© WIM KEMPENAERS

Woordeloos afscheid

Het is de eerste keer dat ik haar zie. Ze ligt er mooi bij: opgemaakt, handen gekruist, bloemen tussen de lakens. De verpleging streelt nog een laatste keer over haar haren, het is hun manier van afscheid nemen. Ik ben als wachtarts opgebeld om de dood officieel vast te stellen. Als formaliteit test ik voorzichtig of er nog een pijnreflex opgewekt kan worden. Ondertussen vertelt de verpleging over haar (medische) voorgeschiedenis. Ik ontdek dat ze geen familie meer heeft. Ze is nooit getrouwd, heeft geen kinderen en haar kennissenkring is stilaan uitgedund. Toch heb ik de indruk dat ze goed omringd was in dit rusthuis. Haar nachtkastje wordt gevuld met ingekaderde herinneringen. Haar favoriete klassieke muziek draait in de oude cd-speler. Haar beste rozenkrans wordt uit een lade gehaald. Straks zal er niemand aan haar bed staan om te groeten, maar de kamer waait haar persoonlijk uit. Ik leg nog even mijn hand op haar borstkas: als afscheid, maar evenzeer om na te gaan of ze een pacemaker draagt. Zowel haar burgerlijke stand als de aanwezigheid van de hartstimulator worden expliciet op de overlijdenspapieren bevraagd.

Als arts zien we het leven en de dood in alle vormen en maten voorbijkomen.

Dit overlijden staat in schril contrast met eentje eerder deze wacht. Dat sterfgeval ging geruime tijd ongemerkt voorbij. Zijn er weken, dan wel maanden gepasseerd zonder dat iemand die man miste? Het ontbreekt me aan expertise om me hierover uit te spreken. De officiële papieren malen er niet om: ze vragen enkel het tijdstip van mijn vaststelling. Zijn appartement verraadt geen persoonlijke verhalen. Kan er nog iemand gebeld worden om het treurige nieuws mee te delen? Ik hoop dat er toch ergens een traan om hem wordt gelaten. Idealiter sterft er niemand in quasi anonimiteit, maar de realiteit is onverbiddelijk. Voor ik weer door de geforceerde voordeur stap, knik ik hem nog even gedag en herhaal ik in mijn hoofd zijn naam. Als een stil gebed.

De laatste keer dat ik een leven uitwaaide, was op de melodie van Stayin’ Alive. Al reanimerend moeten we na verschillende beadem- en pompcycli vaststellen dat het geen baat meer brengt. In het ziekenhuis sterft deze man alleen. Ik zie zijn vrouw nog steeds verdwaasd achter me staan wanneer we met de MUG en ambulance wegreden. Het liedje verdween naar de achtergrond toen ik het papiertje waarop ze haar gsm-nummer krabbelde zocht.

Vorige week kreeg ik zelf zo’n slechtnieuwstelefoontje. Hoewel het familiaal overlijden verwacht was, kwam de boodschap stevig aan. Wanneer ik thuiskwam en mijn familie bijeen zag zitten, was ik dankbaar dat ze warm omringd was. Het kan ook anders. Als arts zien we het leven in al zijn vormen en maten voorbijkomen. Maar ook de dood presenteert zich op telkens een andere manier. Met verdriet, warmte, opluchting of onverschilligheid. In alle rust of wanneer er nog een stevige hartmassage door het reanimatieteam wordt uitgevoerd. Op afstand, of soms net heel erg dichtbij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content