Zen in een mini-jungle

In de buurt van Brussel ontdekte Plus Magazine een exotisch paradijsje. In deze minituin hebben boomvarens, palmen, cactussen en tropische beauty’s de voorbije twee strenge winters overleefd.

Toen we in 2002 in dit nieuwe woonerf kwamen wonen, zagen we meteen dat ons tuintje (9 bij 6 m.) te klein was als speelterrein voor onze twee kinderen”, begint het verhaal van Chris Pauwels (45) uit Sint-Martens-Bodegem. “Daarom kochten we samen met buren een stuk braakgrond als speelweide en kon ik mijn zin doen in ons tuintje. Het was de tijd van de discussies over de klimaatopwarming. Ik las over mensen die palmen en yucca’s in volle grond gingen houden en ik wilde dat ook proberen. Vooral omdat onze 54 m2 op het zuiden liggen. Exoten, woestijnplanten en cactussen kunnen fascinerend mooi zijn.”

De eerste palm die Chris plantte, ging de eerste winter al dood. “Sindsdien heb ik nog alleen woestijnplanten en de meest winterharde variëteiten van tropische soorten gekocht. Tegelijk heb ik uitgeprobeerd wat de beste winterbescherming was. Yucca’s bijvoorbeeld kunnen best tegen stevige vorst, maar niet tegen onze vochtige winterkou. De voorbije twee winters hebben me gelijk gegeven: zonder goede winterbescherming lukt een tropische tuin in volle grond bij ons nog altijd niet!”

Met vallen en opstaan heeft de eigenaar ook geleerd dat de kleigrond van zijn tuin ongeschikt was voor woestijnplanten. Voor deze soorten heeft hij een plantgat van 60 cm diep uitgegraven en dat opgevuld met een mengsel van half cactusgrond en half lavasteentjes. Voor de boomvarens koos hij een mengsel van rododendronaarde met gemalen boomschors.

Een zensfeertje

Het tuintje valt uiteen in twee delen. Het gedeelte bij de woning heeft een Japans zensfeertje. De grond is bedekt met keitjes in golvende stroken en verder met schors en rotsstenen. Onder de keitjes is worteldoek gespannen tegen het onkruid.

In volle grond gedijen hier Yucca’s, vetplantjes, lage siergrassen, de palmsoort Trachycarpus wagnerianus en cactussen (Opuntia). Deze laatsten hebben geen probleem met vrieskou tot -20° C.

Ze staan in het gezelschap van strakke beauty’s. Het Mexicaanse grasboompje (Dasylirion longissium) heeft een kruin van lange, groene sprieten. De struikjes Lagerstroemia en Feijoa sellowiana tooien zich met felrode bloemen. Vreemd is het boompje Albizia julibrissin rosea: zodra de zon weggaat, vouwen de blaadjes zich dicht tot roze bloemen.

Het woestijngevoel wordt versterkt door een vijftiental potten met hogere en lagere cactussoorten in rijnzand.

In zo’n sobere woestijntuin ontbreken felle kleuren. Als compromis en als contrast heeft de eigenaar gekozen voor een uitbundig bloeiende trompetbloem (Campsis radicans) die tegen de muur van de woning klimt. Potten en hanging baskets met fuchsia, hibiscus en Gazania zorgen voor extra kleur.

Continenten mixen

Het tweede gedeelte van de tuin is op een hoger niveau aangelegd als zithoek tussen weelderige jungleplanten. De bewoners worden tegen inkijk beschut door hagen van bamboe en bladhoudende glansmispel (Robinia Red Robin). Voor de bamboe is gekozen voor een variëteit (Fargesia robusta) die niet woekert.

Op en rond een terras van bangkirai leven exoten en planten van bij ons samen in – alweer – een kleurrijk compromis. De bananenboom Musa Bayoo, de palmsoort Trachycarpus fortunei, het mammoetblad (Gunnera manicata) en de roodpaarse Phormium zijn vrolijk gemixt met hosta, toverhazelaar, Japanse esdoorn, een bolvormige miniatuurden (Pinus Brepo) en lampenpoetsersgras (Callistemon rigidus). Gewone hibiscus gaat hand in hand met tropische hibiscus. Ook in de potten en kuipen op het terras worden de continenten gemixt: de palmsoort Cycas revoluta staat naast dahlia’s, Australische boomvarens naast vlijtige liesjes.

Een wow-gevoel

Tussen april en november vraagt dit exotische miniparadijs weinig onderhoud. Het enige werk is het geven van water: in de zomer moet dat alle dagen gebeuren. Verder zijn alleen wat snoeiwerk en bemesting nodig. Werk is er echter wel in november. Chris Pauwels is dan een tijdje bezig met het aanbrengen van winterbescherming (zie hiernaast het kaderstuk De beste winterbescherming). Eind maart – begin april moet hij alles even zorgvuldig verwijderen.

Al die bescherming maakt het tuintje niet zo aantrekkelijk in de winter, maar daartegenover staat het grote plezier in de andere maanden. “We hebben thuis een permanent vakantiegevoel”, lacht de eigenaar.” Met als extra het wow-gevoel dat onze tuin uit de massa springt. Ik ben trots als ik weer een exotische soort door onze winter heb kunnen helpen – en dat zonder een serre of een oranjerie!”

Ludo Hugaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content