Xavier Malice was dakloos en is nu model

Ik leefde al vier jaar zonder vaste woonplaats, toen een castingverantwoordelijke me oppikte voor een modeshow, zegt Xavier Malice (52), ex-arbeider in de auto-industrie. “Ik was werkloos en belandde in 2015 op straat door een scheiding. De jongste jaren sliep ik in een opvangtehuis, de nachtopvang voor daklozen, in mijn auto, in de inkomhal van gebouwen, op een bank in een park,...”

“Vorige zomer zat ik te zonnen op een bank in de buurt van een winkelcentrum. Een vrouw kwam bij me staan en complimenteerde me met mijn profiel, mijn ogen, mijn haar, mijn baard,... Ook al heb ik mezelf altijd goed verzorgd, ik kon het niet geloven! De vrouw bleek een castingverantwoordelijke. Ze vroeg of ik een paar keer op en neer kon lopen, zoals op de catwalk. Ik heb het spel meegespeeld. Ze was enthousiast en vroeg me of ik een modedéfilé wou lopen in het winkelcentrum, amper een uur later. In vond het vreemd om van de straat meteen op een podium te staan, in zondagse kleren, in een buurt waar ik bekend stond als dakloze. Maar meteen na het défilé heb ik foto’s laten nemen voor mijn portfolio en heb ik me ingeschreven bij modellen- bureaus.”

“Sindsdien heb ik weer een woning, ik heb een televisie-uitzending gemaakt over daklozen in Parijs, ik heb model gestaan voor studiofoto’s, een advertentie, een shooting in Barcelona,... Misschien wel de start van een nieuwe carrière! Ik heb in elk geval de smaak te pakken. Ik voel me goed in mijn vel, zelfzekerder. Ik was er altijd van overtuigd dat ik terug uit het dal zou kruipen waarin ik beland was, ook al had ik het bij momenten erg zwaar. Ik heb nooit gebedeld of drugs genomen en ben nooit beginnen drinken. Op straat voelde ik me aan mijn lot overgelaten, geïsoleerd. Nu feliciteren mensen mij, ze vragen om een selfie. Ze hebben een hand naar me uitgestoken. Maar ik vergeet niet waar ik vandaan kom. Scholen vragen me om mijn levensverhaal te komen vertellen. Ik geef de jongeren mee dat het leven op elk moment kan keren, naar de slechte én naar de goeie kant.”