaux, Magritte, Ensor enz.

Sgraffiti siert de gevel van het Maison Dorée.
Sgraffiti siert de gevel van het Maison Dorée.

Sinds enkele jaren boomt in Charleroi ook de vaak erg satirische straat- en undergroundkunst. De gouden tijd van de stad (1850-1950) mag dan definitief voorbij zijn, er blijven mooie sporen over, die aansluiting vinden bij die nieuwe dynamiek.

Meer weten? cm-tourisme.be/nl/een-stad-vol-onverwachte-charme

Van spookmetro tot vervallen fabriekspand

Laten we wel wezen: naast al dat fraais telt Charleroi en omstreken ook wijken die allesbehalve fraai zijn. Voor sommige mensen blijft dit de lelijkste stad ter wereld. De inwoners beseffen dat maar al te goed en hebben dan ook een grote zin voor zelfspot ontwikkeld. De organisatie Charleroi Adventure biedt zelfs een stadssafari aan waarbij je vreemde plekken ontdekt, zoals waar de moeder van Magritte zelfmoord pleegde, of waar Raymond La Science, van gangsterbende Bonnot, woonde. Ook op het programma: de spookmetro van Charleroi, de meest deprimerende straat van België, de beklimming van een terril en een bezoek aan een verlaten metaalfabriek.

charleroiadventure.com/nl

Het art deco stadhuis.
Het art deco stadhuis.
Het kunstenmuseum BPS22.
Het kunstenmuseum BPS22.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content